hoofd menu | straight categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
BLANCO deel 2 - hoofdstuk 1 (mm:overige, 3899 words) | |||
Auteur: Lucky Eye | Toegevoegd: Aug 12 2011 | Kijkers/Lezers: 4704/3936 [84%] | Waardering (verhaal): 10.00 (1 stem) |
Het eerste hoofdstuk van deel 2 van BLANCO. |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
het water van de stadsgrachten vertelt Jasper hem wat er is gebeurd.
Tegenover Bram was dat nog met de nodige bravoure geweest maar nu
speelt het gevoel een grote rol en komen ook de tranen. Pieter is hevig
verontwaardigd en raakt nog meer van slag als Jasper hem later vraagt
of ze samen nog iets zullen drinken bij Pieter thuis. Hij weet gewoon
niet hoe hij het heeft!
Zo maken Jasper en Pieter kennis met elkaar en van het een komt het
ander. Eerst noemen ze het een onderzoek naar dat wat mogelijk is
tussen hen maar al vrij snel begrijpen ze beiden dat er sprake is van
verliefdheid over en weer. Het gaat gewoon heel erg goed. Er worden
plannen gemaakt om de naaste familie van elkaar te ontmoeten en in de
nachtelijke uren van Hemelvaartsdag zet Pieter Jasper af op hun vaste
plaats bij het winkelcentrum. Jasper fietst het laatste eindje naar
huis.
Hier volgen de laatste regels van het eerste deel:
--- En dan ineens... zonder dat hij enig idee heeft waarom... tuimelt
hij van zijn fiets. Met een harde klap belandt hij op het natte asfalt.
Shit! Dat is schrikken. Als hij voorzichtig probeert overeind te komen,
voelt hij de pijn in zijn benen, rug en rechter elleboog. Voorzichtig
probeert hij overeind te komen. En dan ineens is het overal licht om
hem heen. Licht dat de mist doet verdwijnen. SHIT! Het zijn dezelfde
auto's als zondagavond, schiet het in een flits door hem heen. Eén
achter hem op het fietspad, de tweede in de middenberm en nummer drie
aan de voorkant. Meteen is hij op zijn hoede en staat op van de grond.
Zijn fiets ligt iets verderop en kan hij niet gebruiken als
verdedigingsmiddel. Snel steekt hij zijn hand in zijn broekzak maar
vindt zijn telefoon niet. Waar is dat stomme ding! Vliegensvlug scant
hij met zijn ogen de grond rondom hem in de hoop dat hij uit zijn
broekzak is gegleden toen hij op de grond viel maar hij ziet hem
nergens.
"Zoek je naar hulp, Jasper?" Jasper herkent de stem. Zal hem altijd
blijven herkennen
"Wat wil je me van!"
"Tijd voor de afrekening Jasper!" ---
Met deze cliffhanger sloot ik het eerste deel van BLANCO af. Nu is het
tijd voor het vervolg. Mochten er mensen zijn die het eerste deel toch
nog willen lezen, het is te vinden op deze site.
Groeten, Lucky Eye
DEEL 2
Hoofdstuk 1
Eerst staat Pieter een tijdje buiten de auto te wachten op het
telefoontje dat Jasper thuis is maar als hij merkt dat hij toch nat
begint te worden van de mist stapt hij in, maakt contact en zet de
verwarming aan. Een golf warme lucht stroomt de auto in en doet
allerlei stofjes opdwarrelen. Hoog tijd voor een schoonmaakbeurt,
concludeert hij. Als hij een speels stukje dwarrelend papier met zijn
ogen volgt, valt ineens zijn blik op de passagiersstoel. Daar ligt de
telefoon van Jasper. "Verdomme!" vloekt Pieter. Die moet uit Jaspers
broekzak gegleden zijn en zo kan hij wel wachten tot hij een ons weegt.
Het besluit is snel genomen. Snel achter hem aan om hem het ding terug
te geven en dan nog een keertje afscheid nemen, denkt Pieter met een
brede glimlach.
*
Jochem laat samen met Roderick Robbie uit voor ze naar bed gaan. Als ze
het erf verlaten, zien ze meteen dat er iets aan de hand is iets
verderop links aan de Wijheseweg. Hoewel er dikke mist hangt, is het
daar een baken van licht terwijl de straatverlichting het weer eens
niet doet. "Dat zit daar niet goed Roderick! Hoor je dat niet? Iemand
roept om hulp!" Robbie rukt zich woest los en rent luid blaffend op het
licht af. Jochem zet de achtervolging in. Roderick bedenkt zich niet en
rent er ook op af.
