hoofd menu | gay categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
VAKANTIE 2001 (mm:overige, 15659 words) [1/4] Toon alle delen | |||
Auteur: Lucky Eye | Update: Nov 14 2001 | Kijkers/Lezers: 12025/6806 [57%] | Waardering (deel): 10.00 (1 stem) |
Twee jaar na een verbroken relatie gaat Vincent op vakantie naar Limburg. Voor het eerst niet naar een plaats waar hij kwam met zijn vorige vriend. |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
door en dan in de richting van Vaals. De weg kronkelde zich in de
richting van de Geul, stak deze over en begon toen te hellen. Het ging
flink omhoog. Halverwege de klim liep de weg naar links bij een muurtje
en toen weer steil omhoog. Aan de linkerkant was camping ‘De Rozenhof'
met een cafetaria. Een mooie gelegenheid om eens te gaan eten als ik
zelf geen zin had om iets te maken bedacht ik. Boven aan de top van de
heuvel sloeg ik een klein weggetje in naar links. Het bordje vermeldde
‘Camerig'. Ik was er bijna. Superlangzaam verder rijdend, omdat het een
verrekt smal weggetje en niet te overzien was, kwam ik waar ik moest
zijn. Ik draaide het erf op de parkeerde de auto op het met rode
steentjes bedekte terrein. Ik opende het portier en zag meteen iemand
uit het huis komen. Een donkerharige vrouw kwam me, toen ik uitgestapt
was, met uitgestoken hand tegemoet en begroette me met een duidelijk
Limburgs accent: "Heeft u een goede reis gehad en kon u het makkelijk
vinden?"
"Ja hoor, dat ging prima en ook nog weinig oponthoud gehad. Alleen het
laatste stukje. Er was een omleiding maar ik heb het gevonden." Ze ging
hem voor naar mijn onderkomen voor de komende twee weken en liet me
zien waar alles was. Het was goed ingericht en ik had de keuze uit wel
twee slaapkamers. Na de korte rondleiding wenste ze me een goede
vakantie en zei ze dat er altijd iemand thuis was, mocht ik vragen
hebben. Ik bedankte haar en liet haar uit. Voor het venster staand, dat
bijna de hele voorgevel van het huisje besloeg, keek ik uit over mooie
grote tuin en in de verte het Geuldal. Echt schitterend. Een tijdje
stond ik daar te genieten alvorens terug te gaan naar de auto om mijn
tas te halen. Bij de auto aangekomen hoorde ik hoefgeklepper. Ik keek
om me heen en zag een paard het terrein van de buren oplopen. Met mijn
tas in de hand bleef ik staan kijken. Niet dat ik zo geïnteresseerd was
in paarden maar de jongen die op de rug van het paard zat was zeker de
moeite van het bekijken waard. Hij reed echter snel voorbij en met een
starende blik bleef ik achter. Verschrikt over mijn eigen gedrag, liep
ik hoofdschuddend naar zijn huisje. Wat had ik toch, wat stelde dit
voor. Nou ja met kijken is natuurlijk niets mis maar ik had daar echt
staan te staren naar hem en een vreemd, oud gevoel had zich van me
meester gemaakt. De jongen was hooguit 20 en ik al bijna 30. Dat kon
toch nooit wat worden. Hij kon veel leukere en vooral jongere jongens
krijgen als hij überhaupt al belangstelling voor jongens had! Misschien
had hij wel een vriendin. Maar wat maakte ik me toch ook druk om zo'n
jongen? Over mijn liefdesleven had ik geen klagen. Ik had dan wel een
verbroken relatie maar in de twee jaren daarna was ik best wel aan mijn
trekken gekomen.
Na het avondeten nam ik een douche om het reisstof van me af te spoelen
en in short en T-shirt keek ik nog wat TV. Al vroeg kon het me echter
niet meer boeien en besloot ik maar naar bed te gaan. Een goede
nachtrust kon me goeddoen. In bed viel ik als een blok in slaap.
