hoofd menu | straight categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
BLANCO deel 3 - hoofdstuk 02 (mm:overige, 4404 words) [2/12] Toon alle delen | |||
Auteur: Lucky Eye | Toegevoegd: Jan 31 2013 | Kijkers/Lezers: 3849/3025 [79%] | Waardering (deel): 4.50 (2 stemmen) |
Vervolg |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
"Dus... nog geen ontmoeting met Jasper," zegt Martin als Marion haar
telefoon wegstopt.
"Nee, nog niet. Er is veel meer mis dan ik wist," zegt ze en begint te
huilen.
Martin trekt haar tegen zich aan en streelt haar schouders en rug.
"Ik had het je allemaal moeten vertellen, schat, maar... "
"Je hebt ervoor gekozen het niet te doen, Marion, en dat is goed. Als je
een keuze gemaakt hebt, moet je daar achter blijven staan. Toch?"
"Ja, maar... ik heb je dingen onthouden. Anderen ook."
"Mij niet echt, schat. Ik ken je toch. Ik wist al heel lang dat Jasper
er door heen zou komen. Ik heb dan wel geen paranormale gaven, zoals
Maarten en jij, maar... ik ken je wel heel erg goed. Toen ik je zag,
nadat je met Maarten had gepraat op die donderdagochtend, wist ik dat
het goed zou komen. Er was een bepaalde... twinkeling in je ogen. En
toen je iets zag dat niet zo goed was, merkte ik dat ook. Dat was bij
die vervanger van dokter Van Haastrecht, nietwaar?"
Marion knikt.
"Natuurlijk weet ik niet wat het is maar, ik wist wel dat er iets was.
Bovendien heb je er vanaf dat moment een rimpel bijgekregen."
"Je doet mal, Martin Verhulst!"
"Echt niet! Hier," en hij wijst met zijn vinger een lijn aan in haar
voorhoofd. "Die was er voor dat moment nog niet."
"Maar nu is er nog meer, Martin."
"Ja, dat heb ik door. Wist Maarten het ook?"
Marion schudt het hoofd. "Nee, dit keer niet. Dit keer was er ook geen
verbinding tussen hem en mij, zoals er toen bij dokter Coomen wel was.
Maar toch, wilde ik het zeker weten. Vandaar dat ik hem moest bellen."
"Natuurlijk. Logisch, schat. Je bent bezorgd om hem."
"Ja, er gebeurt zoveel met hem op dit moment en hij is nog zo... zo
jong... zo gevoelig ook."
"Ja. Maar ook heel sterk."
"Dat ook. Wil je weten wat er is met Jasper of... of wacht je op dat wat
Gerald ons straks vertelt." Hierover moet Martin even nadenken maar die
tijd geeft Marion hem niet als ze opstaat en zegt: "Het spijt me maar
wat je ook kiest, ik vind wel dat Pieter het moet weten. Hij moet
hierop voorbereid zijn en ik... ik kan hem dat bieden." Resoluut loopt
ze terug naar de wachtkamer in de gang, gevolgd door haar man.
Astrid zit voor Pieter op de grond en praat op gedempte toon met hem.
Marion gaat op haar plaats rechts van hem zitten en pakt zijn hand beet.
"Pieter, er is iets dat je moet weten. Je weet van mijn gaven. Jasper
heeft je er over verteld, nietwaar"
Pieter knikt.
"Er zijn tegenslagen. Ik heb eerder al dingen gevoeld en zo-even was
zoiets er opnieuw." En dan vertelt ze hem alles wat ze in de afgelopen
weken gevoeld heeft met betrekking tot haar oudste kind en ook dat wat
Maarten gezien heeft.
Pieter luistert gespannen toe. De gespannenheid slaat om in
verslagenheid als ze vertelt wat ze zojuist gevoeld heeft. "Verdomme,"
vloekt hij hardop. "Dat is vreselijk!"
Niemand reageert.
"Toch?"
"Ja, dit is vreselijk, Pieter," reageert dan zijn zus als eerste. "Maar
richt je niet alleen op de negatieve gedeelten van dat wat er gevoeld
en gezien is. Maarten heeft ook iets heels moois gezien. Nietwaar?"
"Ja," zegt Marion. "Dat beeld in de tuin, daaraan moeten we vasthouden.
