hoofd menu | straight categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
MORGENSTER - hoofdstuk 29 (mm:overige, 6985 words) [29/32] Toon alle delen | |||
Auteur: Lucky Eye | Toegevoegd: Dec 17 2017 | Kijkers/Lezers: 2464/1837 [75%] | Waardering (deel): 10.00 (1 stem) |
Vervolg... |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
'Ja, dat bedoel ik. Stan, jij kunt je moeilijk aanpassen aan anderen. Je
snapt soms niet wat anderen van je willen. Begrijp je me?'
'Ja. Dat is lastig. Ik vind het vaak onduidelijk. En dan ... nou ja ...
dan doe ik soms maar wat en dat pakt wel eens verkeerd uit. Hier vinden
ze dat niet erg maar op school wel. Toen ... '
De psycholoog zag dat Stan het moeilijk had en daarom onderbrak hij zijn
gedachtegang. 'Maar op school wisten ze niet dat jij PDD-NOS had. Als
ze dat wel hadden geweten, dan wisten ze dat ze dingen voor jou heel
erg duidelijk moeten uitleggen. Het moet voor jou heel goed uitgelegd
worden zodat jij precies weet wat jij moet doen. Ben ik zo duidelijk
genoeg, Stan, want anders moet je het gewoon zeggen en dan probeer ik
het nog beter uit te leggen.'
'Ja.'
'Heb jij nog vragen, Stan? Of jullie?'
Richard had nog wel iets. Hij wilde graag weten of er een oorzaak was.
Jenkins gaf aan dat er diverse oorzaken konden zijn. Zo werden in de
theorieën op dit gebied onder andere genoemd erfelijkheid en problemen
bij de moeder tijdens de zwangerschap. Heel even keek Richard naar Max.
Zou dat ... zou dat het veroorzaakt kunnen hebben. Een nieuwe vraag die
later beantwoord zou moeten worden, zo hoopte hij.
'Stan, je mag,' zo sloot Mark Jenkins de bespreking af, 'altijd contact
met mij opnemen als je iets wilt vragen. Dat mag je zelf doen maar je
mag ook vragen of een van de anderen dat voor jou wil doen. Maak daar
gebruik van. Als je ergens een probleem mee hebt, houd het niet in jouw
hoofd alleen. Praat erover. Vaak heel belangrijk.'
'Ja, dat is het,' zo erkende Stan. Een week geleden was het helemaal uit
de hand gelopen. Had hij Richard geslagen terwijl hij dat eigenlijk
helemaal niet wilde. Gelukkig was alles goed gekomen en hadden hij en
Richard daarna nog heel lang met Edith en Max gepraat in de keuken.
'Praten. Vanuit mezelf, kan ik dat ook leren?'
'Dat is best lastig, Stan. Jij hebt grenzen. Je kunt niet alles wat
anderen kunnen. Maar weet dat je daardoor niet minder of slechter dan
anderen bent. Je bent zoals je bent, Stan.'
'En leren? Kan ik dat?'
'Dat kun je heel erg goed. Maar alleen als degene die jou iets wil leren
er rekening mee houdt dat jij PDD-NOS hebt. Gelukkig hebben wij al heel
veel leraren scholing daarin gegeven. Belangrijk is dus dat als jij
iets wilt gaan leren je leraar weet dat jij PDD-NOS hebt.'
***
Zaterdag 12 juni, Victoria, British Columbia, Canada
'Weet je zeker dat die gasten te vertrouwen zijn? Dat ze dat wat jij
wilt ook zo zullen doen?'
'Nu nog niet helemaal, jongen, maar daarvoor moet ik ze eerst in de ogen
kunnen kijken. Het telefoongesprek dat ik had met mr. Drummond gaf me
vertrouwen en daarom heb ik die afspraak gemaakt,' gaf Steve Johnston
zijn mening.
'Maar ... als je... '
'Als ik twijfel, Joe, dan drink ik een kop koffie met hen bij Starbucks
maar meer ook niet. Je weet wat ik wil.'
'En je kunt mij altijd bellen hè, als je het niet vertrouwt.'
'Ik weet het, Joe. Je bent in de buurt en blijft wachten als ik besluit
om echt met hen te gaan praten. Jij rijdt ons dan naar de "Taxi Rank".'
Snel stapte Steve uit voordat Joe nog meer tegenwerpingen zou kunnen
maken. Joe was een prima vent maar iets te bezorgd om hem soms. Hij kon
zich nog steeds prima redden. Hij liep de hal in en keek even rond. Hij
zag Starbucks al en liep er in een rechte lijn naar toe. Natuurlijk
lukte dat niet helemaal. Overal waren mensen en het gebeurde hem
regelmatig dat hij naar rechts of links moest uitwijken om andere
mensen te ontwijken. Anderen die net als hij waarschijnlijk een doel
voor ogen hadden maar daarbij, en dat was het verschil, geen oog hadden
voor de rest van de wereld om hen heen. Hij zag het tweetal staan en
dook even een kiosk in. Hij pakte een krant, sloeg deze open en nam de
tijd om langs de krant heen de oude man en de jongen naast hem te
bekijken. De oude man moest zo van zijn eigen leeftijd zijn en dus zou
hij hem eigenlijk niet oud moeten noemen. Als de piepkuikens het
waagden hem oud te noemen dan konden ze een beuk krijgen. De man droeg
een koffertje in zijn hand en de jongen had een rugzak op zijn rug. Ze
keken om zich heen. Waarschijnlijk op zoek naar hem. Niet wetend
trouwens hoe hij eruit zou zien. Alles bewust door hem georkestreerd om
te voorkomen dat hij er niet uit zou kunnen stappen, als hij dat wilde.