Zondag 22 juli: De volgende ochtend was ik echter al tegen vijven
wakker. De vogels floten er flink op los en de zon scheen al uitbundig
door de kieren van het gordijn heen. Een tijdje bleef ik nog liggen
maar tegen zeven uur had ik pijn in mijn rug van het heen en weer
draaien. Dan maar eruit! Ik waste me en haalde het scheermes over mijn
gezicht. Met een paar gesmeerde boterhammen zette ik me aan de
tuintafel voor het huisje. Het was nog niet echt warm maar korte broek
en T-shirt voldeden prima op deze slome zondagochtend. Van de plek waar
ik zat kon ik aan de rechterkant het erf van de buren zien en ook het
paard dat ik gisteren gezien had. Nadat ik het eten op had, liep ik met
een kapje van het brood naar het beest toe. Ik bleef bij het hek staan
en tikte er tegen om de aandacht te trekken. Het beest reageerde echter
nauwelijks, even hief het de kop, sorry het hoofd op om me glazig aan
te kijken maar voor het stuk brood dat ik zelf niet wilde eten had het
geen belangstelling. Ik hield het in de hand misschien waren er nog wel
ergens eendjes of zo!
"Verspilde moeite hoor," hoorde ik plotseling achter me. Ik draaide me
om en zag de jongen van gisteren aankomen met een zadel en allerlei
andere dingen die je nodig hebt om een paard op te tuigen.
"Hoe bedoel je?"
"Dat kapje brood." En hij wees naar mijn hand. "Marie is verwend en
maakt zich echt niet druk voor zoiets. Een suikerklontje dat werkt
beter." Hij haalde een klontje uit de zak van zijn strakke, beige
rijbroek legde dit op zijn hand en floot op de vingers van zijn andere
hand. Meteen kwam het paard aangelopen. "Ziet U, dat doet wonderen,"
zei hij terwijl het paard het suiker van zijn hand hapte en hij het
dier over de kop aaide. "Wilt U haar ook even aaien?"
"Nee, doe maar niet. Ik heb het niet zo op zulke grote beesten."
Verbaasd keek hij me aan.
"Waarom bracht U haar dan dat kapje brood?" Gut ja, waarom eigenlijk. Ik
haalde mijn schouders op.
"Waarschijnlijk iets waar ik niet zo snel bij nagedacht heb. Soms heb ik
dat, dan doe ik in eens iets waar ik helemaal niet bij nadenk. Echt
naïef van me." Hij lachte, opende het hek en stapte het weiland in.
Terwijl hij het dier optuigde bleef het stil staan. De jongen scheen
goed met het paard over weg te kunnen. In een snelle beweging steeg hij
op en reed het hek uit.
"Zeg, wilt U het hek misschien sluiten?" Natuurlijk wilde ik dat wel.
Hij stak zijn hand naar me op en reed weg. Ik keek hem na en verdomme,
daar was dat zelfde gevoel als gisteren weer. Wat was er met me aan de
hand? Ik slenterde terug naar mijn terras en genoot van de zon op mijn
lijf. Kon het hele leven maar uit dit soort momenten bestaan. Heerlijk
lui in een stoel in de zon zitten. Zo genietend, doezelde ik warempel
nog wat weg en haalde ik toch nog wat gemiste slaap in. Tegen tien uur
zette ik koffie en toen ik aan mijn tweede kop toe was, hoorde ik het
paard en de jongen terug komen. Vanaf mijn plekkie sloeg ik ze gade.
Waarbij, ik hoef je het al niet meer te zeggen denk ik, de jongen de
meeste aandacht kreeg. Halflang pikzwart haar met een scheiding in het
midden, donkerbruine ogen (niet dat ik dat vanaf mijn terras kon zien
maar dat had ik vanochtend al opgemerkt), wit T-shirt, strakke rijbroek
en hoge zwarte laarzen. Toen hij het paard weer in het weiland had
gelaten en terugliep met het tuig stak hij een hand naar me op. Ik
groette hem terug. Had hij echt naar me gelachen?
Die dag bleef ik verder thuis. Zin in een wandeling had ik niet en de
fiets die ik besteld had zou pas morgen gebracht worden. Gewoon lekker
lui in een stoel of plat op een handdoek in de tuin. De kinderen van de
andere 2 huisjes speelden in de tuin met elkaar en met hun ouders
praatte ik ook nog eventjes. Je weet wel, de gewone uitwisselingen:
waar komt u vandaan, bent u hier al vaker geweest en dat soort zaken.
Na het avondeten, gebakken aardappelen met appelmoes en een schnitzel,
liep ik de heuvel af om een ijsje te halen in het dal. Op de terugweg
kwam ik, hevig likkend omdat het ding me in de handen dreigde te
smelten, de jongen van het paard tegen met een groep jongens en
meisjes. Opnieuw groette hij me vriendelijk en inderdaad; hij lachte
naar me.