Robbie blaft als een dolle en springt heen en weer maar wel op een
veilige afstand van de man die met een knuppel naar hem uithaalt.
"Houd dat mormel bij je anders krijgt hij ook klappen!" bijt hij Jochem
toe als deze aangekomen is. Snel pakt Jochem de hond bij zijn halsband
en lijnt hem aan omdat hij bang is dat ze Robbie iets zullen aandoen,
wetende dat Robbie wel blaft maar nooit iets zal kunnen uithalen tegen
iemand met een knuppel en bovendien zijn er nog anderen. "Donder je op
idioot!" schreeuwen ze naar Jochem als deze blijft staan. "Maak dat je
wegkomt anders krijg je ook een pak slag.
Jochem rent terug naar Roderick die al dichtbij gekomen is. "Het is
Jasper," hijgt hij. "Ik herkende zijn rugzak. Wat moeten we nou doen?
We kunnen hem toch niet aan zijn lot overlaten. Maar het zijn er wel
zes en geen partij voor ons."
"Bel 112 en zijn vader. Martins nummer staat in je telefoon als je
tenminste naar je vader geluisterd hebt," reageert Roderick
koelbloedig. Jochem vindt het nummer van Martin en maakt contact.
"Martin kom snel naar de weg. Er is een kloppartij gaande en Jasper is
erbij betrokken. Snel!" Daarna belt hij 112 en vraagt hulp van politie
en ambulance.
"En nu?" vraagt Roderick als het gesprek is afgebroken. Dan horen ze
beiden ineens de geluiden van een sirene.
"Ze... ze... hadden al een melding gekregen," stamelt Jochem terwijl hij
naar zijn telefoon blijft kijken.
"Schiet op man!" spoort Roderick hem aan. "De trekker! We halen de
trekker!" En weg zijn ze.
*
Martin staat lijkbleek met de hoorn van de telefoon in zijn hand. Marion
vraagt hem wat er is. "Een kloppartij op de weg en Jasper is er bij
betrokken." Dan laat hij de telefoon plompverloren op de grond vallen
en rent de gang in. Marion hem achterna. Snel trekken ze iets aan hun
voeten en rennen naar buiten het erf op.
"De kinderen!" roept Martin en draait zich al om.
"Nee! Schiet op. Ik haal de kinderen." En terwijl Martin wegrent, haast
Marion zich terug het huis in. Ze rent de trap op, gooit de deur van
Sams slaapkamer alvast open en schreeuwt: "Wakker worden Sam!" Dan gaat
ze naar Maartens kamer. Als ze de deur opent staat Maarten al volledig
aangekleed in de kamer.
"Ik wist toch dat er iets zou gebeuren," zegt hij met tranen op zijn
gezicht. Marion knielt bij hem neer en trekt hem tegen zich aan.
"Ja, je had gelijk Maarten. Ga nu alsjeblieft naar beneden, trek je jas
en schoenen aan en wacht op me."
"Ja mam."
Marion moet Sam nog wakker maken. Haar geschreeuw heeft nog niet veel
uitwerking gehad. Ze zet het meisje rechtop naast het bed en trekt haar
snel wat kleren aan. "Zoek de schoenen van je zus ook even wil je
Maarten," roept ze naar beneden wetende dat die vast niet in het kastje
zullen staan. "En mijn rugzakje Maarten," roept ze nogmaals. Als ze met
Sam in haar armen beneden komt, schrikken ze alle drie op van een
enorme knal. Lang laat Marion zich er echter niet door afleiden.
Maarten heeft alles klaar staan. Snel gaan ze naar buiten. Haar dochter
lang dragen lukt Marion niet en daarom zet ze haar op haar eigen voeten
neer. "Rennen Sam! Rennen!"
*
Pieter rijdt snel omdat hij niet wil dat Jasper zich straks wezenloos
gaat zoeken naar zijn telefoon. In de verte hoort hij sirenes.