Hij vond het tijd om zich bekend te maken, betaalde de krant en liep
weer de hal in. Recht liep hij op hen af. 'Mr. Drummond?' probeerde hij
en stak zijn hand uit naar de oudste van de twee.
'Mr. Johnston?' Max nam de hand aan en drukte deze stevig. 'En dit is
Richard,' zo stelde hij zijn metgezel voor.
'Ben jij de kleuter die ik destijds naar Metchosin reed?'
'Nee. Dat was Stan.'
'Ah ... ja ... nu weet ik het weer. Zij noemde hem Stanley of heb ik dat
fout.'
'Zijn officiële naam is Stanley maar ik heb hem altijd Stan genoemd.'
'Dan maar zo laten,' zei Steve met een knipoog. Hij had tijd genoeg
gehad om hen beiden recht in de ogen te kijken en was tevreden. 'Vinden
jullie het goed om mee te gaan naar de "Taxi Rank" het is daar rustiger
dan hier bij Starbucks. Een betere gelegenheid om vertrouwelijk met
elkaar te praten.'
Richard keek Max aan. Zag hij even een aarzeling? Ja. Dat moest het
geweest zijn. Want Max kwam met een tegenvraag.
'Waarom niet hier?'
'Starbucks is mij eigenlijk te druk. En ... nou ja ... eerlijk gezegd
wilde ik weten wat voor vis ik in de kuip had. Ik wilde jullie in de
ogen kunnen kijken. En mijn bevindingen zijn positief en dus wil ik
graag mijn verhaal kwijt maar dat liever dan niet hier. Hier luistert
iedereen mee en dat wat ik wil vertellen kan dat niet hebben. Dus ...
sorry dat ik zo zeg ... graag of niet.'
'Dan graag,' reageerde Max zonder verdere aarzeling. Hij wilde
antwoorden hebben. Ze waren tenslotte niet voor niets met Toby naar
Victoria gevlogen. Ze volgden Steve die er flink de pas in had.
Johnston was van zijn leeftijd, zo schatte hij in, en net als hij nog
zeer goed ter been. Nog geen last van ouderdomskwaaltjes. Buiten de
aankomst- en vertrekhal stond een hele rij taxi's te wachten. Johnston
liep naar een taxi toe, opende voor hen de achterportier en vroeg hen
vriendelijk om in te stappen.
Richard was bang dat ze een regel aan het overtreden waren en vroeg aan
de chauffeur: 'Is het niet gebruikelijk dat je de eerste in de rij
taxi's neemt?'
'Als jullie gewone klanten waren geweest wel. Maar dit is een speciaal
ritje, dus relax.'
'Oké, ik vind het goed. Hoelang duurt het voor we op de plaats van
bestemming zijn?' Het antwoord was vijftien tot dertig minuten,
afhankelijk van de drukte in het centrum.
Toen Steve naast Joe ingestapt was verliet deze meteen de rij. Richard
zag dat de taxi's achter hen een plaats opschoven. Zo werkte het.
Richard keek om zich heen. Hij kende de stad goed. Met Elementary
School was hij er één keer geweest om een museum te bezoeken en later
op High School was hij er een paar keer geweest. Ook met Stan was hij
diverse keren naar Victoria geweest voor inkopen. Meestal kleren. In
Metchosin had je alleen een supermarkt en een drogist. Meer niet. Het
bankfiliaal was opgedoekt een paar jaar terug. De tijd vloog terwijl
hij zo in gedachten naar buiten aan het kijken was en voordat hij het
wist, stopte de taxi langs de kant van de weg. Max opende de deur en
stapte naar buiten en hij volgde hem. Ze stonden vlak bij de "Taxi
Rank". Steve ging hen voor naar binnen, riep wat naar de man achter de
bar en daarna liep hij verder. Ze zouden dus niet in het café zelf gaan
zitten, zo concludeerde hij.
'Kijk, dit is een mooi plekje voor ons drieën,' zei Johnston nadat hij
een deur in de lange gang had geopend.' Al komt straks koffie of thee
brengen, net wat jullie willen.'
Max liep langs Steve en ging op een stoel bij een tafeltje zitten.
Richard zette zijn rugzak op de grond en nam naast hem plaats.
'Onwennig, nietwaar?'
'Ja. Helemaal mee eens,' was de mening van Max. Hij had het gevoel dat
hij niet helemaal grip op deze man had en dat beviel hem eigenlijk
niet. Ditmaal stond niet hij aan het stuurwiel maar Johnston en dat
vond hij niet prettig. Even was er afleiding toen Al binnenkwam. Hij
vroeg wat er gedronken wenste te worden en met de bestelling voor drie
koffie verdween hij weer.
'Hoe zit het,' begon Richard. 'Je vroeg of ik de kleuter was die jij
naar Metchosin hebt gereden maar voor zover wij weten is de chauffeur
van destijds overleden.'
'Volgens de registratie was het John. De vrouw van John was al lange
tijd ernstig ziek. De oudere chauffeurs hadden onderling de afspraak
gemaakt dat we een aantal ritten per dag op naam van John zouden
zetten. Kon toen nog allemaal makkelijk omdat het niet allemaal
elektronisch ging. Zo had Johan toch een goed inkomen en kon hij bij
zijn vrouw blijven om haar bij te staan en te verzorgen en wij konden
het wel missen. Een stukje zorg voor elkaar. Daarom stond de rit op
naam van John maar ... ik reed hem. En ik bracht haar en de kleuter
naar Metchosin.'
