hoofd menu | lesbian categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
MORGENSTER - hoofdstuk 28 (mm:overige, 8906 words) [28/32] Toon alle delen | |||
Auteur: Lucky Eye | Toegevoegd: Dec 14 2017 | Kijkers/Lezers: 2405/1901 [79%] | Waardering (deel): 10.00 (1 stem) |
Vervolg ... |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
'Soms ben ik bang.'
Oh. Dit was niet wat Nathan had verwacht en ineens vroeg hij zich af of
het wel verstandig van hem was geweest om aan te vragen. Nog nooit
eerder had hij een echt diep een-op-een gesprek gehad met Stan. Altijd
was of Nancy of Richard erbij geweest en nu ... nu kon hij niet meer
terugkrabbelen natuurlijk. 'Waarvoor ben je bang?'
'Voor Richard.'
Daar snapte Nathan helemaal niets van. Dit was iets dat hij totaal niet
had verwacht maar ... misschien moest hij gewoon verder vragen. 'Maar
Richard is toch altijd goed voor jou? Hij heeft altijd voor je gezorgd.
En waarom ben je dan bang voor hem?'
'Soms denkt hij heel veel. En ... '
Stilte. Grote stilte. Nathan wist niet of hij die moest laten voortduren
tot Stan met een aanvulling kwam of dat hij zelf verder moest vragen.
Gelukkig werd de keus hem uit handen genomen toen Stan verder ging.
'Ik ben bang dat hij hier weg wil.'
'Wat?' De door hem in het kleine woordje gelegde verbijstering was
geheel oprecht. 'Weg van hier?'
'Ja.'
'Waarom?'
'Ik weet het niet. Ik snap het niet. Het is goed hier. Ik ben blij en
gelukkig hier. En ik ... ik wil het niet!'
'Heb je Richard ernaar gevraagd?'
'Nee.'
'Oké, het is dus meer een gevoel van jou.' Voor Nathan was deze
constatering iets van een opluchting. Een gevoel was iets dat je fout
kon hebben en een woordelijk weergegeven iets niet.
'Ja. En ... het is misschien stom van me dat ik dat de... '
'Nee. Dat moet je niet zeggen, Stan.' Nathan porde met zijn elleboog
speels in Stans ribben. 'Soms proberen we de gevoelens van een ander te
begrijpen. Heel lastig. Lastig omdat we iets bij een ander denken op te
merken en dan ... dan kunnen we het goed of fout hebben. Maar als we er
niet naar vragen, weten we dat niet. Soms durven we dat niet te vragen.
Zijn we bang voor het antwoord. Snap je me een beetje?'
'Ja. Ik denk het wel. Heb jij dat ook wel eens met Nancy?'
'Oh, man, laten we het daar maar niet over hebben.'
Stan begon te glimlachen. Het laatste dat Nathan had gezegd had ineens
heel grappig geklonken.
'Ja. Ik heb dat ook vaak met Nancy. Zij is ... heel erg lief. Dat weet
je. Maar ... ook zo heel anders dan ik ben. Ik ... ik ben iemand van
dingen doen. Zij veel meer van praten. Zij wil graag over gevoelens en
zo praten en ik ... ik heb die dingen niet eens, geloof ik. Nou ja ...
ze zullen er wel zijn ergens maar diep ondergesneeuwd.'
'Sneeuwt het hier dan wel eens?'
Nathan hield zich in. Zijn eerste impuls was om in lachen uit te barsten
maar hij wist dat hij dat met Stan niet moest doen. Stan nam heel veel
dingen letterlijk en het woordje "ondergesneeuwd" had bij hem meteen de
associatie met echte sneeuw opgeroepen. 'Soms. Maar dan alleen in de
bergen om de stad in het noorden en oosten. Maar ik ben wel eens naar
de bergen geweest en daar valt soms flink veel sneeuw in de winter.
Maar ... ik bedoel dat ik wel gevoelens heb maar die liggen ...
dieper.' Hij wees ter illustratie op zijn onderbuik maar zag dat Stan
het nog steeds niet helemaal begreep. 'Zij zijn verstopt. Verborgen.'
'Oh.'
'Ben ik duidelijk nu want anders moet je doorvragen. Afgesproken, Stan?'
'Ja.'
'Maar jij meende dus iets bij Richard gemerkt te hebben?'
'Ja. Richard maakt altijd plannen. Voor ons. Voor later. En nu ... lijkt
het of hij dat weer doet. Maar ... ik ... ik ben ook niet zo goed met
die dingen. Ik kan het ook fout hebben.'
'Als ik merk dat er iets is bij Nancy, dan vraag ik daar tegenwoordig
naar. Heb ik ook moeten leren. Eerder deed ik dat niet en dan ... dan
leidde dat altijd tot vervelende dingen. Nu vraag ik ernaar zodra ik
iets opmerk.'
'Moet ik dat ook doen?'
Even was Nathan in dubio. Moest hij hem zeggen dat te doen of toch heel
duidelijk maken dat het om een keuze ging. Hij koos voor het eerste
wetende dat het tweede zou kunnen leiden tot onduidelijkheid. 'Ja. Ik
zou het vragen. Gewoon doen. Richard kan je dan een antwoord geven en
met dat antwoord wordt alles voor jou duidelijker. Zo is je broer. Hij
zal je duidelijkheid geven als jij hem erom vraagt.' Meteen na zijn
antwoord klonk het geluid van zijn whatsapp. Hji pakte zijn smartphone
echter niet meteen. 'Heb ik je iets kunnen helpen hiermee?'
'Ja.'
'Oké. Even het berichtje bekijken en dan gaan we naar huis.' Nathan zag
dat het een berichtje van Nancy was met de vraag of de film al
afgelopen was. Hij tikte een antwoord dat ze onderweg naar huis waren
en verzond dat. 'Kom, we gaan naar huis.'
'Moet ik het Richard meteen vragen?'
'Zodra jullie met z'n tweeën zijn. Dat lijkt me een goed moment.'
'Oké. Oh, niet vergeten de kaartjes voor 'Iron Man 2' weg te gooien.'
Nathan schoot in de lach. 'Dank je, maatje, anders krijgen we alsnog
problemen!' Hij pakte de kaartjes uit zijn broekzak, verscheurde ze om
de snippers vervolgens in de prullenbank naast het bankje te gooien.
'Ja. Je had me gezegd dat ik je daaraan moest herinneren.'
'Goed gedaan, makker!' Nathan sloeg zijn arm om de schouders van Stan en
zo liep het tweetal naar de parkeerplaats waar Nathans auto stond.
Het was maar een kort ritje. Nathan merkte dat Stan onrustig was. Hij
hoopte dat het niet zijn schuld was. Dat hij hem niet nog onzekerder
had gemaakt met de antwoorden waarvan hij dacht dat hij er goed aan had
gedaan. De auto stond nog maar amper stil of Stan rende al naar de
voordeur. Nathan haastte zich achter hem aan en hoorde in de hal dat
wat Stan tot Richard sprak.
'Ik wil hier niet weg!'