Waarschijnlijk politie. Het is ja het begin van een lang weekend en dan
lopen dingen nog wel eens uit de hand. Ineens voelt hij een koude
rilling over zijn rug lopen. Heel vreemd. Heel naar ook. En ineens zegt
hij hardop: "Ik ook van jou!" Hij schrikt op. Verdomme! Er is iets
helemaal mis! Alle alarmbellen rinkelen in hem en de adrenaline raast
door zijn lichaam. Als Pieter de Wijheseweg opdraait, ziet hij enorm
veel licht ter hoogte van het fietspad. Snel zet hij zijn auto aan de
kant en rent erop af. Het geluid van sirenes zwelt aan. Hij ziet drie
auto's: twee op het fietspad en een in de middenberm. Het voelt niet
goed. Eerder voelde hij al dat het helemaal niet goed zat en nu weet
hij zeker dat het iets met Jasper te maken heeft. "Oh God," schreeuwt
hij, "laat dit niet waar zijn!" Het geluid van de sirenes neemt nog
steeds toe en van de andere kant hoort hij een enorm geluid dichterbij
komen. En ook veel licht. Hij ontwaart een trekker. Dan ziet hij hoe
zes mensen - waarvan hij er zeker vier herkent in het felle licht van
de trekker - naar de auto's rennen. De auto's starten. De achterste
auto draait en schiet de weg op in de richting van Zwolle. De voorste
volgt. De auto in de middenberm staat nog stil en als Pieter dicht
genoeg bij is ziet hij iets achter de auto liggen. "JASPER!" De witte
achteruitrijdlichten flitsen op. "NEEEEE!!!!!!" Pieter ziet hoe de auto
over Jasper heenrijdt en dan vooruit nog een keer. Dan vliegt de wagen
met grote snelheid de weg op naar Wijhe. Pieter knielt naast Jasper
neer en kan niet anders dan zijn tranen de vrije loop laten. Hij zit op
de grond naast Jasper en ziet dat zijn vriend enorm is toegetakeld.
Zijn benen liggen er heel vreemd bij en ook zijn linker arm. Zijn
gezicht is enorm opgezwollen en zit onder het bloed. Zijn kleren zijn
gescheurd. Het T-shirt hangt er in flarden bij. Zijn onderbuik is nat
van het bloed en op diverse plaatsen op zijn bovenlijf zitten rare
donkere plekken. En... hij moet wel dood zijn! De auto reed twee keer
over hem heen en hij gaf geen kik. Oorverdovend is het geluid van de
sirenes van twee politieauto's. De eerste rijdt met grote vaart door
terwijl de tweede aan de kant van de weg bij Pieter stopt. De agenten
springen er snel uit. Eén knielt bij Pieter neer.
"Agent Theo Jansen. Is er iets dat ik voor u kan doen?"
"Ik weet het niet. Hij is dood denk ik. Ze reden over hem heen en... "
De agent buigt zich over Jasper heen en controleert diens ademhaling en
daarna de polsslag.
"Hij is niet dood meneer. Er is een onregelmatige pols en hij ademt,"
klinkt het met enigszins trillende stem. Pieter kijkt in het lijkbleke
gezicht van de agent. Dan hoort Pieter de ademhaling ook. Een heel
vreemd geluid. Hortend en stotend. Piepend en ... niet goed te
omschrijven gewoon. "Hè Jan! Schiet op." De agent die Jan genoemd werd
komt met een EHBO-doos aangerend en knielt ook op de grond neer. Snel
schudt hij Pieter de hand en stelt zich voor. Pieter noemt zijn eigen
naam. "We zullen doen wat we kunnen," zegt Jan Spijkstra tegen hem.
"Kunt u helpen als het nodig is?" Pieter knikt. "Een ambulance is
onderweg heb ik begrepen. Bent u getuige geweest?"
"Van afstand."
"Weet u wie hij is?" Pieter knikt.
"Jasper Verhulst. Hij woont hier vlakbij aan de Jan van Arkelweg. Ik ben
zijn vriend." Pieter ziet hoe de agent de buikwand schoon veegt en
ontwaart dan een aantal steekwonden. Ineens staat Jansen op.
"Ik kan dit niet!" zegt hij met een van emotie verstikte stem.
"Kom op Theo! Je moet me helpen!"
"Ik kan het niet! Hij is nog jonger dan ik ben, zo jong... zo... " De
agent rent naar de sloot en geeft over.
"Help me alsjeblieft Theo! We kunnen hem hier niet dood laten gaan!"