'En je weet wie zij is?'
'Ja. Maar vooraf wil ik de garantie dat jullie het niet aan de grote
klok gaan hangen. Zij is belangrijk ... nou ja ... haar man, beter
gezegd, en ik wil absoluut niet dat er iets uitlekt naar de pers of zo
want dat zou hen beiden kunnen beschadigen. Vandaar dat ik vraag om
vertrouwelijkheid en ik ook niet wilde praten met zo'n
onderzoeksbureau. Die lui ... die vertrouw ik niet.'
'Het gaat ons erom,' opende Max, 'om de achtergrond van Stan te
achterhalen. Hij woont op dit moment bij mij en mijn vrouw samen met
Richard. Stan weet niet wie zijn ouders zijn en dat willen we proberen
te achterhalen. Het is nooit ons doel om anderen te beschadigen.'
'En jij? Jij bent jonger, jij denkt er anders over?'
'Nee. We hanteren één lijn. Voor ons is de waarheid over de herkomst van
Stan het enige dat we willen weten. We zullen haar, als we haar te
spreken krijgen, nooit onder druk zetten of dreigen met bekendmaking in
de pers of wat dan ook. Als ze mee wil werken is dat prima, wil ze het
niet, dan leggen we ons daarbij neer.'
'Dat vind ik mooi. Dan doe ik jullie mijn verhaal.'
***
Zaterdag 3 juli, Hawaï,U.S.A.
Enigszins verfomfaaid kwamen Jocelyn en Max aan op Hawaï. Een lange
vlucht van Monterey via San Francisco had hen uiteindelijk op Daniel K.
Inouye International Airport, ook bekend als Honolulu International
Airport doen belanden. Meteen bij de gate werden ze ontvangen met de
traditionele Lei Groet en werd hen een bloemenkrans met prachtige
bloemen omgehangen. Daarna liepen ze verder om hun bagage op te halen.
'Dit land is gewoon veel te groot,' verzuchtte Jocelyn, 'als je ergens
heen wilt, moet je uren reizen,' en onderwijl plukte ze haar koffer van
de band. 'Dat is die van jou, Max!' En nog voordat Max een hand kon
uitstrekken naar zijn kleine koffer had zij die al voor hem te pakken.
'Sorry, soms ben ik te snel.'
'Geeft niets. Heel handig een hulpje voor zo'n oude man als ik.'
'Jij en oud ... die twee woorden passen niet bij elkaar.'
'Maar soms ... voel ik het toch wel dat ik wat ouder begin te worden
hoor.'
'Logisch. Je bent zeventig. Zou tijd worden ook.' Samen liepen ze
verder. 'Weet je hoe Johan Hartman eruit ziet?'
'Nee. We hebben afgesproken dat hij een bordje omhoog zou houden met de
namen Harper en Drummond. Dat moeten we toch kunnen vinden?' Ze liepen
naar de aankomsthal.
Meteen bij binnenkomst liet Jocelyn haar blik door de hal gaan. Op enige
afstand stonden mensen die waarschijnlijk reizigers kwamen afhalen. Ze
zag bordjes met een naam erop maar niet met hun namen. Haar blik werd
getrokken door een man die op een bankje zat en niet keek in de
richting van de aangekomen passagiers. 'Kijk eens daar,' wees ze Max
met haar vrije linker hand.
Max keek in de richting die hem aangewezen werd en bleef stilstaan.
'Richard en dan een flink aantal jaren ouder. Zou kunnen toch? Die man
heeft veel van hem weg.'
'Ja. Vandaar dat ik ook even stil bleef staan. Er zijn duidelijke
overeenkomsten. Zelfde kleur haar in elk geval. Dat bijzonder zwarte.'
'Kijk, we hebben hem eerder gevonden dan hij ons,' zei Jocelyn toen de
man eindelijk oog had voor de aangekomenen en hij een bordje in de
lucht stak. Hij bleef echter wel zitten. 'Zullen we dan maar?' Ze
stevenden op hem af en bij hem aangekomen verontschuldigde de man zich
meteen.
'Professor Drummond, mevrouw Harper, het spijt me geweldig dat ik even
niet goed oplette. En mijn verontschuldigingen dat ik blijf zitten. Ik
heb een klein ongelukje gehad en kan daarom niet zo lang staan.'
'Geen enkel probleem, meneer Hartman, wij hebben u gevonden en u ons.
Maar noemt u mij liever geen professor.'
'Maar ik heb u gegoogled en gezien dat u onder andere les hebt gegeven
aan de universiteiten van Los Angeles en San Francisco.'
'Dat klopt.'
'Maar Max is bescheiden. Daarnaast heeft hij nog een eredoctoraat aan de
universiteiten van Oxford, Johannesburg en Berlijn.'
'Ja, en toch heb ik liever dat ik Max genoemd wordt. En mijn onvolprezen
hulp heeft liever ook niet dat je mevrouw tegen haar zegt. Zij heet
Jocelyn. Zullen we dus maar afspreken elkaar bij de voornaam te
noemen?'
'Oké. Duidelijk. En wat mij betreft prima. Ik heet Johan maar ik luister
ook naar John. Vanwege mijn ongelukje kan ik niet autorijden en daarom
heb ik mijn zoon Charles meegenomen. Kijk, daar komt hij aan met de
krant waar ik om gevraagd had.'
Max en Jocelyn draaiden zich om en keken in de richting die Johan hen
duidde. Beiden waren ze enorm verrast. Misschien beter gezegd onthutst.