Nathan voelde zich rot. Was hij niet duidelijk genoeg geweest? Hij had
toch gezegd dat Stan het moest vragen als hij en Richard met z'n tweeën
waren? Oh ... ineens begon het hem te dagen. Hier in het bijzijn van de
anderen waren ze ook met z'n tweeën. Oké, het was al gebeurd. Niets
meer aan te doen.
'Euh ... ' stamelde Richard.
'Waarom wil je weg, Rich?'
'Ga rustig zitten, Stan,' deed Richard een poging zijn broer wat tot
kalmte te manen.
'Nee! Zeg het me! Je moet praten met me. Me dingen zeggen als jij ...
nou ja ... ik weet het niet.'
Richard was inmiddels naast Stan gaan staan. Hij pakte hem bij de arm en
leidde hem naar de bank. 'Ga alsjeblieft zitten.' Toen Stan was gaan
zitten, zette hij zich naast hem. 'Ja, we moeten praten. Jij en ik
samen.'
'Maar waarom wil je weg.'
'Ik wil niet meer weg. Ik ga hier niet meer weg. Ik blijf hier, samen
met jou.'
'Maar ... ik dacht ... ik dacht dat je weg wilde.'
'Had je dat gemerkt bij mij?' In Richard stem was duidelijk iets van
verbazing en ook iets van blijdschap te horen. Zijn broer had iets
gemerkt bij hem en dat ... dat was heel bijzonder.
'Ja. Maar ik ben ook zo stom soms!'
'Nee, Stan, dat ben je niet. En het is niet goed om dat te zeggen.
Bovendien had je het helemaal goed. Ik heb er inderdaad aan gedacht om
hier weg te gaan en ... ik dacht dat jij het niet zou merken. Dat is
pas stom!'
'Als ik het niet mag zeggen, mag jij dat ook niet!'
'Je hebt gelijk. Doen we het allebei niet. Maar zoals ik al zei, we
blijven hier allebei. Vanavond heb ik heel lang met Edith, Nancy,
Jocelyn en Max gepraat. Dat had je vast wel begrepen.' Richard zag Stan
knikken. 'En ... ik heb heel bijzondere dingen aan hen verteld en ook
heel bijzondere dingen van hen gehoord. En dat alles, dat alles, zal ik
je straks vertellen.'
'Waarom straks? Mag Nathan het niet weten? Want als dat zo is, dan vind
ik het niet eerlijk! Nathan is mijn vriend!'
'Ik vertel het straks ook allemaal aan Nathan,' gaf Nancy te kennen.
'Oh.'
'Ik vertel het je straks als we met z'n tweeën op onze kamer zijn. Was
de film leuk?'
'Ja! Heel sp... Heel leuk!' herstelde Stan zich snel met een blik op
zijn broeder in de leugen waarbij hij het niet kon voorkomen dat zijn
hoofd rood begon te worden.
'Ik ben blij dat jullie het leuk hebben gehad samen.'
'En wij hebben ook gepraat. Met z'n tweeën!'
'Goed, Stan, want als er iets is om over te praten, dan moet je dat
doen,' complimenteerde Richard zijn broer die ineens niet meer zijn
broer was.
'Ja. Jij ook!'
'Ik weet het, Stan. Ik weet hoe het moet maar ... ik doe het niet
altijd.'
'Niet handig.'
'Nee. Dat overkomt mij ook. Maar ik wil nu graag naar onze kamer. Ga je
mee?'
'Ja.'
'Heb je Nathan bedankt dat hij je mee heeft genomen naar de bioscoop?'
'Nee.'
'Hoeft ook niet,' was Nathan van mening.
Maar daar was Stan het niet mee eens. Hij goot zijn bedankje niet in
woorden maar in een stevige omhelzing.
'Het is al goed, maat, we kunnen het uitstekend vinden samen. Of niet
dan?'
'Vinden? Ben je iets kwijt?'
Nathan wist niet zo snel hoe te moeten reageren.
'Welterusten, allemaal,' zei Richard terwijl hij een poging deed Stan
met zich mee te trekken. Iets dat niet lukte want Stan rukte zich los
en hij kon bij de deur blijven wachten tot Stan, hij had het kunnen
weten, iedereen welterusten had gewenst en twee zoenen had gegeven
zoals hij gewend was hier te doen.
* * *
'Ik hoef niet te douchen hè want dat heb ik vanmiddag ook al gedaan na
het zwemmen,' zei Stan toen ze op hun kamer waren aangekomen.
'Hoeft niet. Onze tanden poetsen is goed genoeg. Maar als je wilt, als
je je bijvoorbeeld zweterig of plakkerig voelt, dan mag het wel. Maar
wil je me eerst even helpen om onze bedden tegen elkaar te schuiven?'
vroeg Richard.
'Dat kan niet.'
'En waarom niet?'
'Er staat een tafeltje tussen met een lamp er op.'
'Die kunnen toch wel weg?'
'Oh. Ja. Maar ... waarom wil je de bedden tegen elkaar zetten?'
'Omdat we straks met elkaar moeten praten en als we dat liggend kunnen
doen zonder die lamp er tussen is dat wel zo gemakkelijk.'
'Oh. Is goed. Maar ik doe het. Jij niet. Jij mag niet tillen.' Stan liep
naar het tafeltje toe, haalde de stekker uit het stopcontact en zette
de lamp op de tafel bij het raam. Daarna verplaatste hij het tafeltje
en schoof vervolgens de bedden tegen elkaar aan. 'Zo goed?' vroeg hij
en overkeek het gedane werk.
'Ja. Wil je nu het tafeltje naast jouw bed zetten? Dan kun jij het
gebruiken als nachtkastje.' Richard keek hoe zijn broer, nee, gek,
Stan was zijn broer niet, deed wat hem gevraagd was. En opnieuw kwam,
toen hij klaar was de vraag of het zo goed was. 'Bijna. Wil je de lamp
ook nog even op het tafeltje zetten?' En dat gedaan hebbend was Stan
echt klaar. 'Dank je, Stan!'
Stan was in de badkamer en Richard wachtte, zittend op de rand van zijn
bed, tot hij klaar was. Stan was mooi. Heel erg mooi. Dat had hij
gezien toen de jongen in hun slaapkamer uit zijn kleren was gestapt,
naar de kast was gelopen om een boxershort en T-shirt te pakken en pas
toen naar de badkamer was gelopen. Maar hij moest er wel bij blijven.
Ervoor zorgen dat er gepraat werd. Best lastig als je je gevoelens
eindelijk de vrije hand kon laten terwijl er ... gepraat moest worden.
Hij had het niet kunnen nalaten zijn ogen goed de kost te geven. Stan
zag er ontzettend mooi uit. Aan alle kanten. Enerzijds voelde het
vreemd voor hem om zo over Stan te denken maar aan de andere kant ook
weer niet omdat het voelde als een bevrijding. Eindelijk kon hij zijn
gedachten gewoon laten gaan, mocht hij Stan zien zoals hij werkelijk
was: een vreselijk mooie jongen op wie hij verliefd was. En ja,
natuurlijk wist hij dat het nog best moeilijk zou kunnen worden om met
Stan samen te wonen, samen te leven. Maar uitdagingen zou hij niet uit
de weg gaan. Obstakels op je pad kon je ook zien als opstapjes,
nietwaar?