Maandag 23 juli: De volgende ochtend was ik weer vroeg waker en dit keer
stapte ik meteen uit bed. Dan maar vroeg ontbijten en vroeg op pad.
Voordeel van vroeg wandelen is dat alles nog zo lekker fris ruikt.
Bovendien loop je je niet zo snel in het zweet aangezien het nog niet
al te warm is. Aan de hand van een wandelgids liep ik door weilanden en
bossen, over hellingen en langs beekjes. Werkelijk schitterend gewoon.
Na een paar uur gelopen te hebben stopte ik even om wat te drinken.
Daarna ging ik weer verder. Langzamerhand werd de wereld om me heen
wakker en zag ik de eerste andere wandelaars lopen. Ook mountainbikers
kwam ik tegen en de hellingen en heuvels bekijkend vroeg ik me af of ik
dat zelf wel zou kunnen redden. Ach, dat zou ik ook wel zien. Op een
bospad kwam me een paard met berijder achterop. Ik maakte ruimte en in
volle draf reed hij me voorbij. Het was de jongen. "Goedemorgen," riep
hij naar me en ik groette terug.
Net na het middaguur was ik weer thuis. Gek genoeg keek ik meteen of het
paard weer in het weiland stond. Ja. Jammer! Geen kans dus meer om de
jongen te zien. Een koude douche dat is wat ik nodig had. Ik spoelde de
warmte van het lopen en het vreemde gevoel dat de jongen me gaf van me
af. Een paar boterhammen en ik was weer mens. De bestelde fiets was
gebracht en ik bekeek hem eventjes. Vroeg aan de beheerder om een
sleutel om het zadel en het stuur in te stellen en zowaar het lukte me
ook nog. Ik had echter geen zin om hem uit te proberen en met een boek
ging ik onder een grote boom in de tuin zitten: heerlijk de rest van de
dag lezen. 's Avonds liep ik naar het dorp om een pannenkoek te eten.
Teruglopend naar huis kwam me tegen negenen een auto achterop die
toeterde. Ik wist niet wie het was.
Dinsdag 24 juli: Het werd een gewoonte. Ook dinsdags was ik weer vroeg
wakker. Ik had er echter geen moeite mee en stak mijn voeten weer snel
in de wandelschoenen. Er lag wat dauw over de velden en dat alles gaf
het landschap een feeërieke sfeer. Alsof niet alleen de mensen nog
wakker moesten worden maar ook het land zelf. Ik waande me alleen op de
wereld zo stil was het overal. Totdat ik de jongen met het paard tegen
kwam. Ditmaal reed hij me stapvoets tegemoet.
"Goedemorgen," riep hij.
"Goedemorgen," groette ik. Het paard stapte langs me heen en toen ik me
omdraaide zag ik dat de jongen op het paard dat ook deed. Hij lachte
naar me en ik lachte terug. Ik liep verder geen enkele betekenis
hechtend aan de uitgewisselde glimlach. Verbaasd keek ik echter opnieuw
achterom toen ik het paard in mijn richting hoorde komen. Hij had het
paard gewend en was al snel bij me.
"Bent U altijd zo vroeg op?"
"Ja, het schijnt hier een gewoonte van me te worden. Thuis ben ik echter
een langslaper hoor!"
"Al vaker hier op vakantie geweest?"
"Nee nog nooit. En jij?"
"Ach ik kom hier al vanaf dat ik zo was." En met twee handen duidde hij
een heel klein jongetje aan dat hij eens geweest moest zijn. "Ik weet
niet anders of we gaan naar Epen op vakantie."
"En gek op paarden?"
"Ja. Stapeldol. Al jaren rijd ik in de vakantie op Marie. Ik wou dat we
thuis ook een paard hadden maar ja in de stad is dat lastig hè!"
"Waar woon je dan?"
"Groningen. En U?"
"Je mag wel je zeggen hoor. Bij ‘U' voel ik me zo oud." En bij hem
vergeleken was ik dat natuurlijk ook maar toch...
"Oké, ik zal het proberen maar ik ben netjes opgevoed en heb geleerd dat
ik tegen mensen die ik niet ken U moet zeggen."