Waar ze al enige gelijkenis gemeend hadden te zien tussen Richard en
Johan was de overeenkomst met Charles Hartman niet te beschrijven.
'Alles goed? Pa? Heb ik iets van iemand aan of zo?'
'Nee ... euh nee, absoluut niet,' was het Max die zich als eerste
herstelde maar innerlijk moest hij enorm lachen. De woorden van de
jongen waren helemaal juist. Hij had iets aan van iemand. 'Dit is
Jocelyn Harper en ik ben Max Drummond,' stelde hij hen beiden voor. Er
werden handen geschud. 'En met je vader hebben we zojuist afgesproken
dat we elkaar bij de voornamen zouden noemen en wij vinden het prima
als jij dat ook doet.'
'Ik zou durven wagen om mijn vader bij zijn voornaam te noemen,' lachte
de jonge Hartman. 'Hij zou spontaan een rolberoerte krijgen.' Nogmaals
een luide lach. 'Maar als u beiden erop staat, dan doe ik dat
natuurlijk.'
Johan had zijn gasten vreemd aangekeken nadat hij hen op zijn zoon had
gewezen. Hun monden waren dan wel niet open gevallen maar het had
weinig gescheeld, vertelde zijn gevoel hem. Wat was er aan de hand?
Tijd om er nu over te praten was er niet want Charles was voortvarend
en vroeg of hij de bagage van Jocelyn zou dragen.
'Nee, dank je,' wees Jocelyn het vriendelijke aanbod af. 'Maar zou je
misschien Max willen helpen?'
'Natuurlijk. Ik dacht ... nou ja ... dat het goed was het eerst aan ...
'
'Goed gedacht, jongen,' complimenteerde Johan zijn zoon. 'Dames eerst.'
Toen Max toch zijn eigen bagage op wilde pakken was Charles sneller en
hem voor. 'Gaan jullie met me mee? We kunnen langzaam lopen hoor, want
mijn ouwe heer is niet zo snel. Hij dacht gisteravond dat hij al
beneden was maar hij moest nog twee treden. Hij wilde te snel en nu zal
hij een tijdje rustig aan moeten doen. Goed voor hem!'
'Dank je, voor je bespiegelingen, Charles!'
'Graag gedaan, Pa.' Charles grinnikte.
Max genoot van de manier waarop vader en zoon Hartman met elkaar
omgingen. Het was spontaan, plagerig maar wel op een goede en
hartelijke manier. Het was net zoals hij met zijn eigen kinderen was
omgegaan toen ze in die leeftijd waren. Ook meteen aanleiding voor hem
voor een vraag. 'Mag ik je vragen hoe oud je bent, Charles?'
'Op 6 oktober word ik 21. Hoezo?'
'Nee, gewoon interesse.'
'Heeft het te maken met Richard?'
'Ja. Wij zijn hier voor hem, nietwaar. Wij zijn hier gekomen als zijn
vertegenwoordigers.'
'Oké. Ik zal voor nu niet verder vragen, laten we gaan. De auto staat
dichtbij.'
Max en Jocelyn lieten de Hartmans voorop gaan. Eindelijk tijd om even
een blik met elkaar te wisselen zonder dat het op zou vallen. Jocelyn
vormde met haar mond een geluidloos "Wauw" en Max knikte. Het was
bijzonder. Heel bijzonder.
De rit naar het huis van de familie Hartman duurde zo'n drie kwartier.
Eerst was het langs de stad Honolululu gegaan en daarna een tijdlang
langs de kust. Een prachtig uitzicht hadden ze gehad vanuit de auto.
Charles was een goed chauffeur.
'De naam Hartman waar komt die vandaan?' vroeg Max terwijl hij tussen de
voorstoelen door iets naar voren leunde. De manier waarop je het
schreef was Nederlands, zo wist hij. De Duitse variant schreef je
namelijk met tweemaal de letter N op het eind. Maar de Nederlandse
oorsprong kon hij niet helemaal rijmen met het uiterlijk van de twee
voor in de auto en dat van Richard.
'Ga je gang, Junior,' zei Johan terwijl hij zijn zoon tegen de bovenarm
tikte.
'Hé!' klonk het verontwaardigd uit de mond van Charles.
'Sorry. Wil jij het vertellen, Charles, jij bent een tijdje terug
begonnen met een onderzoek naar de oorsprong van onze families.'
'Amateuristisch hoor, maar wel goed, zo denk ik.'
'Nu is het mijn beurt om "Hé!" te roepen,' was Johan van mening. 'Je
besteedt er heel veel van je vrije tijd aan, man! En je bent heel
secuur in alles. Neemt niet alles zomaar aan maar wil meerdere bronnen
hebben voor je iets voor zeker aanneemt.'
'Dank je, Pa. De familienaam Hartman is afkomstig van Hartman
Daniëlszoon uit Groningen in Nederland.'
Max hoorde namen voorbijkomen maar wist absoluut niet hoe hij dat zou
moeten schrijven maar het belangrijkste voor hem was dat de Nederlandse
oorsprong bevestigd werd. Even was er de neiging om ernaar te vragen
maar in de stem van Charles klonk een enorm stuk enthousiasme door en
dat wilde hij nu niet onderbreken met een vraag van zijn kant.
'Deze Hartman, het was toen dus een voornaam, ging naar de kolonie
Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Eerst werkte hij voor de
Verenigde Oost-Indische Compagnie maar later ging hij werken op een
particuliere plantage. Daar werkte hij zich op en uiteindelijk kon hij
het bedrijf overnemen. De Hartmans vermengden zich met de plaatselijke
bevolking.'
'Legaal, door huwelijken,' voegde Johan toe.