'Jouw beurt,' zei Stan toen hij de badkamer uitkwam. Hij zag zijn broer
schrikken. 'Maakte ik je aan het schrikken?'
'Ik was even in gedachten en hoorde je niet terugkomen.' Richard bleef
nog even zitten en keek toe hoe Stan zich afdroogde. Hij was dus toch
onder de douche gestapt. Toen hij het beeld te mooi vond en zijn lijf
reageerde, stond hij op en sloot de badkamerdeur achter zich. Hij
kleedde zich uit en glimlachte toen hij zijn lichamelijke reactie
bezag. Hij stapte onder de douche. Niet te warm en niet te koud. Zijn
gedachten schoten alle kanten uit maar gelukkig merkte hij het snel op.
Een mogelijkheid om een knip aan te brengen en te zorgen dat hij met
zijn aandacht bij het douchen bleef. Te lang hier blijven staan wilde
hij niet. Er moest nog gepraat worden. Zijn harde verdween snel. Zag
hij er tegen op? Vond hij het vreemd om dit onderwerp met Stan te
bespreken? Nee, dat was het niet. Hij hoopte alleen dat het hem zou
lukken om Stan alles duidelijk te maken. Hij verliet de badkamer met de
handdoek in zijn hand en zag meteen iets dat hem niet aanstond. 'Stan?'
'Ja?'
'Wil jij je spullen even opruimen?' wees Richard hem op dat wat hij
vergeten was.
'Oh ja. Vergeten.' Stan stapte uit bed en raapte zijn kleren van de
grond om die vervolgens in de wasmand in de badkamer te deponeren. Toen
hij terugkwam zag hij dat zijn broer al in bed lag. Hij zag het witte
T-shirt dat hij droeg. Gelukkig was het niet meer die pyjamajas. Dat
deed hem er herinneren aan toen Richard ziek was. En dat vond hij niet
leuk. 'Zal ik het raam open doen?'
'Vind ik goed. Frisse lucht vind ik lekker.'
'Ja.' Stan stapte weer in bed en draaide zich meteen op zijn zij met het
gezicht naar Richard toe. 'Bijna net zoals we thuis de laatste tijd
altijd sliepen,' merkte hij op.
'En daarvoor ook al vaak.'
'Ja. Maar dat was stom. Dan ... dan ... nou ja, je weet wel.'
'Ja. En daar is helemaal niets mis mee, Stan. Je weet heus wel dat daar
een aanleiding voor was. Sinds je hier woont is het maar een paar keer
meer gebeurd.'
'Ja. Gewoon omdat het hier goed is.'
'Ja. En het wordt nog beter, Stan. Was 'Iron Man 2' spannend?'
'Ja, man, echt ... ' midden in de bedoelde zin hield Stan zijn mond. Hij
kleurde hoogrood in zijn gezicht en hals en wilde rechtop gaan zitten
maar werd tegengehouden door Richard die zijn hand op zijn bovenarm had
gelegd en hem zachtjes tegenhield.
'Het geeft niets, Stan. Je hebt een leugentje verteld omdat je niet
wilde dat wij het zouden weten.'
'Het mocht niet van Nancy.'
'Nancy heeft een spannende film uitgelegd als niet goed voor jou maar
dat is haar mening. Niet die van mij. Natuurlijk, enge films kunnen
gevolgen hebben maar ... om dan alle spannende en leuke films te gaan
vermijden, lijkt me niet goed.'
'Oh. Dus van jou had het wel gemogen?'
'Ja.'
'Het was een heel gave film! Echt heel goed. Je moet ook een keer gaan
kijken. Dan ga ik met je mee.'
Richard zag de gelaatsuitdrukking op het gezicht van zijn broer en
genoot. Stan was gelukkig hier en dat bleek uit alles. 'Maar nu gaan we
praten. Ik heb je heel veel te vertellen maar het is niet altijd even
gemakkelijk. Daarom moet je als ik niet duidelijk genoeg ben me vragen
het op een andere manier te vertellen, op een manier die wel duidelijk
voor jou is. Zul je dat doen?'
'Ja, maar ... wat is er nou dan?' vroeg Stan ongeduldig want hij snapte
er helemaal niets van waarom er zo laat 's avonds nog gepraat moest
worden. Deden ze anders bijna nooit.
'Wij zijn broers.'
'Halfbroers,' corrigeerde Stan hem.
'Ja, je hebt gelijk.'
'Dat werd mij verteld toen jouw moeder jou bij ons thuis had afgeleverd.
Jij wa... '
'Ga verder,' klonk het ietwat geïrriteerd uit de mond van Stan.
'Ik zal het niet noemen, Stan. Beiden hebben we er een hekel aan hen zo
te noemen en daarom doe ik het niet. Maar ze hebben altijd gelogen,
Stan. We zijn geen broers, zijn geen halfbroers.'
'Huh?' Stan ging rechtop zitten en ditmaal was Richard niet snel genoeg
om hem tegen te houden maar toen Richard hem vroeg om weer te gaan
liggen, deed hij dat.
'Zo is het beter. Zo kan ik je in de ogen kijken terwijl ik lig.'
'Je bent moe,' meende Stan te kunnen zien op het gezicht van Richard.
Vaak had hij dat soort dingen fout. Hij kon dat niet zo goed maar hij
probeerde het wel af en toe, hij oefende ermee.
'Ja. En toch moeten we praten. Wij zijn geen broers. Wij zijn geen
familie van elkaar.'
'Ik snap het niet! Ze hebben toch altijd gezegd dat wij halfbroers
waren.'
'Lijken wij op elkaar?'
'Nee. Niet echt. Nou ja ... helemaal niet. We zijn echt heel erg anders,
jij en ik.'
'Dat was het eerste dat Max opviel toen ik hem een foto van ons beiden
liet zien die eerste avond dat ik hier was en later ook toen hij jou in
het echt zag. Twee halfbroers die helemaal in niets op elkaar lijken.
Nou hoeven broers en halfbroers echt niet altijd op elkaar te lijken
maar ... wij verschilden volgens hem wel heel erg veel van elkaar. Of
mensen familie van elkaar zijn kun je testen. Als ze bijvoorbeeld van
jou en mij een haar nemen kunnen ze bepalen of wij familie van elkaar
zijn.'
'Oh. We moesten een keer iets doen. Iets dat leek op een wattenstaafje
in de mond en zo.'
'Ja. Dat heb je goed onthouden, Stan,' Richard was blij dat Stan het
zich herinnerde. Het maakte dingen gemakkelijker om te vertellen. 'En
dat wattenstaafje hebben ze bekeken. Er onderzoek naar gedaan. En
daaruit bleek dat wij geen familie van elkaar zijn. We hebben geen
gemeenschappelijk ... familielid.'
'We zijn dus helemaal geen broers!'