Pieter kijkt verbaasd naar agent Spijkstra. Deze zegt op fluistertoon
tegen hem: "Theo is aspirant en nog bezig met zijn opleiding. Dit is
een van zijn eerste surveillances waarbij echt iets aan de knikker is
en hij heeft er duidelijk moeite mee." Opnieuw doet de agent een beroep
op zijn jonge collega: "Kom Theo, we moeten de vriend van meneer Kemp
Verhaeghe zo goed mogelijk helpen. Wij zijn verantwoordelijk op dit
moment en aangezien jij de meest parate kennis van ons beiden hebt,
moet jij de procedure leiden."
"Ja, ik zal mijn verantwoording nemen," zegt de jonge agent en kijkt op
een ietwat vreemde manier naar Pieter. Dan komt hij terug. Spijkstra
zegt hem naar de auto te gaan en eerst wat te drinken. Als hij terug is
gaat hij bij hen op de grond zitten.
"Goed gedaan agent," prijst Spijkstra hem. "En nu volgens de procedure.
Denk in kleine stapjes Theo." En zo beginnen ze samen aan hun klus om
de steekwonden het eerst te behandelen. Indien nodig vragen ze Pieter
om hulp. Hulp die hij heel graag verleent. Al zou het alleen maar zijn
om dat niets doen zo onzinnig lijkt op dit moment. Spijkstra legt uit
dat het de bedoeling is om het bloeden te stoppen in elk geval. Als de
wonden snel schoongemaakt zijn, legt hij een drukverband aan. Pieter
drukt het verband met beide handen stevig tegen de twee wonden aan de
ene kant van de buik terwijl Theo Jansen hetzelfde doet aan de andere
kant. Vier wonden. Vervolgens begint Jan Spijkstra snel en handig een
verband rond Jaspers lijf te wikkelen die de drukverbanden op hun
plaats moet houden. De trekkergeluiden zijn gestopt en als Pieter
opkijkt ziet hij twee jongens en een hond. Jochem, Roderick en Robbie
zo herkent hij hen uit de beschrijving die hij van Jasper kreeg.
"We hebben alles gedaan wat we konden," stamelt Jochem. "Ze waren met te
veel. Misschien hadden we toch..."
"Nee!" reageert Pieter meteen. "Het waren er te veel. Ze waren met z'n
zessen."
"Hebben jullie 112 gebeld?" informeert agent Jansen. Jochem knikt maar
zegt erbij dat er toen al een melding binnen was gekomen.
Een enorm geluid vult ineens de stilte van de nacht. Ieders hoofd draait
zich in de richting van Wijhe. De intercom in de politieauto begint
lawaai te maken en na overleg rept Theo zich ernaar toe.
Hijgend komt Martin aan en valt meteen op zijn knieën naast Jasper neer.
"Ohh mijn jongen wat hebben ze met je gedaan!"
"U bent de vader?" vraagt Spijkstra terwijl hij de laatste hand aan het
verband legt. Martin knikt. Heel even opent Jasper zijn ogen dan.
"Jij hier?" klinkt het gevat maar haast onverstaanbaar. Pieter en Martin
kijken elkaar aan omdat ze niet weten tegen wie de opmerking gericht
is. Dan zakt Jasper weer weg in een soort van bewusteloosheid. Er
melden zich inmiddels ook andere agenten bij Spijkstra. Ze vragen hem
om instructies. Op zijn verzoek beginnen ze met het afzetten van de
omgeving en houden ze de toegestroomde toeschouwers op afstand. Pieter
vraagt zich af waar al die mensen zo ineens vandaan komen en waarom ze
in godsnaam staan toe te kijken. Jochem en Roderick worden inmiddels
verhoord, zo ziet Pieter. Hij zal er zelf ook aan moeten geloven, zo
weet hij maar zal dat zolang mogelijk uitstellen. Dat wat hij weet,
heeft hij verteld. Nou ja... hij weet natuurlijk nog wel van Marcels
poging om Jasper te verkrachten. Dat is heel erg belangrijke informatie
omdat een van degenen die hij herkende Marcel was maar dat kan nog wel
even wachten. Ineens ziet hij lichtflitsen. Verdomme! Is de pers er ook
al?
"Waar blijft die ambulance verdomme!" briest Martin als hij opspringt en
de weg oprent.
"Rustig meneer. Hij is onderweg," probeert Jan Spijkstra Martin te
kalmeren.