"Nou laten we daar dan meteen iets aan doen!" Ik stak mijn hand naar hem
uit en zei: "Vincent Waelbers." Hij boog naar me toe, schudde mijn hand
en zei dat ie Casper van Egmond heette. "Nu je mij kent, hoef je dus
geen U meer te zeggen." Casper lachte zijn mooie, witte tanden bloot.
"Je hebt gelijk. Nu ik U ken zal ik U je noemen." Beiden moesten we
lachen. We praatten over Zuid-Limburg en de omgeving van Epen, hij op
de rug van het paard en ik ernaast. Hij bekeek mijn wandelgidsje en
vroeg of ik al eens langs de Geul gelopen had. "Moet U, sorry, moet je
echt eens doen is een schitterende omgeving. Weet U wat, als je morgen
zo tegen het middaguur bij de groeve bent, dan zal ik je daar de
omgeving wat laten zien."
"Waar is de groeve?"
"Och, sorry. Je bent hier niet bekend. Vergeten." Lenig sprong hij van
het paard en wees me op mijn kaart de groeve aan en ook nog de snelste
route daarheen. Hij stapte weer op en zei dat hij het paard moest
terugbrengen. We namen afscheid en lang keek ik hem nog na.
De ontmoeting met Casper maar vooral het feit dat we een afspraak hadden
voor de volgende dag, had me een geweldig goed gevoel gegeven en toen
ik thuis onder de douche stond tintelde mijn hele lijf. Gelukkig vloog
de rest van de dag voorbij. Ik leek wel een puber die voor het eerst
een afspraakje had zo nerveus was ik.
Woensdag 25 juli: Alhoewel ik weer vroeg wakker was, ging ik niet op pad
dit keer omdat ik een afspraak met Casper had. Ik testte in de directe
omgeving van het huisje mijn fiets wat uit en bemerkte dat de heuvels
best te nemen waren. Al met al had ik me toch nog behoorlijk in het
zweet gewerkt en daarom douchte ik me voordat ik naar de groeve liep.
De mij door Casper gewezen weg was eenvoudig en veel te vroeg was ik er
dan ook al. Casper echter ook want ik zag Marie aan een boom
aangebonden staan. Ik liep naar haar toe en waagde het haar over het
hoofd te aaien. Toen pas zag ik de jongen. Hij lag in een blauwe
zwembroek aan de kant van het riviertje. Ik liep naar hem toe. Toen ik
zijn zonlicht wegnam, keek hij naar me op.
"Hé, je bent vroeg."
"Jij nog vroeger," luidde mijn antwoord. Ik zette mijn rugzak neer en
nam de knaap goed in me op. Een prachtig mooi lichaam had hij. Lekker
gebruind, lichte donkerkleurige borstbeharing op een mooi gewelfde
borst, een lekker streepje haar van zijn navel naar zijn zwembroek een
mooie strakke buik en lekker behaarde benen. Dat alles deed me
genieten.
"Kom je erbij liggen, het is veel te warm om door de omgeving te
banjeren vandaag!" Hij klopte uitnodigend op de plek op het brede
badlaken naast hem. Ik trok mijn schoenen en sokken uit en daarna ook
mijn shirt. Toen legde ik me voorzichtig naast hem neer om hem niet aan
te raken. Ik vouwde mijn handen onder mijn hoofd, liet de zon op mijn
lijf schijnen en zuchtte diep. "Mooi is het hier hé?"
"Ja, een prachtig uitzicht." Waarvan geen woord gelogen was, ik had toch
al gezegd hoe mooi hij was! Nadat we een tijdje stil naast elkaar
gelegen hadden, draaide hij zich op zijn zij.
"Mag ik je wat vragen?"
"Natuurlijk."
"Maar het is misschien wel een wat indiscrete vraag!"
"Nou ja, probeer me maar. Ik kan er altijd nog voor kiezen om niet te
antwoorden." Even bleef het stil. Ik zag dat hij woorden in zijn hoofd
en mond probeerde te vormen maar ze kwamen nog niet over zijn lippen.
"Ben jij homo?" Nou die vraag had ik niet verwacht. Ik weet ook niet wat
ik wel verwacht had maar dit in elk geval niet. Ik wilde echter niet
moeilijk gaan doen door dingen te zeggen als ‘hoezo', ‘wat bedoel je
daarmee.'