Tenminste, dat doe ik. Ik weet dat het vreselijk is. De tranen branden
mij achter de ogen op dit moment maar ik weet ook dat het goed gaat
komen met Jasper. Dat Jasper zijn kracht om tegenslagen te overwinnen
niet verloren heeft."
"Maar hij zal dit toch vreselijk vinden?"
"Ja. Hij zal het er heel erg moeilijk mee hebben. Er tegen vechten maar
op een gegeven moment ook merken dat het vechten ertegen hem geen stap
verder brengt. Dat het hem sloopt. En dan... dan komt er inzicht."
"Een accepteren dat hij zijn geheugen kwijt is? Voor zoete koek slikken
dat je niet lopen kunt? Hoe kun je zoiets verdomme accepteren! Hoe kun
je daarmee leven!"
"Het kan, broertje," verklaart Astrid met grote stelligheid. "Als iemand
tot het besef komt dat vechten niet helpt, kan dat inzicht komen. Ik
ken Jasper heel erg goed. Heb net zoals zijn ouders gezien hoe hij in
een eerdere, hopeloos lijkende situatie er toch doorheen kwam. Door te
accepteren." Astrid merkt dat Pieter ondanks haar woorden nog steeds
niet overtuigd is.
"We moeten praten," horen ze dan ineens. Ze kijken op en zien de
ernstige blik in de ogen van Gerald van Haastrecht die voor hen
ongemerkt binnen is gekomen.
Het gezicht van Pieter spreekt echter boekdelen. Zijn ogen staan droef
en ze lijken zich diep in die van de arts te boren. "Zeg me dat het
niet waar is," smeekt hij dan.
Van Haastrecht gaat zitten. "Ik begrijp hieruit," zo begint hij heel
voorzichtig te formuleren, "dat er zich hier al bepaalde zaken hebben
afgespeeld. Dat jullie al het een en ander weten." luidt zijn
conclusie.
Marion knikt.
"Heb jij dingen opgepikt?"
Opnieuw knikt Marion. Praten doet ze echter niet. Kan ze even niet. Haar
keel is toegeknepen en angst en verdriet slaan nu toch nog toe. Ze
kijkt naar Astrid.
Astrid interpreteert de op haar geworpen blik als een woordeloze
smeekbede. Ze voelt gewoon dat Marion wil dat zij voor haar praat. En
als Astrid dan begint te praten, ziet ze de opluchting op Marions
gezicht. Ze vertelt Gerald alles wat Marion haar en Pieter zo-even
heeft verteld en waarvan zij al het nodige wist. Als ze uitgepraat is,
reageert Van Haastrecht meteen.
"Het spijt me maar alles wat je voorvoeld hebt, is waar. Ik kan het niet
anders zeggen. Jasper is wakker geworden maar weet niet wie hij zelf
is. Zal niet weten wie jullie zijn. Mijn twee verpleegkundigen en ik
zijn de enige personen die hij kent op dit moment. Een bepaald gedeelte
van zijn geheugen is niet bereikbaar."
"De oorzaak?" vraagt Astrid meteen om het gesprek niet te laten
vastlopen in stilte.
"Naar alle waarschijnlijkheid, maar laat ik voorzichtig zijn in mijn
uitspraken, toch iets van een hersenletsel. Gezien alles wat er met hem
gebeurd is, kan ik me daarbij iets voorstellen. De definitieve diagnose
moet ik overlaten aan collega's."
"Kan het niet zijn dat het het gevolg is van de medicijnen waarmee
jullie hem in slaap hebben gehouden?" doet Astrid een suggestie.
"Kan zijn... " verder komt Gerald niet.
"Je zegt het op een manier alsof je dat niet gelooft," vist Astrid naar
een nader, een duidelijker antwoord.
"Het kan zijn maar... ja... ik geloof het niet. Jasper was er gewoon
helemaal. Als het aan de medicijnen zou liggen had ik een verward
iemand ontmoet en dat heb ik dus niet. Hij was helder. Absoluut niet
wazig. Ik heb gezien hoe hij probeerde te glimlachen. Iets wat hem veel
moeite kost vanwege de pijn in zijn gezicht, en... soms was hij
cynisch. Vocht hij met dat wat hij van mij te horen kreeg en zelf
ontdekt had. Iemand die slaperig en suf is van de medicijnen reageert
niet zo, volgens mij. Die is er gewoon niet helemaal bij en dat was
Jasper juist wel. Ik heb hem in dat korte tijdsbestek leren kennen,
zoals jullie hem mij omschreven hebben steeds. Iemand die helemaal in
het hier en nu is. Natuurlijk was hij eerst slaperig. Kon hij amper
wakker worden en hebben we wat moeten duwen en trekken en tegen hem
praten maar toen hij er eenmaal was... was hij er ook volledig.