Het kwam er verschrikt uit, zo voelde Richard aan en daarom strekte hij
meteen zijn hand uit naar het gezicht van Stan. Hij streelde hem over
zijn wang. Een niet meer geheel zachte wang. Stan zou zich morgen
moeten scheren. 'Geen broers. En dat voelt waarschijnlijk heel vreemd.
Voor mij in elk geval wel toen ik het hoorde. Want ... we zijn altijd
broers geweest. Toch?'
'Ja. Jij bent altijd mijn grote broer geweest. Je hebt me altijd
geholpen zoals een grote broer dat doet. En nu ... nu is dat niet
waar?'
'Het blijft altijd waar dat ik je heb geholpen zoals een grote broer dat
doet. Ik wist niet anders op dat moment en dus was ik toen je grote
broer. En jij ... jij was mijn kleine broertje. Iemand die ik wilde
helpen. Als je geplaagd werd. Als je hulp nodig had met schoolwerk.'
'Jij hebt mij heel veel geleerd, Rich. Praten, lopen, lezen. Dat weet ik
nog heel goed.'
'Ja. Ik ook nog,' zei Richard met een glimlach op zijn gezicht.
'Van dat lezen zeiden ze op school steeds dat ik stom was. Dat ik het
niet kon.'
Heel duidelijk hoorde Richard hoe er een stuk boosheid lag opgesloten in
de woorden en stem van Stan. 'En toch kon je het.'
'Ja.' De boosheid die hij zo-even had gevoeld maakte plaats voor een
gevoel van trots. Hij kon toch lezen want zijn grote broer had het hem
geleerd. 'Maar ... als wij geen broers zijn, wat zijn we dan van
elkaar?'
Het antwoord was zo eenvoudig, dacht Richard. Eigenlijk waren ze
helemaal niets van elkaar. Wettelijk hadden ze geen enkele relatie.
Maar om zoiets zo kort door de bocht te zeggen, door alleen het woordje
"niets" te gebruiken, dat zou hij nooit doen. Het zou een enorme schok
teweeg brengen bij Stan, zo kon hij zich heel goed voorstellen. Het
antwoord moest dus heel goed ingekleed worden. 'Wij hebben ons altijd
gedragen, ook omdat het ons zo verteld was, als broers. We hebben lol
gemaakt met elkaar, als broers. We hebben voor elkaar gezorgd, als
broers.'
'Jij zorgde voor mij. Ik niet voor jou. Dat kan ik niet,' was Stan
stelling en kort.
'Jij zorgde op jouw manier ook voor mij.' En omdat hij wist dat Stan een
voorbeeld zou willen hebben, ging hij meteen verder. 'Jij hebt altijd
gezorgd dat dingen voor mij helder en duidelijk waren. We hadden maar
één doel. En dat was zo snel als het kon weg van daar. Daar heb jij
altijd voor gezorgd. Als ik jou zag, of hoorde via de telefoon, dan
wist ik meteen weer wat er moest gebeuren.' Ooit had hij het aan Max in
heel andere woorden vervat maar dat ... durfde hij nu niet tegen Stan
te herhalen. Het zou sowieso wel eens een emotioneel gesprek kunnen
worden en dus ... gebruikte hij die woorden niet. 'Bovendien heb je me
ook heel veel aan het lachen gemaakt.'
'Echt?'
'Ja. En dat weet je ook wel, grapjas! Wie haalde altijd de gekste toeren
uit aan het strand? Wie sprong er in zijn blootje, omdat we onze
zwembroeken niet mee hadden genomen omdat het eigenlijk veel te koud
was, in het ijskoude water bij Towerpoint!'
Stan begon te gniffelen. 'Richard?'
'Ja?'
'Weet je dit pas sinds vanavond?'
'Ja. Vanavond hebben Max en Jocelyn het mij verteld. En Edith en Nancy
weten er ook van. Waarom vraag je dat?'
'Omdat je de laatste tijd anders was.'
'Kun je dat uitleggen?'
'Eerst nog een vraag. Ik mocht niet verliefd zijn op jou omdat we broers
waren. Toch?' Stan keek naar Richard en zag hem knikken.
Richard begreep dat hij eigenlijk niet veel meer hoefde toe te lichten.
Er was Stan op de een of andere manier een licht opgegaan terwijl hij
dat niet had ontstoken. Stan had voldoende gehad aan de inleiding op
het veel langere betoog dat hij van plan was geweest te houden.
'De laatste tijd was je anders. Ik begreep heus wel dat als ik niet
verliefd op je mocht zijn ik niet aan je mocht zitten. Ik wilde dat
wel. Maar ... het kon niet, had je gezegd. De laatste tijd deed jij het
wel. Je streelde me door m'n haren, over m'n arm, over m'n wang. En ...
dat vond ik heel erg fijn omdat ik nog steeds altijd op jou verliefd
ben gebleven. Het mocht niet maa... '
'Je hebt het heel goed begrepen, Stan. Sinds we hier samen wonen voel ik
me gelukkig. Heel erg gelukkig. De eerste tijd was het wat wennen maar
al snel wist ik dat we hier veilig waren. Dat het hier goed was en ja
... de laatste tijd verloor ik de voorzichtigheid wat uit het oog. Vond
ik het fijn om je aan te raken want ... ik ben ook verliefd op jou.
Altijd geweest. Jij was er eerder mee, dat wel. Jij zei het als eerste.
En alles wat ik gezegd heb toen was waar. Het kon niet! Als we
halfbroers waren kon het niet! Mocht het niet! Maar ... ik voelde die
verliefdheid net zoals jij die voelde. Het is een heel erg goed gevoel.
Toch?'
'Jahhh,' klonk het op een langgerekte zucht.
'Toen jij het mij had verteld en ik voelde dat het wederzijds was ... ik
bedoel daarmee dat ik ook op jou verliefd was, moest ik zien te
voorkomen dat het hen zou opvallen. Je weet wel hoe hij tekeer kon gaan
als er iemand op tv was die homo was.'
'Ja. Dan werd hij heel kwaad altijd en ging het meteen op een andere
zender.'
'En dus moesten we heel voorzichtig zijn. Ik kon jou niet zeggen dat ik
ook verliefd was op jou omdat ik bang was dat jij dan ook meteen seks
zou willen.'
Stan gniffelde en werd opnieuw rood.
'En logisch! Als je verliefd bent op elkaar, dan wil je dat ook heel erg
graag. Maar ... dat ging dus niet. Daarom heb ik jou nooit verteld dat
ik verliefd op jou was. Begrijp je waarom ik het heb gedaan?'
'Ja. Het was goed van jou. Het zou gevaarlijk zijn geweest. Je
beschermde mij en ook jezelf.'
'Ja. Daarom vertelde ik het je niet. Maar nu hoeft dat niet meer. Ik
houd van je, Stan! Kom je bij me liggen?' Richard schoof naar achteren
op zijn eigen bed en maakte zo ruimte voor Stan.
Stan kwam dicht bij Richard liggen. Hij wilde dit heel erg graag en toch
... toch voelde het vreemd. Hij voelde zich ... hij wist niet hoe hij
het moest noemen. En toen Richard een arm om zijn schouder legde, had
hij het helemaal niet meer. Hij begon te trillen en zachtjes te huilen.