"Ja ik ben homo! Is dat duidelijk te zien?" Hij werd rood in zijn
gezicht en kleurde tot diep in zijn nek.
"Nee, zo bedoel ik het niet, het is echt niet te zien hoor," stuntelde
hij. Nu moet ik je eerlijk zeggen dat het aan mij ook niet te zien is.
Ik ben misschien wel de meest hetero uitziende homo die er rondloopt
maar dat zeggen er waarschijnlijk heel veel. Maar ik bedoel maar, ik
ben geen nicht en gedraag me ook allesbehalve nichterig. Zijn hoogrode
kleur nam een beetje af. "Ik ben het namelijk ook!" verklaarde hij en
werd weer iets roder.
"Vind je dat een probleem?"
"Nee, niet echt alleen ... ik heb nog nooit iets gehad met iemand en
durf meestal geen contact te leggen."
"Nou daar heb ik eigenlijk niet veel van gemerkt!" zei ik en keek hem
zonder gene aan en zag in zijn strakke zwembroek iets groot worden.
"Nee, maar bij jou was dat ook anders. Vanaf dat ik je zag heb ik dat
wel gedurfd. En eigenlijk was dat heel raar voor mij. Ik ben van mezelf
echt heel verlegen en praat niet zomaar met iemand. Met jou ging dat
als vanzelf. Raar hè, vind je niet?" Gut, wat moest ik hierop
antwoorden. Ik knikte wat en ineens gebeurde het. Het ging allemaal
vliegensvlug, zo snel dat ik niet eens kon reageren. Voor ik het wist,
lag Casper boven op mij en begon hij zijn kruis tegen het mijne te
bewegen. Hij kreunde en ik voelde hoe groot en hard hij was. Hij drukte
zijn lippen op die van mij en baande zich een weg naar binnen. Ik liet
hem begaan. Onze tongen vonden elkaar eventjes en toen verbrak hij de
kus en door de diepe zucht die hij slaakte, merkte ik dat hij
klaargekomen was. Meteen draaide hij zich van me af, stond op en wilde
zich aan gaan kleden. Ik sprong op.
"Casper, niet doen!"
"Ik schaam me dood," sprak hij op huilerige toon. Hij was opnieuw
vuurrood in gezicht en hals en het huilen stond hem echt nader dan het
lachen. "Ik had dit nooit mogen doen. Ik heb misbruik van je gemaakt.
Verdomme waarom doe ik dan toch ook zo stom!" Ik pakte hem bij beide
armen beet en trok hem naar me toe. Ik praatte tegen hem en probeerde
hem tot rust te brengen.
"Het geeft niets. Er is toch helemaal niets bijzonders gebeurd."
"Jawel, ik heb me vreselijk laten gaan bij jou en was zo geil dat ik op
je klaargekomen ben."
"Nou en, wat zou dat!"
"Dat is toch vreselijk. Als we nou beiden..."
"Hou op Casper. Doe jezelf dit niet aan. Oké, je hebt je laten gaan maar
het geeft niet. Ik vind het niet erg." Hij keek me recht in de ogen en
wendde toen zijn blik af.
"Echt niet?"
"Echt niet. Kom ga weer liggen. Doe je zwembroek uit." Verbaasd keek hij
me aan. "Nee ik wil niets van je Casper maar dan kun je hem even
uitspoelen en jezelf ook even schoonmaken." Hij deed wat ik zei, stapte
het water in en trok zijn zwembroek uit en begon deze uit te spoelen.
Ik keek toe en genoot met volle teugen. Wat prachtig. Wat was hij mooi.
Ik ging weer liggen en even later kwam hij bij me.
"Ik schaam me nog steeds dood." Ik verzekerde hem opnieuw met klem dat
dat echt niet nodig was.
"Je had hiervan moeten genieten jongen. Het was de eerste keer dat je
bij iemand klaarkwam, toch?" Hij knikte. Ik pakte zijn hand en kneep er
zachtjes in. Hij rilde over zijn hele lijf. Zachtjes streelde ik zijn
arm. Het voelde heerlijk aan. Een warm jong, jongenslijf zo dichtbij.
Dit was heerlijk.
"Ik... euh... ik weet niet of ik wel verder wil hoor!?"
"Ik ga ook echt niet verder hoor! Ik probeerde je alleen maar te
troosten en je wat op je gemak te stellen. Bovendien ben ik veel te oud
voor je. Er zijn jongens van jouw leeftijd genoeg die wat met je zouden
willen."