'Yep. Geen sprake van bijvrouwen of zo. Allemaal heel netjes. Een prima
uitgangspunt om een goede relatie te blijven houden met de
oorspronkelijke bewoners van het land.'
'Is het daarom, die vermenging laat ik het maar noemen, dat jullie er
niet helemaal Europees, Nederlands, uitzien?' vroeg Max om bevestiging
van dat wat hij gemeend had te zien.
'Yep.' Het antwoord van Charles was kort omdat hij even goede aandacht
moest schenken aan het verkeer dat ineens erg druk was geworden om hen
heen.
'De ogen, de geringe lichaamslengte en de haarkleur, zijn duidelijk
tekenen van onze deels Indonesische wortels,' vulde Johan aan voor
Charles. 'Die trekken lijken zich vooral voort te zetten in mannelijke
lijn. Als je een foto van mijn vader op twintigjarige leeftijd naast
een foto van mij legt op die leeftijd en ook daar nog een naast van
Charles dan zie je haast geen verschil.'
Charles lachte. 'Heel vreemd zoiets! We zouden echt een drieling kunnen
zijn. Alleen de kleren en de haardracht verschillen maar verder ...
haast niets.' Hij gaf richting aan en verliet even later de snelweg.
'De familie van zowel van Opa, de Hartmans, als die van mijn Oma, de
Coens met een C aan het begin, komen dus oorspronkelijk uit Nederland.
Van haar kant moet ik nog veel dingen onderzoeken. Er schijnt ergens de
een of andere hoge hotemetoot te zitten maar die heb ik nog niet kunnen
ontdekken.'
'Geef het tijd, Charles! Je doet zoveel dingen naast je studie!'
'Maar het is gewoon frustrerend om er niet achter te komen.'
'Ik kan je vader alleen maar gelijk geven, Charles,' merkte Jocelyn op.
'Frustratie leidt tot niets. Zorgt alleen maar voor lijden.'
Charles zocht in de achteruitkijkspiegel het gezicht van Jocelyn en
merkte dat zij ook oogcontact wilde op dat moment. Hij zag haar
knipoog. 'Dank je. Zoiets heb ik af en toe nodig. En mijn ouders en
zusje steunen me enorm. Soms helpen ze ook mee met het zoeken.'
'Prachtig,' was Max van mening. 'Een echt familieproject dus.'
'Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen hebben de families net als
vele andere al hun bezittingen verkocht en zijn ze naar Nederland
gegaan.'
'Waarom?'
'Het opkomend nationalisme was de voornaamste reden, denk ik.
Onafhankelijkheidsstrijders wilden volledig af van de band met
Nederland. Na de Japanners zouden de Nederlanders eraan moeten
geloven.'
'Maar de families hadden beiden toch banden met de lokale bevolking via
huwelijken?'
'Ja, maar vele nationalisten hadden extreme ideeën. Iemand die ging
trouwen met een Nederlander werd gezien als een landverrader.'
'Ah, jammer.'
'In Nederland hielden de families contact met elkaar. De Hartmans gingen
terug naar Groningen.'
'Is dat een stad?'
'Ja. Het ligt in het noorden van Nederland. Wennen in het nieuwe, oude
vaderland was moeilijk. Het was koud, nat en de mensen waren zo anders.
De Nederlanders hadden ook net een bezetting achter de rug en alles
moest weer opgebouwd worden. Niet dat mijn voorouders daar niet aan mee
wilden werken maar ... '
'Het wennen was erg moeilijk,' begreep Max.
'Ja. En daarom besloten een aantal families om gezamenlijk naar Amerika
te emigreren. Er waren strikte regels voor die emigratie. Niet iedereen
uit Indonesië mocht naar Amerika komen. De Hartmans en de Coens
voldeden aan die regels. Eerst woonden ze een tijdje in Maryland maar
later trokken zij en andere families naar Hawaï en daar wonen ze nu al
weer een hele tijd naar volle tevredenheid. Mijn volle tevredenheid, in
elk geval,' zo besloot Charles zijn verhaal. 'En precies op tijd
beëindigd want kijk, rechts van u ziet u Residentie Hartman.' Charles
reed naar het hek toe, drukte iets in op zijn smartphone, die hij aan
het begin van de rit in de carkit had gezet, en de toegang werd
geopend.
De auto werd geparkeerd en de voordeur van het huis ging open. Een vrouw
en een meisje kwamen naar buiten.
'Welkom!' luidde de begroeting. 'Ik vind het heel fijn dat u gekomen
bent beiden.' De vrouw was tussen de veertig en vijftig zo schatte
Jocelyn. Ze zag er mooi uit. Klein van stuk, net als haar man, zoon en
dochter. Haar trekken waren duidelijk Polynesisch. Een kind van de
eilanden? Ze stelde zich voor als Anouhea en benoemde haar dochter met
de naam Haimi. Voor Jocelyn was haar vraag beantwoord. Ze vond het
mooi klinkende namen. Naar de betekenis wilde ze niet raden. Dat was
meer iets voor Max.
'Wat doen we met de bagage?' kwam een praktische vraag van Charles.
De volwassenen keken elkaar even aan zonder een woord te zeggen.
Anouhea nam het woord en zei: 'Ik heb begrepen dat jullie een
logeeradres hebben in Honululu.' Ze zag dat er geknikt werd. 'Maar ik
heb ook begrepen dat jullie morgenvroeg weer weg zullen gaan. En daarom
zou ik willen voorstellen dat jullie hier blijven logeren. '
'Ruimte zat!' kwam Charles ertussen en haalde zonder dat er een antwoord
gegeven was alvast de koffers uit de laadruimte van de auto.