Helemaal aanwezig. Niets suffigheid, niets slaperigheid. Wel moe
natuurlijk. Maar helder. En daarom... daarom heb ik niet het idee dat
medicijnen de oorzaak zijn van dit geheugenprobleem."
"Dank je voor je uitleg. Je zult begrijpen dat ik maar wat zit te
vissen. Ik ben geen deskundige. Ik probeer gewoon een antwoord te
krijgen. Mag ik nog een vraag stellen?"
Gerald glimlacht en knikt vervolgens.
Astrid vraagt hem of het gedeelte van Jaspers geheugen dat hij niet
bereiken kan, wel aanwezig is.
"Moeilijk aan te geven, vandaar dat ik voorzichtig blijf. Het is een
fifty-fifty situatie. Het is er wel of het is er niet meer. Is het er
wel, dan is het niet te bereiken op dit moment. Ik kies ervoor om
voorlopig daarvan uit te gaan, tot de specialisten hun oordeel geveld
hebben en dat kan nog wel even duren omdat Jasper nog maar heel weinig
kan hebben. Uitgebreide onderzoeken laat ik nog niet toe. Hij heeft
vooral heel veel rust nodig. Dat wat specialisten op mijn verzoek
vandaag eventueel gaan doen, zal summier moeten zijn." Even is het stil
maar als niemand iets vraagt, gaat Gerald verder. "Jasper wilde weten
wat er met hem gebeurd is. Mijn voorstel, om dat door jullie te laten
vertellen, wees hij heel resoluut van de hand. Hij wilde het per se
meteen weten. Hij was geschokt. Zeker toen ik hem vertelde dat we hem
maar amper in leven konden houden die eerste uren. Daarna was er ook
een soort van rust. Totdat wij hem zijn verwondingen lieten zien en hij
merkte dat hij zijn tenen niet kon bewegen. Hij gaf wel de opdracht
maar... er gebeurde niets."
Pieter begint te huilen.
Martin houdt het ook niet langer droog.
Marion heeft haar gezicht in haar handen verborgen. Haar hoofd hangt
voorover en haar lange blonde haren bedekken als een sluier haar
gezicht. Ondanks dat ze dit laatste al wist, komt het toch aan als een
heftige mokerslag.
Astrid haalt tissues uit haar tas te voorschijn om de eerste zelf te
gebruiken en andere uit te delen.
"Het spijt me echt heel erg dat ik jullie dit, wat jullie al weten, moet
bevestigen. Ik had het zo graag anders gezien en echt... het is
allemaal totaal onverwacht. Niets wees erop dat dit zo zou zijn. De
MRI-scan liet niets zien wat dit betreft. Ik bedoel het niet kunnen
gebruiken van zijn benen."
"Wat is daarvan de oorzaak dan?"
"Mijn eerste gok, Astrid, maar meer is het ook nu niet, is dat het een
probleem is met het centrale zenuwstelsel. In niet vaktechnische taal,
de opdracht die gegeven wordt door de hersenen om iets te bewegen, komt
niet aan op de juiste plaats."
"Is dit tijdelijk?" vraagt Martin.
"Zowel het niet kunnen bereiken van een gedeelte van zijn geheugen als
het niet kunnen bewegen van zijn onderbenen kan tijdelijk zijn. Ik heb
patiënten gehad bij wie zoiets zich volledig herstelde. Maar... ook
gedeeltelijk herstelde of helemaal niet. Maar alsjeblieft, ga niet
zitten wanhopen met elkaar. Jullie hebben het grote voordeel dat Marion
en Maarten weten dat er ook weer betere tijden komen. Dat... nou ja...
shit... verdomme... sorry." Er valt een stilte. Gerald weet even niet
hoe hij verder moet maar tegelijkertijd ook dat hij verder zal moeten.