"Denk je?"
"Natuurlijk. Waarom niet. Je bent knap, goed gemanierd, leuk in de
omgang." Hij begon te lachen.
"Zou je me wat vast willen houden?" Natuurlijk wilde ik dat wel. Ik had
me flink gehouden maar het liefst had ik natuurlijk heftig met hem
willen vrijen hier maar ik wist ook dat ik geen partij voor hem was. Ik
draaide me naar hem toe en sloeg mijn armen om hem heen en hij de zijne
om mij. We lagen een hele tijd rustig naar elkaars ademhaling en
hartslag te luisteren totdat hij zei dat hij terug naar de camping
moest. We stonden op, hij trok zijn inmiddels droge zwembroek weer aan
en ook de rest van zijn kleren. "Weet je dat jij ook best knap bent,"
zei hij ineens.
"Oh ja, wat vind je dan mooi aan mij?" vroeg ik terwijl ik me
aankleedde.
"Je ogen, je lippen, je borsthaar..."
"Maar dat heb jij ook," bracht ik in.
"Ja maar dat van jou lijkt net goudspinsel als de zon erop schijnt." Ik
lachte naar hem en streek hem over zijn wang.
"Je bent een leuk joch weet je dat?"
"Ja?"
"Ja!"
"Maar ik moet nu echt weg hoor. Anders ben ik te laat en vragen de
anderen zich af waar ik blijf. Kan ik je misschien nog eens zien?" Dit
had ik totaal niet verwacht en even stond ik dan ook met open mond naar
woorden te zoeken.
"Ja natuurlijk wel. Vanavond koffie?"
"Prima! Hoe laat?" Ik stelde acht uur voor en hij vond dat uitstekend.
Hij steeg op en zette Marie aan tot een draf. Nog even keek hij
achterom en zwaaide naar me. Ik stak mijn hand op. Langzaam, nog
nagenietend van de geheel onverwachte gebeurtenissen, liep ik de heuvel
op naar mijn huisje. Buiten in de zon was het me eventjes te warm
vandaar dat ik binnen neerplofte op de bank na de gordijnen
dichtgetrokken te hebben. Ik trok mijn schoenen uit en ontknoopte mijn
shirt. Mijn hand gleed in mijn korte broek en betastte mijn pik. Hij
groeide snel. Zou Casper gevoeld hebben dat ook ik hard was geweest
toen hij zo heerlijk tegen mij aan had bewogen? Het maakte me niet uit.
Ik werd bij de herinnering aan zijn heerlijke lijf opnieuw geil. En al
kon ik hem dan niet hebben, niemand kon het me afnemen om te fantaseren
over hem. De knoop ging los en de rits naar beneden en met stevige
halen begon ik me te rukken. Ik zakte onderuit op de bank en pompte net
zolang met mijn vuist op en neer tot het witte zaad me op het lijf
kletterde.
Opnieuw een middagje lekker lezen. Loom onder die heerlijke boom die
veel schaduw verschafte. De buren kwamen ook onder de boom zitten
terwijl hun kinderen in de zandbak speelden. Het bleek familie van
elkaar te zijn; de dames waren zusters. Het was gezellig met hen te
praten en toen ik tegen zessen naar binnen ging om wat eten klaar te
maken vroegen ze of ik zin had om zondag met hen te barbecuen. Ik vond
het prima. "Wel wat op tijd hoor," zei een van de dames, "anders kunnen
de kinderen niet meedoen." Het maakte me niet uit.
Tegen achten had ik de koffie klaar en ook twee stukken vlaai
afgesneden. Net toen ik de koffiekan naar buiten bracht, kwam Casper de
tuin ingelopen. "Hé, je bent mooi op tijd man."
"Ja, stiptheid is een van mijn weinige goede kenmerken."
"Zeg, kraak jij jezelf altijd zo af?" Hij lachte en nam plaats in een
van de tuinstoelen. "Zin in een stuk vlaai?"
"Nou, ik weet niet of ik dat nog kan hebben. Ik begin wat uit te dijen
geloof ik." En suggestief klopte hij op zijn buik.