'Het is goed, Stan. Laat je tranen maar komen. Het geeft allemaal niets.
Ik moet ook huilen.' De tranen kwamen terwijl hij de omarming van Stan
aanhaalde. Hij trok hem zo strak tegen zich aan dat zijn ribben
lichtjes pijn begonnen te doen.
'Niet doen! Straks doe je jezelf zeer,' zo klonk het huilerig uit de
mond van Stan.
'Dat geeft niet, lieve Stan. Ik wil jou voelen. Jouw lijf tegen het
mijne. Voel je mij ook?'
'Ja.'
'Voelt het goed?'
'Ja. Richard?'
'Ja?'
Stan viel stil. Hij probeerde de vraag die hij wilde stellen juist te
krijgen. Maar misschien moest hij het ook gewoon niet vragen. Misschien
moest hij het gewoon niet willen weten. Misschi...
'Stel je vraag, Stan. Blijf er niet mee zitten in je hoofd.'
'Maar misschien is het een stomme vraag.'
'Stomme vragen zijn er niet.'
'Jij bent ouder.'
Richard hoorde de opmerking. Zou Stan er moeite mee hebben dat hij ouder
was? Ineens overviel hem een stuk angst. Zou Stan het leeftijdsverschil
een probleem vinden?
'Ik bedoel ... heb jij al seks gehad?'
Richard slaakte inwendig een putdiepe zucht en daarna begon hij te
glimlachen. 'Nee, Stan, ik heb nog nooit iets gedaan met een jongen.'
'Ik ook niet.'
'Voor ons beiden is het dus helemaal nieuw. En daarom, zo denk ik,
moeten we het ook niet te snel doen. We moeten er eerst met elkaar over
praten.'
'Praten over seks? Is dat niet stom?'
'Lijkt me niet. Weet jij alles wat ik zou willen?'
'Nou ja ... de gewone dingen. Toch?'
'En wat zijn die gewone dingen?'
'Nou ja ... dat weet je wel.' Stan voelde hoe hij rood was in zijn
gezicht. Hij vond het vreemd om zo met elkaar te praten.
'Noem de dingen zoals ze zijn, Stan. Je weet de termen best wel. Ik weet
dat je op internet pornosites hebt bekeken en daar is helemaal niets
mis mee. Maar noem de dingen zoals ze zijn.'
Stan vond het maar raar. Waarom moest je praten over seks. Je wist toch
wat je wilde? Hij in elk geval wel. 'Euhhh nou ja ... pijpen en neuken
... dat bedoel ik,' zei hij terwijl hij voelde dat zijn gezicht nog
warmer werd.
'Ja. Gewone dingen. En zoenen? Strelen? Likken?'
'Je kont?'
'Ja. Dat heb je toch wel eens gezien in filmpjes?'
'Ja maar ... ik weet het niet.'
'Moet ik het wel doen bij jou? Lijkt het je lekker?'
Stan hoefde er niet over na te denken. 'Ja.' Maar hij begreep nu ook dat
het raar was dat hij niet wist of hij dat bij Richard wilde doen. Maar
ook neuken en zo ... hij wilde het wel maar ...
Ditmaal was het niet hij die aan het denken sloeg, zo bemerkte Richard.
Het was duidelijk dat Stan er even niet meer bij was met zijn
gedachten. Hij was ergens anders mee bezig en eigenlijk had hij veel
liever dat Stan er open over was en er met hem over praatte. 'Stan, het
is goed om erover na te denken. Voor jezelf duidelijk te maken wat jij
wilt. En als je vragen ergens over hebt, blijf er dan niet mee zitten.
Heb ik ook moeten leren. Hier. Ik had ook enorm veel vragen en dacht
dat ik alles alleen moest oplossen maar ... dat is niet zo. Over het
onderwerp van seks tussen ons twee kunnen jij en ik met elkaar praten.
En denk er daarbij aan dat niets te gek is. Er zijn geen gekke dingen.
Praat over alles wat met seks te maken heeft met mij. Sluit je niet van
mij af. We houden van elkaar en het delen van onze gedachten over seks
hoort daar ook bij.'
'Maar ... ' Verder kwam Stan niet. Hij viel weer stil.
'En dat praten, dat uitwisselen van gedachten hoeft niet nu. Daar hebben
we alle tijd voor. En ik ben van plan om die tijd ook te nemen.'
'Maa... '
Richard legde een vinger tegen de lippen van Stan. 'Volgens mij ben jij
nu net zo moe als ik en ik wil je nog andere dingen vertellen. Dingen
die belangrijker zijn dan seks.'
'Oh.'
Richard moest glimlachen. 'Of vind jij seks het allerbelangrijkste.'
'Dat weet ik niet. Het lijkt me wel heel leuk.'
'Zeker. Seks lijkt mij ook heel erg leuk en zeker met jou. Ik vind je
heel erg mooi, Stan.'
'Ik jou ook. Je bent lief.' En toen drukte Stan voorzichtig zijn lippen
op die van Richard. Een voorzichtige kus. Een lieve kus.
'Dank je, Stan. Dat was heel lief van je.'
'Vertel maar verder als je wilt.'
'Eerst nog een vraag. Je merkte dat ik de laatste tijd regelmatig aan je
zat en toch heb je daar niets over gezegd tegen me. Waarom niet?' Hij
had het idee dat hij het antwoord wel wist en het was eerder die avond
ook onder woorden gebracht maar toch wilde hij het graag van Stan zelf
horen.
'Omdat ik bang was dat als ik er iets van zou zeggen je ermee zou
stoppen. Ik vond het fijn dat je het deed en ... nou ja ... ik wilde
niet dat het zou stoppen.'
'Dank je, Stan. En nu de rest.' Richard begon te vertellen dat het zijn
uiteindelijke bedoeling was om samen met Stan ergens te gaan wonen. Een
huis voor hen beiden. En dat, als het volgens de wet van California
kon, hij ook met hem wilde trouwen. Ideeën die Stan wel aanstonden,
want hij knikte heftig ten teken dat hij dat ook wilde. 'Maar zover is
het nog niet. Ik wil heel graag studeren. Ik wil naar de universiteit.'
'Maar moeten we hier dan weg?'
Opnieuw merkte Richard iets van angst op in de stem van Stan. 'Nee. Dat
hoeft niet.'
'Eerder wilde je wel weg hier. Waarom?'
Het was een onderbreking van datgene wat hij wilde vertellen maar
Richard nam er toch alle tijd voor om het uit te leggen wat hij eerder
die avond had verteld. 'Snap je het?' vroeg hij toen hij klaar was.
'Ja. Ik denk het wel.'
'Anders moet je het vragen, hè?'
'Ja. Maar mag dat ook later? Want ik denk dat ik het nu wel begrijp maar
later komen er misschien nog wel vragen.'