Hij biedt opnieuw zijn excuses aan voor de krachttermen die hij
gebruikte. Een warme glimlach komt om zijn lippen als Astrid dan ineens
als de psycholoog Astrid Tuinstra tot hem spreekt en hem zegt dat een
verontschuldiging niet nodig is. Dat het juist heel erg goed is dat hij
zich even heeft laten gaan. Dat het ook voor hem ellendig moet zijn,
deze tegenslagen. "Dank je voor het begrip. Jullie allemaal. En dan...
dan is er nog iets dat Jasper opgevallen is." Gerald gebruikt dezelfde
woorden die Jasper gebruikte om aan te geven dat hij niet helemaal goed
ziet. Met de mededeling dat een oogarts zo snel mogelijk een onderzoek
zal instellen hoopt hij klaar te zijn. Om hem heen ziet hij drie
uiterst droevige gezichten. En logisch. Hij heeft alleen maar slecht
nieuws bevestigd en er zojuist nog iets aan toegevoegd ook. De enige
die overeind lijkt te blijven is Astrid. Hij weet echter heel erg goed
dat ook zij het er moeilijk mee moet hebben, maar dat zij steun en
toeverlaat van de anderen is en zich nu niet zal laten kennen. De rots
zal blijven waar de anderen op steunen en vertrouwen.
"Heb je een idee?" vraagt ze met zachte stem.
"Beter is het om af te wachten, lijkt me," probeert Gerald de klip die
hij aan ziet komen te omzeilen.
"Maar je weet toch wel iets," probeert dan Pieter.
Gerald slaakt een diepe zucht. Omzeilen is niet meer mogelijk. En ook
bij deze mensen weet hij dat ze alleen maar de waarheid willen horen.
"Mijn eerste vermoeden is gebaseerd op de woorden die Jasper gebruikte
om te omschrijven wat hij zag. Maar nogmaals, wacht alsjeblieft op de
definitieve diagnose van de oogarts. Zelf denk ik aan staar." Iedereen
kijkt hem verbaasd aan. "In de meeste gevallen is staar, cataract, een
leeftijdsverschijnsel maar het kan ook het gevolg zijn van een ongeluk
waarbij de ooglens beschadigd raakt. In Jaspers geval is er flink
geweld uitgeoefend op zijn gezicht, zijn ogen. En daarbij zou de lens
beschadigd kunnen zijn."
"Maar zoiets kan toch wel hersteld worden, hè?"
"Ja, Pieter. Staar kan in de regel heel goed hersteld worden. Het is op
zich een kleine, poliklinische ingreep en mocht het zo zijn dat de
oogarts mijn vermoeden bevestigd, dan zal mijn voorstel zijn om het zo
snel mogelijk te herstellen. Oog voor oog met een tussenpoos van
ongeveer vier weken." Het blijft stil na zijn laatste mededeling.
Gerald neemt de tijd om even op adem te komen en gaat dan verder. "Op
dit moment is Jasper helemaal af. Het is moeilijk voor hem geweest en
hij moet dingen zien te verwerken. Vandaar ook dat ik jullie dit
allemaal vertel en niet hijzelf. Het was zijn keus dat ik het zou doen.
Aan het eind van ons gesprek heb ik hem erop gewezen dat het allemaal
ook heel anders had kunnen aflopen. Moet ik verder gaan?"
"Nee, doe maar niet," is het Martin die meteen iets laat horen. "Ik
begrijp heel goed dat hij dood had kunnen zijn. Dood had kunnen gaan
langs de kant van de weg of terwijl jullie met hem bezig waren. En
ja... dan mogen we heel blij zijn dat hij er gewoon nog is."
"Ja. En dat zeg ik niet om te bagatelliseren wat er aan de hand is. Het
zal moeilijk voor hem zijn. Heel moeilijk voor hem worden nog...
maar... hij is er nog. Hij is hier doorheen gekomen en... als dit
gelukt is... dan kan er meer lukken. Daarvan ben ik overtuigd." Lang
blijft het stil. Iedereen is bezig mijn zijn of haar eigen gedachten.
Als de arts dan vertelt dat Jasper voorlopig nog even geen bezoek mag
hebben en dat hun hereniging dus uitgesteld moet worden, springt Pieter
meteen in de benen.
"Maar... "
"Ja, Pieter, ik weet wat ik gezegd heb maar het kan nu gewoon nog niet.