Een auto van de centrale huisartsenpost stopt aan de andere kant van de
weg. Een dokter en zijn chauffeur - op de terugweg van een oproep -
informeren wat er aan de hand is. Spijkstra die geprobeerd heeft het
bloeden van de steekwonden te stoppen, licht de arts zo goed mogelijk
in. Heel snel daarna zit hij naast Jasper en doet de eerste
onderzoeken. Met een stethoscoop luistert hij naar de hartslag en de
ademhaling. De arts rommelt wat in zijn tas en haalt er iets uit. Dat
steekt hij met kracht tussen Jaspers ribben aan de linkerkant.
"Wat doet u nou!" roept Martin verschrikt uit.
"Spanningspneumothorax meneer, als ik niets doe zijn de gevolgen ernstig
zo niet zeer ernstig."
"Hij reageerde totaal niet!" roept Pieter verbijsterd uit.
"Zijn lichaam heeft zich alleen beperkt tot de meest noodzakelijke
functies. Een soort van veiligheidsmaatregel."
"Coma?" probeert Pieter.
"Eerder shock denk ik." Opnieuw luistert de arts om vervolgens een
injectiespuit te vullen en deze in Jaspers arm te steken en leeg te
drukken. Het geluid van de sirene van de ambulance wordt luider maar de
ziekenwagen is nog niet ter plaatse als Jasper ineens een hartstilstand
krijgt. De arts roept om een AED. Terwijl de chauffeur het apparaat
installeert past de dokter mond-op-mondbeademing toe nadat hij de
mondholte vrijgemaakt heeft. Pieter zit diverse tanden liggen in het
gras. Pijn vervult zijn hele hebben en houden. Verdomme! Wat hebben ze
hem aangedaan! Dan worden de plakkers geplaatst en als de ambulance op
de weg stopt, volgt de elektrische schok die Jaspers hart weer aan het
werk krijgt. De ambulancebroeders worden bijgepraat door de arts en dan
draagt deze Jasper aan hen over. Vakkundig pakken ze Jasper in, leggen
hem op een brancard en in hun wagen.
"Gaat u met hem mee?" vraagt de ambulancebroeder aan Martin. Snel
wisselt hij een blik met Pieter maar omdat er niet veel tijd is, is er
ook geen tijd voor overleg.
"Wil jij hier op Marion en de kinderen wachten?" vraagt Martin terwijl
hij in de ziekenauto stapt. Pieter knikt. Dan worden de deuren
dichtgeklapt en draait de ziekenwagen vrijwel meteen de weg op om met
loeiende sirene en flitsend zwaailicht terug te rijden in de richting
van Zwolle.
Jasper is nog maar net afgevoerd als Marion en de kinderen de weg
opkomen. Pieter loopt op hen toe.
"Mam? Dat is Pieter," zegt Maarten als ze nog op enige afstand van
elkaar zijn. Marion is niet meer verbaasd. Als ze bij elkaar zijn geven
Marion en Pieter elkaar een hand.
"Wat is er gebeurd?" wil Marion weten en Pieter praat haar bij voor
zover hij de feiten kent en gehoord heeft van Jochem en Roderick. Sam
begint hartverscheurend te huilen en Marion tilt haar van de grond om
haar dicht tegen zich aan te drukken. Maarten staat er met tranen in
zijn ogen bij maar houdt zich flink.
"Martin is bij hem en ik heb beloofd dat ik met jullie naar het
ziekenhuis zal gaan. Een agent zal ons rijden." Als ze bij de
politiewagen aankomen, schudt Theo Jansen Marion de hand en noemt hij
zijn naam. Hij stelt hen voor om te gaan.
Onder normale omstandigheden zou Maarten een ritje in een politieauto
met zwaailicht en sirene een pracht van een belevenis gevonden hebben
maar niet nu. Niet nu hij weet dat zijn enge droom die steeds maar weer
terugkwam een voorspellende droom is geweest en dat het toch Jasper is
geweest die in die dromen voorkwam. Nee, nu is er helemaal niets aan.
Niet nu hij weet dat zijn grote broer iets heel ernstigs is overkomen.
Nu branden de tranen in zijn ogen, doet zijn buik zeer en voelt hij
zich echt ziek van verdriet.
Wordt vervolgd...
Met dank aan Gerrit voor de correcties.
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, augustus 2011. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Hot Erotic Stories |