'Dat is natuurlijk ook goed. En dan nu verder over mijn studeren. De
universiteit van Los Angeles heeft op de school waar ik nu zit een
eigen afdeling en ik denk dat ik de lessen hier kan volgen. Misschien
moet ik soms voor een paar dagen of zo weg maar nooit lang.' Voordat
Stan iets kon inbrengen van twijfel of tegenspraak, ging Richard
verder. Hij vertelde dat zij beiden zolang Richard naar de universiteit
zou gaan bij Edith en Max zouden blijven wonen.
'Weet je wat?' zei Stan toen hij eindelijk een gelegenheid vond om iets
te zeggen. 'Ik ga ook leren!'
'Wat?' liet Richard verbaasd horen.
'Euhhh ... dat weet ik nog niet.'
'Nee, zo bedoelde ik het niet. Ik ... euhh ... waarom zou jij gaan
leren?'
'Oh. Nou ... weet je ... als jij werk hebt en wij wonen samen in een
huis, dan kan ik niet niks gaan doen. Ik wil voor jou zorgen, Rich! Als
jij thuis komt dan moet het eten klaar zijn, het huis schoon zodat jij
dat niet meer hoeft te doen.'
Richard keek Stan aan en voelde de tranen in zijn ogen opwellen.
'Heb ik iets stoms gezegd want ik zie dat je huilt.'
'Het woordje "stom" moet je niet zoveel gebruiken, lieve Stan. Je hebt
niets stoms gezegd. Je maakt me heel erg blij, Stan. Ik ben blij dat je
zo goed meedenkt maar ... je moet dat alleen maar doen als ... '
'Als wat?'
'Als je dat ook zelf wilt. Het moet niet zo zijn dat je dat soort dingen
wilt gaan leren omdat je vindt dat het moet.'
'Ik wil het ook. Ik help Edith al heel veel. Toch?'
'Ja, dat doe je. En vind je dat fijn?'
'Anders deed ik het niet.'
Richard moest glimlachen. Zo kende hij Stan weer. Hij sloeg een arm om
hem heen en nestelde zich dicht tegen hem aan. 'Ik houd van je, Stan.'
'Ik ook van jou.' Stan gaf Richard een nieuwe kus. 'Is er nog meer dat
je moet vertellen?'
'Ja. Iets over je moeder.' Even wachtte Richard of er een vraag zou
komen maar toen die niet kwam, ging hij verder. 'Het gaat om het
onderzoek dat Max heeft opgestart. Binnenkort gaan hij en ik naar
Victoria o... .'
'Ik wil haar niet zien! Hoor je me!' Stan had Richards arm ruw van zich
afgegooid en zat met zijn knieën opgetrokken en de armen daarom heen
gevouwen op het bed.
'Lieve Stan, ga alsjeblieft weer liggen.'
'Ik wil niet naar haar toe! Ik wil haar niet zien!' klonk het opnieuw
heel resoluut.
'Dat hoeft ook niet. Heb ik gezegd dat dat moest?'
Stan schudde zijn hoofd.
'Als ik je zou vragen het wel te doen, zou je het dan doen?'
De vertwijfeling was groot ineens bij Stan. Als Rich het vroeg zou hij
het dan doen? Hij zou altijd alles doen wat Rich van hem vroeg maar dit
... dit wist hij niet. Gek eigenlijk! Of niet? Maar voor hem was ze
zijn moeder niet. Ze had hem weggegeven. 'Ik weet het niet. Ik doe
alles voor je maar ... '
'Stan, het hoeft ook niet. Het kan ... ' Bijna had hij gezegd dat het
niet eens kon, dat zijn moeder overleden was maar ... gezien zijn
dwarse houding, leek het hem beter daar voorlopig nog niet over te
praten. Eerst het andere gedeelte van het verhaal, zijn gedeelte van
het verhaal. 'Maar ... het is wel belangrijk dat Max en i... '
'Waarom?'
Richard had zijn beginnende uitleg niet eens af kunnen maken. Stan had
begrepen welke kant hij op wilde waarschijnlijk en daarom begon hij aan
zijn zoveelste uitleg van die avond. 'De reden voor mijn plan om hier
weg te gaan had te maken met onze achternaam. Die is gelijk.'
'Nou en?'
Richard merkte de stuurse ondertoon in de stem van Stan op en vroeg
opnieuw of hij wilde gaan liggen. Toen Stan dat niet deed, gooide hij
het over een andere boeg: 'Kom op, Stan, ga nou liggen. Het praat veel
gemakkelijker voor mij.'
'Hmmm.'
'Het is gemakkelijker voor mij. Alsjeblieft?' Het was gezelliger dan dit
in elk geval. En tegen een Stan aanpraten die zijn kop ergens tegen
aangooide had geen enkele zin, zo wist hij uit ervaring. Toen Stan weer
ging liggen, was Richard dan ook heel blij. 'Onze naam. Het was niet
mijn bedoeling dat je hier nu al zou zijn. Dat heb ik je verteld.'
'Ja. Je wilde wachten tot jij alles voor elkaar had.'
'Ja. En dan zou ik je hierheen halen onder een ... ' even twijfelde hij
over het juiste gebruik van woorden '... andere naam.'
'Maar waarom? Wat is er mis met onze achternaam.'
'Er is niets mis mee, Stan, maar als wij hier zouden gaan samenwonen als
twee jongens die van elkaar houden en dezelfde achternaam hebben dan
... dan zouden mensen kunnen gaan denken dat het vreemd is. Die
achternaam is hetzelfde.'
'En dat kan niet?'
'Mensen zouden kunnen gaan denken. Er zouden praatjes kunnen komen.'
Richard speculeerde. Hij wist het. Het kwam echt wel vaker voor dat
mensen die een relatie hadden toevallig dezelfde achternaam hadden. 'Ik
wilde jouw achternaam veranderen zodat er in elk geval geen praatjes
zouden komen. Zodat wij rustig ergens konden gaan wonen. Maar toen je
toch eerder hierheen moest komen, moest ik iets anders verzinnen. En
daarom wilde ik weg.'
'Maar nu hebben we nog steeds dezelfde achternaam.'
'Ik denk het niet. We zijn geen broers, geen halfbroers. We weten dat
jij officieel Williams heet. Maar ik ben officieel niet hun kind en dus
draag ik officieel ook niet hun naam. En daarom moet ik je nu ook het
een en ander gaan vertellen over mij. Over mijn achtergrond. Het is een
verwarrend verhaal. Du... '
'Ik doe mijn best om goed te luisteren, Rich. Dit is heel belangrijk
voor jou. En wat belangrijk is voor jou is ook belangrijk voor mij. We
horen nu echt bij elkaar.'
'Dank je, lieve Stan.' En toen begon hij het hele verhaal dat Max en
Jocelyn van Mary hadden gehoord over te dragen aan Stan. Hij deed het
een stuk beknopter, er werden heel andere woorden gebruikt maar de
inhoud was hetzelfde. Toen Richard stopte met praten keek hij Stan
indringend aan.
'Wat een idioten!'
'Ja.'
'Wie doet nou zoiets! Wie ... idioot gewoon. Weet niet wat ik moet
zeggen, Rich.'
'Je hoeft niets te zeggen, Stan. Het is voor mij belangrijk dat je
geluisterd hebt en dat je weet wat er allemaal gebeurd is.'