Je zult nog wat geduld moeten hebben. Ga weer zitten alsjeblieft."
Pieter doet wat hem gezegd wordt.
"Jasper wordt nu gewassen en ze vervangen zijn verband. Hij was al
doodmoe toen ik bij hem wegging en hij valt tijdens het wassen geheid
in slaap. Bezoek is gewoon te veel nog. Dat komt. Kom vanmiddag tegen
een uur of vier, half vijf terug. Dan heeft hij een aantal uurtjes
gezonde slaap achter de rug en is hij voor even weer sterk genoeg om
jullie te ontmoeten."
"Is er iets wat we kunnen doen?" vraagt Marion. "Op het gebied van zijn
geheugen, bedoel ik," licht ze haar vraag toe.
"Ja, jullie rol mag niet een passieve zijn," houdt Van Haastrecht hen
voor. "Jullie kunnen van alles doen. Praat met hem. Haal herinneringen
met hem op."
Hardop vraagt Martin zich af of dat niet vreselijk confronterend is.
"Natuurlijk is het dat," reageert Astrid, "maar daarom nog geen reden om
het niet te doen. Jasper zal op dit moment moeten accepteren dat er op
een bepaald gebied even geen geheugen is."
"Helemaal gelijk," gaat Gerald verder op het door Astrid ingeslagen pad.
"Jullie kunnen met elkaar de leegtes in zijn geheugen invullen. Je
geeft hem daarmee in elk geval een stukje terug van wat hij niet kan
bereiken of kwijt is. Zet een digitaal fotolijstje gevuld met allerlei
foto's op zijn nachtkastje, bijvoorbeeld. Zodra hij weer wat sterker
is, zal hij nieuwsgierig genoeg zijn om die te bekijken. Elke foto kan
dan een verhaal van jullie uitlokken."
"Ja, laten we dat doen," zegt Astrid. "Niet alleen afwachten. Ook doen.
Ik vind het voorstel van Gerald een goede. Zo kunnen we in elk geval
actief blijven. Wat vinden jullie?"
"Ik weet het niet," zucht Pieter. "Ik vind het gewoon heel erg
moeilijk."
"Waarom?"
Pieter geeft aan dat het heel erg persoonlijk is.
Marion pakt Pieters hand beet en richt zich tot hem. "De laatste dagen
hebben we heel veel persoonlijke dingen gedeeld met elkaar, wij vieren,
soms met z'n tweeën, dus als het kan, deel dit dan ook met ons
alsjeblieft."
Pieter kijkt Marion aan en laat zijn ogen heel lang op die van haar
rusten. Hij voelt dat zij allang weet wat hij wil gaan zeggen. En toch,
toch wil ze het breder hebben dan tussen hun twee. Eventjes twijfelt
hij dan nog, maar dan begint hij toch te praten. Hij vertelt over zijn
twijfel. Twijfels. Dat het heel lang geduurd heeft voordat er eindelijk
iemand was die helemaal bij hem paste. Voordat hij eindelijk zijn
geliefde gevonden had. Dat hij in het begin niet had kunnen geloven dat
Jasper er voor hem wilde zijn. Er waren zoveel verschillen en vooral
die in leeftijd had hij moeilijk gevonden. Jasper totaal niet. En nu...
nu vraagt hij zich af of hij opnieuw Jaspers liefde zal kunnen winnen.
Als ze zeker weet dat hij uitgepraat is, bedankt Marion hem. "Echt heel
persoonlijk maar ook heel mooi," zegt ze. "Diep. Heel erg diep. Lief.
Vertederend. Maar vooral niet onmogelijk. Je hebt je brief. Daarin
heeft Jasper verwoord wat hij voor je voelt."
"Maar hij weet het niet meer! Weet niet dat hij verliefd op me geworden
is!"
"Maar het staat zwart op wit," verzekert zijn zus hem.
"Dat is wat anders dan dat het gevoel er ook is," werpt Pieter tegen.