'Het is gewoon handiger,' ging zijn moeder verder. 'We hebben dan alle
tijd om goed met elkaar te praten. Daar zijn jullie tenslotte voor
gekomen.'
'Ja, maar ... we willen jullie niet tot last zijn,' verweerde Max zich.
'Ha, mijn moeder vind het alleen maar leuk dat ze voor een groot gezin
kan koken en zorgen,' liet Charles zich horen terwijl hij al met de
koffers naar de voordeur liep.
'Ben ik gewend inderdaad. Niet hier hoor maar thuis vroeger wel.'
Even overlegden Max en Jocelyn zonder een woord te zeggen en toen zei
zij dat het goed was, dat ze graag gebruik maakten van de geboden
mogelijkheid.
'Euhh ... ' begon Max te stamelen. 'Is het goed dat ik even mijn benen
strek? Van al dat zitten begin ik wat stram te worden.
Geen enkel probleem,' zei Anouhea, 'het eten is nog niet helemaal klaar.
Charles en Haimi willen best even met u beiden rondlopen over het
terrein. Toch?"
Haimi knikte en toen haar broer het huis weer uitkwam, zei ze hem wat de
bedoeling was.
Gevieren liepen ze van het huis weg in de richting van de zee. Daar
aangekomen en lopend langs het strand vroeg Charles of ze het mooi
vonden.
'Prachtig,' zei Jocelyn, 'bijna of ik thuis ben.'
'Woon je ook aan zee?' vroeg Charles.
'Ja. Monterey ligt aan zee. Max woont aan de zuidkant van de stad en ik
meer in het noorden. Ik heb een huis direct aan zee en Max heeft vanuit
zijn tuin een prachtig uitzicht over de Grote Oceaan.'
'Voor ons voelt het zo gewoon. Het strand en de zee,' verduidelijkte
Haimi. 'We hebben het altijd gekend. Toch? Charles?'
'Ja. Tante Vicky heeft het huis gekocht. Met feestdagen waren we altijd
met de hele familie hier. En wij twee waren er ook vaak in de
weekenden.'
'Hoe was Vicky voor jullie?' probeerde Jocelyn te beginnen aan de
opdracht waarvoor ze hier naar toe waren gekomen.
Broer en zus Hartman keken elkaar even aan en het was Haimi die het
woord nam. 'Tante Vicky was ... geweldig. Wij kunnen jullie alleen maar
vertellen hoe ze was in onze ogen. Hoe ze op ons overkwam. Meer niet.'
'Dat is duidelijk. En ook genoeg. Jullie ouders, jullie grootouders
zullen wellicht een ander beeld hebben en met al die beelden samen
kunnen Max en ik voor Richard proberen iets van een totaalbeeld te
maken.'
'Het lijkt alsof je voorzichtig bent,' concludeerde Haimi.
'Dat ben ik ook. We kunnen plaatjes naast elkaar leggen maar ... nooit
een volledige beeld krijgen.'
'Waarom niet?' voor Charles was het niet helemaal duidelijk.
'Omdat we Tante Vicky er zelf niet naar kunnen vragen, Charles. In
principe is zij de enige die het antwoord op alle vragen die mogelijk
gesteld worden kan geven. Alleen zij.'
'Yep. Helemaal waar.'
'Tante Vicky was een echte tante. Iemand die tijd voor ons had. Geen
kwaad woord over onze ouders. Zij zijn ook geweldig maar ... wij beiden
hadden toch wel vaak het gevoel dat ze het eigenlijk veel te druk
hadden om ons alle aandacht te geven. Als kind begrepen we dat niet
echt goed. Nu beter. Maar toch ... als we bij Tante Vicky waren dat was
die aandacht er wel.'
'En zo was dat ook bij Opa en Oma,' gaf Charles een aanvulling.
'Ja, alle aandacht voor ons en als kind heb je dat nodig.'
'Nu niet meer?' vroeg Max.
'Voor mij wel,' bekende Haimi ruiterlijk. 'Ik blijf nog steeds iemand
die veel aandacht wil. En als het niet spontaan komt, dan trek ik die
aandacht wel naar me toe. Is dat erg?'
Jocelyn gaf aan dat het belangrijk was dat ze zich gedroeg zoals ze was.
Een ander willen zijn dan je bent, was volgens haar niet goed. Zou
alleen maar tot frustratie leiden. 'Maar betekent het ook dat je druk
bent?'
'Yep. Heel druk soms. Te druk soms.'
'In je doen en laten of ook in je hoofd?'
'Op alle fronten. En vooral dat laatste is wel eens vervelend.' Het
gesprek bleek ze ineens ook vervelend te vinden want ze zette ineens de
spotlights op haar broer. 'Charles is niet zo. Hij is anders. Veel meer
op zichzelf. Toch? Broer?'
'Ja. Ik ben anders. Ik hoef al die drukte niet.'
'Jij hebt meer rust nodig,' concludeerde Max.
'Herkent u dat in Richard?'
Ineens werd er een connectie gelegd door Charles en dat vonden Max en
Jocelyn niet erg. En daarom werd er ook door Max open en oprecht
geantwoord. 'Ja. Ik herken dat bij Richard. Hij kan heel sociaal zijn.
Maar af en toe trekt hij zich terug. Dan zie ik hem in de tuin zitten
op het bankje met uitzicht op de oceaan en dan weten mijn vrouw en ik
dat we hem met rust moeten laten.'
'Wat doet hij daar dan?' kwam de vraag van Charles.