'Jouw moeder heeft jou dus ook weggegeven.'
'Ja. En bij mij is het ook niet duidelijk waarom.'
'Wil je dat weten?'
'Ja. Ik wil het wel graag weten. Jij?'
'Hoeft voor mij niet.' Stan zuchtte. Het was gek allemaal. Ze waren dan
wel geen broers maar ... ze hadden wel een overeenkomst. Beiden waren
ze weggegeven door hun moeders. Rare moeders! Wie doet nou zoiets!
'Stan, er is nog meer dat jij moet weten. Niet over mij maar over
jezelf.'
'Ik wil van haar niets weten!' klonk het opnieuw.
Richard drong aan en zei dat hij van mening was dat Stan het wel moest
weten maar vat op hem krijgen deed hij niet. Stan volhardde zijn
duidelijk uitgesproken "nee". 'Ik kan het begrijpen, Stan, maar soms is
het goed om achtergronden te weten, te weten waarom dingen zijn
gebeurd, te weten wie onze moeders zijn geweest. Van mijn moeder is er
familie.'
'Wil je die ontmoeten?'
'Ik heb tegen Max en de anderen gezegd dat ik het nog niet weet maar ...
ik wil het wel, denk ik. Maar alleen als die familie dat ook wil en zij
ons beiden accepteren zoals we zijn.'
'Maar waarom? Je hebt toch niets met die mensen?'
'Dat vraag ik me dus af. Ze zijn familie van mij. Ik heb gehoord over
familieleden. En ... ' Richard slikte iets weg, 'het is toch familie.
We hebben een gezamenlijke achtergrond. En ... '
'Vind je het moeilijk om over te praten?'
'Ja, Stan, heel moeilijk. Vooral omdat ik niet snap waarom mijn moeder
mij weggegeven heeft. En ... eigenlijk wil ik dat wel weten. Misschien
... misschien weten zij dat wel of ... kunnen we er als we over haar
praten achterkomen met elkaar. Dat zou ik fijn vinden. Ik wil het graag
weten.'
Stan wist opnieuw niet wat hij moest zeggen. Het leek hem dan ook beter
om maar niets te zeggen. Richard kende hem. Richard wist hoe het werkte
bij hem.
'Moeilijk hè, Stan?'
Hij knikte alleen maar. Dat was duidelijk. Heel moeilijk maar er was
iets dat hij wel wilde weten. 'Hoe weten jullie dit allemaal?'
'Mary hee... '
'Mary?'
SHIT! Hij had het anders moeten doen, wist Richard meteen. Was hij te
moe? Had hij daarom de controle uit het oog verloren? Hij wist meteen
dat het beter geweest zou zijn als hij een vage term had gebruikt. Iets
als dat de onderzoekers van Max het hadden uitgevonden. Maar ... het
was niet de waarheid. En ...
Stan schoot overeind en ging op zijn knieën in bed zitten. 'Zij heet zo!
Hebben ze met haar gesproken?'
Hij was er zelf achtergekomen. Nu was het helemaal op z'n plaats om de
waarheid te vertellen en er niet omheen te draaien. 'Ja. Ze hebben met
haar gesproken. Zij heeft deze inform... '
'Ik wil niet dat je haar een naam geeft, Rich! Dat hebben we nooit
gedaan. Jij en ik hebben dat nooit gedaan en ik wil het nu ook niet!
Hoor je me!' Klonk het fel en woest.
Als eerste zag Richard de flikkering in de ogen van Stan. Maar ook zijn
woorden en de rest van zijn volop gespannen lijf gaven heel duidelijk
aan dat de rust van zo-even nu volledig verdwenen was. En dat door het
noemen van haar naam. Zijn eerdere stellingname dat er met Stan beter
niet over hun thuis gepraat kon worden, was helemaal juist geweest.
'Stan, probeer weer rustig te worden. Ga alsjeblieft weer liggen.'
'NEE! Ik wil het niet! Ze hebben met haar gepraat en dat wil ik niet.
Jullie geven haar een naam en dat wil ik niet! Ze moet geen naam
hebben, Rich!'
Richard was ook rechtop gaan zitten en deed een poging de hand van Stan
te pakken. Het mislukte want Stan trok zijn hand snel achteruit. 'Stan,
alsjeblieft, probeer weer rustig te worden.' Het was tevergeefs. Stan
liet zich niet rustig praten. Hij stapte van het bed af en ijsbeerde
wild door de kamer heen en weer. 'Ze heeft ons eerder geholpen, Stan.
Ze heeft ervoor gezorgd dat jij weg kon gaan zonder dat hij je terug
zou kunnen halen. Het was voor het onderzoek nodig om over gegevens te
beschikken, Stan, en zij ... zij werkte mee. Anders waren we nooit
achter de waarheid gekomen, Stan!'
'Ik wil het niet! Ze moet geen naam hebben!' Stan stopte bij de muur en
bonkte er met zijn vuisten keihard tegenaan.
Meteen sprong Richard uit het bed. Hij probeerde Stan bij de muur weg te
krijgen opdat hij zich niet langer zelf zou bezeren maar het lukte
niet. Stan sloeg hem van zich af. Richard wist dat hij iets anders
moest verzinnen. Hij had geleerd, eerst van Beatrice en later van
anderen, hoe hij een veel groter iemand kon overrompelen. Hij wierp
zich op Stans benen en wist hem omver te trekken. Worstelend rolden ze
over de grond. Stan sloeg naar hem. Miste. Richards lijf protesteerde.
Zijn ribben deden pijn. Hij had ook geleerd dat je soms aan de noodrem
moest trekken. Hulp moest inroepen en dit was zo'n moment. 'HELP!'
schreeuwde hij keihard om het vervolgens nog een paar keer te herhalen.
Voetstappen op de gang, de deur ging open en Max en Edith kwamen naar
binnen.
'Stop, Stan!' klonk het onverbiddelijk uit de mond van Edith. 'Niet
doen! Wat ook de aanleiding is, doe het niet! Houd er onmiddellijk mee
op!'
Stan hoorde de woorden van Edith en liet Richard meteen los.
Richard liet zijn blik razendsnel van de kamerdeur naar de deur van de
badkamer gaan en de Drummonds begrepen meteen wat hij bedoelde. Edith
deed de deur van de slaapkamer dicht en ging ervoor staan en Max
posteerde zich voor de andere deur. Gelukkig waren woorden bij die twee
niet nodig. Ze hadden meteen begrepen wat hij bedoelde. Stan mocht niet
de gelegenheid krijgen om zich nu af te sluiten. 'Stan,' probeerde
Richard maar er kwam geen reactie nog.
Helemaal stil zat hij daar met opgetrokken knieën, waar hij zijn armen
omheen geslagen had, op de grond. Edith had gelijk. Dit mocht niet. Hij
had Richard nooit mogen slaan. Dat had hij nog nooit gedaan. Tranen
kwamen uit zijn ogen. Het deed pijn. Hij had iets gedaan dat hij nooit
had mogen doen. Nog nooit had gedaan. Ja, plagen, stoeien, dat was goed
maar slaan ... dat deed alleen hij. En nu ... nu was hij niets beter
dan hij ...