"Mee eens," concludeert Gerald, "maar niet onmogelijk dat het gevoel
terug kan komen. Toch? Neem het me niet kwalijk maar ik probeer vooral
positief te blijven. Jasper kan gevoelens opdoen door wat jullie hem
vertellen. Door wat jullie hem laten zien." Als hij even stil valt, is
het duidelijk dat hij naarstig op zoek is naar een voorbeeld. "Als
jullie," en hij wijst naar Marion en Martin, "hem bijvoorbeeld foto's
laten zien van familievakanties, verjaardagsfeestjes, pakjesavond, noem
maar op. Dan kan er bij hem het gevoel gaan leven dat jullie een heel
warm, gezellig gezin zijn. Toch?" Het laatste, vragende woord is
gericht aan Astrid. Zij is tenslotte de kenner van de psyche bij
uitstek.
"Ja. Helemaal mee eens. En zo kan het ook werken met de brief die Jasper
aan jou schreef, Pieter. We moeten ons goed realiseren dat het verleden
voor Jasper niet telt op dit moment. Het is er niet. Wij gaan erover
vertellen. Laten hem beelden zien en vertellen onze verhalen zodat hij
zichzelf beelden zal kunnen gaan vormen. Dat alles in de hoop dat zijn
geheugen eventueel terugkomt."
Marion, Martin en Gerald knikken.
"Maar," gaat Astrid verder, "veel belangrijker is dat we hem het heden
laten zien. Dat we laten zien dat we om hem geven. Dat we van hem
houden. Dat we een band met hem hebben. En dat dat iets is, dat niet op
geheugen gebaseerd is maar op de werkelijkheid. Op realiteit. Op wat nu
voor handen is," zo besluit Astrid haar vurige betoog.
"Wow," zegt Gerald, "ik wou dat ik het zo mooi had kunnen zeggen."
Langzaam komen er wat glimlachjes.
"En nu? Wat nu?" komt er de praktische vraag van Martin.
"Ik denk dat jullie nu even naar huis moeten gaan. Ga zelf ook wat
slapen. Gaan jullie," en hij wijst daarbij naar Marion en Pieter,
"eindelijk eens een paar uurtjes ergens anders slapen dan hier in het
ziekenhuis! En kom dan vanmiddag terug met elkaar. Jasper is dan wat
meer uitgerust. De pijnmedicatie zal dan goed ingewerkt zijn en als
alles zo gaat met hem als ik inschat, ligt hij niet meer hier maar op
een kamer ergens op een van de verpleegafdelingen."
Dat laatste doet de gezichten rondom hem zichtbaar opklaren.
"Echt! Naar omstandigheden gaat het goed met hem en ik zie niet de
noodzaak hem nog langer op de intensive care te houden. Veel rust moet
hij wel hebben en bovendien wil ik het niet aan de stok krijgen met de
oude heer Kemp Verhaeghe, vandaar dat hij een kamer voor zichzelf
krijgt."
Nu wordt er breeduit gelachen.
"En dan nog een laatste verzoek van mijn kant. Ik ken Jasper nog maar
kort. En in die korte ontmoeting heb ik geconstateerd, ik zei het net
al, dat hij heel veel lijkt op de jongen die jullie me geschetst hebben
met al jullie verhalen. Maar... jullie kennen hem langer. Beter. Jullie
als ouders al zijn hele leven. Astrid, jij als zijn ex-psycholoog en
meditatiegenoot ook al heel wat jaren. Pieter, jij op een werkelijk
heel bijzondere manier. Ik ben nog steeds verliefd op de vrouw waar ik
al jaren mee getrouwd ben inmiddels, en weet dat een liefdesrelatie
echt iets heel bijzonders is. Je leert elkaar daardoor ten diepste
kennen. Maar waar het mij om gaat is, dat ik graag zou willen dat
jullie Jasper goed bekijken. Niet van de buitenkant maar naar wie hij
nu is. Jullie kunnen eventuele persoonlijkheidsveranderingen opmerken.
Ik niet. Als die er zijn, ook al zijn ze nog maar zo klein, hoor ik dat
graag van jullie. Wees alsjeblieft mijn oren en ogen in dit geval." Hij
zit vier knikkende hoofden.
Astrid heeft dan ook nog een verzoek. Dat verzoek leidt tot een heel
lange discussie maar uiteindelijk begrijpen de anderen dat haar
voorstel een goed doel dient en gaan ze ermee akkoord.
Wordt vervolgd...
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, januari 2013. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Dit is deel 2 van totaal 12 delen. | ||
vorig deel | toon alle delen | volgend deel |
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Hot Erotic Stories |