'Denken. Richard heeft het in zijn leven niet gemakkelijk gehad. Hij
heeft moeten leren dat van zich af praten heel belangrijk is maar soms
... soms zoekt hij de rust en de stilte op.'
'Ik ook.' Charles viel stil.
'Hij mediteert,' lichtte Haimi toe, 'en dan zit hij een hele tijd stil
en niets te doen. Ik zou er knettergek van worden.'
'Ik niet, plagerige zus! Het geeft mij rust in het hoofd.'
'Is er een reden waarom jij voor meditatie hebt gekozen?' vroeg Jocelyn
benieuwd als ze was vanuit haar professie. Een antwoord kwam er echter
niet want op dat moment gaven de telefoons van de Hartmans
tegelijkertijd aan dat er een berichtje binnen was gekomen.
Toen Haimi zag dat Charles niet reageerde op het signaal bekeek zij het
bericht en kondigde vervolgens aan: 'Ma geeft aan dat het eten bijna
klaar is en vraagt of we terug komen.'
'Doen we,' zei Max. 'Ik ben wel toe aan wat eten.'
'Kijk,' zei Charles toen ze terug begonnen te lopen, 'daar kun je net
het dak van het huis van onze opa en oma zien.'
'Wonen ze hier op het terrein?'
'Ja. Handig toch?'
'Zeker. Hoe oud zijn ze?'
'Opa is 73 en Oma 71. Net zo oud als jij ongeveer?' kwam Haimi met een
mededeling en daaraan gekoppeld een vraag.
Max gaf aan dat hij 70 was en in elk geval van dezelfde generatie dus.
'Zeven jaar geleden kwamen we in een heel vervelende periode terecht,'
begon Charles te vertellen zonder dat ze naar iets gevraagd hadden. Bij
Opa werd een hersentumor geconstateerd. Een operatie was erg gevaarlijk
en toch ...toch koos hij daarvoor. Hij wilde blijven leven! Niets doen
zou leiden tot zijn dood en daarom liet hij zich toch opereren. Hij
overleefde het maar ...,' Charles viel stil. Het was duidelijk te zien
dat hij iets weg moest slikken. Toen hij zich hersteld had, ging hij
verder met: 'Sinds de operatie kan hij slecht lopen en helemaal niet
meer praten.'
'Ach ... wat vreselijk!'
'Ja. Ik moet er niet aan denken niet te kunnen praten,' verzuchtte Max.
'Maar Opa heeft nog heel veel te vertellen hoor!' gaf Haimi weer. 'Als
je bij hem bent schrijft hij constant zijn tablet vol! Altijd heeft hij
wel iets dat hij kwijt moet aan je en dat is gewoon prachtig! Hij is zo
... zo positief! Altijd! '
Jocelyn kreeg het idee dat Haimi veel weg had van haar opa. Zo schatte
ze het meisje in elk geval in. Druk en positief. Charles leek haar
anders toe. Meer nadenkend. Terughoudend? Bang voor de wereld
misschien? Ze vroeg zich af wat daarvoor de aanleiding zou kunnen zijn
geweest.
De broccoli met aardappelen en een karbonade smaakten prima, vond Max.
Het gesprek tijdens het eten ging in eerste instantie over de dingen
die de Hartmans die dag hadden gedaan. Een goede zaak. Thuis hadden
Edith en hij dat ook altijd gedaan met de kinderen. De etenstafel was
de plaats waar iedereen zijn verhaal kwijt kon. Dat de maaltijd
daardoor soms heel lang uitliep was in de regel nooit een probleem
geweest.
'Maar jullie zijn gekomen om dingen te weten te komen over Vicky,' zo
ging Johan verder toen bleek dat de dagelijkse wetenswaardigheden waren
gespuid.
'Ja,' nam Jocelyn het woord. 'Richard heeft de nodige vragen. En
mogelijk kunnen Max en ik daar na vandaag en morgen antwoorden op
geven.'
'Maar we weten nog niet eens zeker of Richard familie van ons is,'
merkte Anouhea op.
'Daarin heb je gelijk,' gaf Jocelyn aan. 'We hebben bericht gekregen dat
de DNA-monsters zijn aangekomen en eigenlijk zouden we daarop moeten
wachten.'
'Je klinkt vaag,' kwam er een licht verwijt met een brede glimlach.
'Omdat ik een ander voorstel heb. Ik denk ... klinkt ook weer vaag, ik
weet het. Laat ik het anders zeggen. Ik ben overtuigd van mijn eigen
waarnemingen. Is het goed dat ik mijn tablet even pak?'
'Natuurlijk.'
Jocelyn liep naar haar tas die bij de bank stond en haalde er haar
tablet uit.
'Wat voor merk is het,' vroeg Charles omdat hij geïnteresseerd was in
computers en dergelijke.
'Een Samsung. Ik wilde eigenlijk een Apple maar mijn vriendin heeft dat
tegengehouden. Teveel geld voor een mooi apparaat, was haar mening.'
'Mee eens,' vond Johan.
'Maar een Apple is wel prachtig!'
'Ja. Vond ik ook maar Joëlle heeft bij ons thuis het vetorecht op het
gebied van de financiën omdat ik er niet altijd even goed mee omga.'
'Wel knap dat je dat zelf zo duurt te vertellen,' vond Haimi.
'Ik ken mezelf.'
'Ze is psycholoog, dat weet je toch? Oeps!'
Jocelyn schoot in de lach. 'Jullie hebben mij dus ook gegoogled. Zou ik
ook gedaan hebben hoor. Komen er ineens twee mensen op bezoek met een
vaag verhaal dat er mogelijke een familierelatie is met iemand die zij
kennen en ja ... dan zou ik ook alles wat er te vinden is willen weten
over die twee.'