'Stan, het is goed.'
'Nee, dat is het niet. Ik mag jou niet slaan, Rich. Ik wil niet zijn
zoals hij.'
'Dat ben je niet Stan. Dat zul je ook nooit zijn.'
'Maar ik heb jou geslagen, ik wilde je pijn doen!'
'Ik weet het. Maar ik weet ook de reden daarvoor.' Heel even keek hij
van Stan weg naar Max en Edith terwijl hij met de vingers van zijn hand
het teken maakte dat ze dichterbij konden komen. 'Het gaat over die
naam. Waarom wil je niet dat ik, wij, die naam hebben gebruikt, Stan?
Kun je mij dat uitleggen?'
Hij wist precies waarom hij de controle had verloren. 'Ze mag geen naam
hebben, Rich. Ik wil nooit meer aan haar aan hem herinnerd worden.'
'Ze heeft voor mij en voor jou gezorgd toen we klein waren, Stan,' deed
Richard een poging om Stan te laten inzien dat er meer kanten aan Mary
zaten. Iets dat hijzelf ook had geleerd die avond. Maar het was een
brug, of meerdere bruggen, te ver.
'Huh!' klonk het schamper. 'Ze deed niets voor ons, Rich! Nooit! Jij
hebt altijd voor mij gezorgd!'
'Maar ik was er niet altijd, Stan. Zeker niet toen jij klein was.'
'Een luier omdoen kan iedereen! Bij haar wilde ik niet eten! Nooit!'
Richard verbaasde zich enorm over die herinnering.
Edith merkte op dat het koud was in de slaapkamer van de jongens. Ze
wist dat ze hielden van frisse lucht, deed ze zelf ook, maar zo in
boxer en T-shirt zittend op de grond vond ze te koud. Ze haalde het
dekbed van Stans bed en drapeerde dat voorzichtig over zijn schouders.
Ook bij Richard deed ze dat.
'Dat is zorgen!' merkte Stan scherp op. 'Edith zorgt voor ons.'
'Je bent lief, Stan. Vreselijk lief.'
'Het spijt me zo verschrikkelijk, Rich, ik had het nooit mogen doen,'
snikkend sloeg hij zijn armen om Richard heen.
'Het is goed, Stan.'
'Nee, dat is het niet. Ik ha... '
Max greep in en ging op z'n knieën op de grond naast de grootste van de
twee zitten en legde zijn hand op diens schouder. 'Stan, soms doen we
allemaal wel eens dingen die anders hadden gekund.'
'Zie je wel, dat het niet goed is,' begon Stan opnieuw.
'Nee, de woorden "niet goed" heb ik niet gebruikt, Stan,' maakte Max
duidelijk. 'Kijk me eens aan, als je wilt?'
Stan draaide zijn hoofd weg van Richard en keek naar Max. De ogen van
Max stonden zoals altijd heel vriendelijk. Het zorgde ervoor dat hij
zich wat rustiger begon te voelen. Hij zag een glimlach op Max' gezicht
komen. Hij voelde tranen uit zijn ogen rollen. Hij draaide zijn hoofd
in de richting van Edith. Bij haar zag hij tranen en een glimlach.
'Dank je, Stan.'
'Het spijt me echt, heel erg!'
'Dat is goed, Stan, maar het overkomt ons allemaal wel eens dat we
ineens iets anders doen dan we normaal doen. Het kan zijn dat er in ons
ineens iets lijkt te ontploffen. Was dat bij jou ook zo?'
Hij knikte.
'Weet je nog wat het was?'
'Rich noemde ... noemde ... haar naam.'
'Oké. Het is voor ons allemaal heel erg gemakkelijk om dat niet te doen.
Vanaf het begin dat jullie hier waren hebben we hen altijd zonder naam,
zonder de woorden huhhuh en huhhuh, begrijp je wat ik bedoel, Stan?'
Max zag een knikje en ging verder: 'Zonder naam, zonder titel genoemd.
We zeiden steeds hen, hij en zij. En dat blijven we doen als het voor
jou beter is. Is het voor jou beter zo, Stan?'
'Ja,' klonk het benepen en snifferig. 'Ik denk het wel. Maar het liefst
praat ik helemaal niet over hen. En zeker wil ik hun namen niet horen!'
'Dan spreken we dat af, Stan. Hier met z'n vieren spreken we dat af en
ik zal ervoor zorgen dat anderen dat ook te weten komen, Stan, daar kun
je op vertrouwen. Vertrouw je mij?'
'Ja.'
'Dank je, Stan.'
'Mag ik nog iets zeggen?'
'Hé, dude,' liet Richard zich voor het eerst weer horen, 'natuurlijk mag
je dat!'
Stan dacht na. Hoe kon hij dit het beste zeggen. Het maakte niet uit, zo
besloot hij, als het er maar uit kwam. 'Ze heeft me één keer echt
geholpen.' Meteen daarna viel hij weer stil.
De drie anderen in de slaapkamer keken elkaar even aan. Moesten ze
wachten tot Stan verder ging? Kwam er niets meer?
Max nam het initiatief maar wel zodanig dat hij de bal bij Stan liet
liggen. 'Wil je ons erover vertellen, Stan? Het hoeft niet, het mag
wel.'
'Die laatste avond. Hij was met mij begonnen te vechten. Eerst was hij
alleen maar bezig met woorden. Plagen. Treiteren. Proberen dat ik iets
terug zou zeggen. Deed ik niet. Hij zei vervelende dingen over jou,
Rich. Maar ik zei niets terug. Toen begon hij te slaan en te vechten.
En ... eerst deed ik niets terug.'
Richard zag hoe Stan huiverde. De herinnering deed hem pijn, zo was hem
duidelijk. Hij legde een hand op zijn schouder en zag dat Edith
hetzelfde deed.
'Toen begon ik wel terug te slaan. Ik moest wel. Hij deed me pijn ...
maar ... toen wist ik niet meer wat ik deed. Ik wilde ... ' tranen
kwamen.
Edith had heel graag willen ingrijpen. Heel graag die grote, sterke
jongen willen omhelzen om hem te troosten maar ze wist maar al te goed
dat het verkeerd zou zijn. Jarenlange ervaring weerhield haar ervan om
een zo belangrijk verhaal te onderbreken.
Ook Richard wilde troost bieden maar de hand van Max om zijn bovenarm
weerhield hem daarvan. De blik in de ogen van Max was duidelijk. Niets
doen. Niet nu.
'Wat voelde je, Stan?' vroeg Max bijna op fluistertoon.
'Boos. Ik was boos. Heel erg boos. Ik ... ik wilde hem doodslaan! Ik had
hem doodgemaakt als ... als ... zij mij niet had weggetrokken van hem.
Dat heeft zij wel goed gedaan want anders ... anders was ik nooit
gelukkig geworden!'
Tot de volgende keer...
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal
geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, juni 2017 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie,
microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Dit is deel 28 van totaal 32 delen. | ||
vorig deel | toon alle delen | volgend deel |
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Lesbian Stories |