'Ahum ... ja, zo is het wel gegaan,' sprak Johan. 'We wilden een stukje
zekerheid. Ondanks alle onzekerheid waar we eerder al over spraken.'
'Als ons gevoel, want ik durf ook te spreken voor Max, goed is. Dan ...
nou ja ... ik wil graag dat jullie naar een foto kijken. Als jullie
even bij elkaar gaan zitten of staan dan leg ik het apparaat op tafel
neer en dan laat ik het jullie zien.' Ze wist dat het niet de meest
subtiele manier van doen was maar ... het zou wel duidelijkheid
verschaffen.
Haimi en Charles stonden op van tafel en gingen achter hun ouders staan
die naast elkaar zaten.
'Klaar?' Jocelyn zag de gezinsleden allen knikken en streek met haar
wijsvinger over het scherm. Er verscheen een foto en meteen richtte
Jocelyn haar blik op de Hartmans. Ze zag verwondering, verbazing,
onthutsing net zoals zij en Max hadden doorgemaakt op het vliegveld.
'Maa... maa... dat ben ik!' riep Charles paniekerig uit. 'Hoe ... hoe
kom je aan een foto van mij?'
'Deze foto heb ik de afgelopen week gemaakt in Monterey in de tuin van
Edith en Max. Het is een foto van Richard en op de achtergrond zie je
de oceaan. En ja ... de gelijkenis tussen jou, Charles, en Richard is
ontzettend groot. Toen wij jou zagen op het vliegveld was die verbazing
er bij ons ook.'
Johan glimlachte. Had hij het toch goed gezien. Niet geweten waar het om
ging maar toch die vreemde blik op het gezicht van de twee opgemerkt.
'En ... heel mooi eigenlijk. Je vroeg of jij iets van de een of ander
aan had wellicht. En ja ... niet van ons maar ... Richard heeft precies
hetzelfde T-shirt als jij.'
'Echt?' vroeg Haimi nog steeds enorm verbaasd.
Jocelyn knikte. 'De schok kan groot zijn bij jullie allemaal. Ga
alsjeblieft weer zitten.' Ze zag de jongeren hun plaats weer innemen.
'Dank je. Sorry voor de schok die ik veroorzaakt heb. Maar ... het was
volgens mij ... '
'Het is een schok, maar wel een heel bijzondere. Het doet me pijn,'
verbeet Anouhea haar tranen. 'Zoveel gelijkenis met Charles ... dan
moet hij wel familie zijn. Het kan gewoon niet anders. Toch? Johan? Zeg
nou iets!'
Johan sloeg een arm om zijn vrouw heen en trok haar tegen zich aan. 'Ik
... hoef niet te wachten op dat DNA-onderzoek. De familietrekken, ik
heb het geloof ik al gezegd, worden bij de Hartmans in de mannelijke
lijn altijd heel sterk doorgegeven. Charles lijkt op mij, ik lijk op
mijn vader, hij op zijn vader en ... Richard lijkt sprekend op Charles.
Het ... is werkelijk ... te ... nou ja ... Duidelijk.'
'Wat is je favoriete kleur Charles?' vroeg Max zelf wel een idee hebbend
wat het antwoord zou zijn.
'Groen,' antwoordde Haimi voor haar broer, 'open zijn klerenkast en je
denkt dat je de jungle binnenstapt. Heel veel soorten groen voeren de
boventoon. Hij heeft wel wat andere kleuren hangen maar ... groen is
favoriet. Bij Richard ook?'
Max knikte.
'Maar ...' verzuchtte Anouhea, 'kun je die foto op je tablet inzoomen op
zijn ogen?'
'Ik heb een betere,' gaf Jocelyn als antwoord en zocht de foto die ze
bedoelde. Ze legde het apparaat op tafel voor Anouhea neer en zag dat
ze hem goed bekeek.
Het was duidelijk. Ze stond op van tafel, liep naar de woonkamer en kwam
terug met een foto in een lijst die ze naast de tablet neerlegde. 'Kijk
naar de ogen,' kwam haar verzoek.
Max keek naar een portretfoto van Vicky en wist dat Jocelyn met hem mee
keek. Als je goed keek, waren er gelijkenissen. Maar ... niet zo
frappant als de overeenkomsten die er waren met Johan en Charles. Op de
vraag van Anouhea richtte hij zich nu op de ogen van Richard en Vicky
die wat kleur betreft van elkaar afweken. Daarna keek hij vervolgens
eerst in de kijkers van Johan en daarna in die van zijn zoon. Johan had
dezelfde kleur ogen als Vicky: donkerbruin. Maar de ogen van Charles en
Richard hadden dezelfde kleur: groen, donker groen. 'En die kleur komt
dus uit het voorgeslacht?'
'Ja, het is de kleur die mijn vaders ogen ook hebben.'
'Euhhh ... zullen we het toetje overslaan, aan de koffie gaan en verder
praten met elkaar? Want er is vast nog heel veel meer te vertellen over
Richard en de Hartmans,' stelde Anouhea een wijziging van de vaste gang
van zaken voor.
'Echt niet!'
'Nee,' viel Charles zijn zusje bij. 'Eerst het toetje en dan pas van
tafel.'
Tot de volgende keer...
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal
geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, juni 2017 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie,
microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Dit is deel 29 van totaal 32 delen. | ||
vorig deel | toon alle delen | volgend deel |
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Hot Erotic Stories |