"Jij zeker," glimlachte ik naar hem. Hij lachte terug. Ik liep naar
binnen en haalde de vlaai op. Hij liet het zich goed smaken en ook ik
merkte dat de vlaai van de HEMA toch absoluut niet op kon tegen echte
Limburgse vlaai van de warme bakker (Bakkerij Franssen,
Wilhelminastraat 63, Epen). We dronken onze bekers leeg en ik schonk
nog een keer bij. Onderwijl praatten we over de vakantie maar eigenlijk
waren we beiden wat stil. Het leek gewoon of het gesprek niet echt
wilde vlotten. Nadat we onze bekers opnieuw geleegd hadden, vroeg
Casper of het goed was dat we naar binnen zouden gaan. Ik vond het
prima. Toen we binnen zaten, leek het of hij zich ineens veel meer op
zijn gemak voelde.
"Sorry, dat ik zo stilletjes was maar ik had gewoon het gevoel alsof ik
bekeken werd en met zijn hoofd duidde hij op de buren die nog steeds
onder de boom zaten. Ik voel me gewoon vaak niet op mijn gemak met meer
mensen in de buurt."
"Je bent dus echt verlegen?"
"Ja. Twijfelde je er aan?"
"Ja, en eigenlijk ook niet Maar weet je waarom je verlegen bent, is er
een aanleiding voor?"
"Ik weet het eigenlijk niet. Ik geloof het niet. Maar af en toe raak je
teleurgesteld in mensen en ik heb dan de neiging om me terug te
trekken. Alhoewel ik ook wel van me af sla hoor! Maar elke klap die ik
krijg, komt vaak hard aan. Heb ik het idee. Trouwens, weet je dat je me
nog nooit verteld hebt waar je vandaan komt?"
"Oh nee?"
"Nee, ik heb het je toen wel gevraagd maar door dat gedoe over ‘U' en
‘jij' is het er helemaal bij ingeschoten."
"Nou ik kom uit Dalfsen. Een plaatsje vlakbij Zwolle."
"En wat doe je voor je werk?"
"Ik ben psycholoog." Even zag ik een iets geschokte maar meteen ook
geamuseerde blik in zijn ogen. "Ben je nu op je hoede met alles wat je
gaat zeggen?" Hij begon te lachen.
"Nee hoor, ben je mal. Vind je het een leuk beroep."
"Ja, anders had ik er niet voor geleerd!"
"Maar ja, soms kan een beroep in de praktijk toch wel tegenvallen?" En
natuurlijk had hij hierin gelijk. Ik wist dat van mijn broer. Geleerd
voor leraar en uiteindelijk na twee jaar gedesillusioneerd een baan
genomen bij de politie. Maar waar dat nou aan gelegen heeft, weet ik
nog steeds niet.
"Ik heb nu drie jaar een eigen praktijk en ik vind het heel mooi werk
wat ik doe. Ik vind het alleen zo jammer dat er zoveel behoefde is aan
psychologen. Ik heb een wachtlijst van 3 maanden. En dat vind ik
eigenlijk heel vervelend. Het liefste zou ik iedereen meteen willen
helpen. Er is zoveel psychische nood tegenwoordig." Ik zat op mijn
praatstoel en kletste maar door. Niet een keer viel Casper mij in de
reden. Toen ik uitgepraat was vroeg hij me hoe oud ik was.
"Achtentwintig," luidde het korte antwoord. "En wat is jouw leeftijd,
ik denk 18?" Hij knikte ter instemming. Ik schonk ons iets anders te
drinken in. Hij nam wat vruchtensap en zelf nam ik een glaasje rode
wijn. "Vertel eens wat meer over jezelf. Ik beloof je dat ik je niet
zal analyseren." Opnieuw lachte hij en ik glimlachte naar hem.
"Nou ja, ik ben dus 18 en doe het komende jaar VWO6 in Groningen waar ik
woon met mijn vader, moeder en zus. Zij is een jaar ouder."
"Voor het eerst zonder ouders op vakantie?"
"Nee, al voor het derde jaar. Mijn moeder heeft MS en zit sinds drie
jaar in een rolstoel."
"Vervelend man, rot om te horen. Hoe oud is ze!" Ze bleek nog maar 50 te
zijn. Er was een denkrimpel boven Caspers ogen verschenen waaruit ik
concludeerde dat hij erg veel om zijn moeder gaf. Verdomme, ik had toch
beloofd dat ik hem niet zou analyseren!
"Ja, heel vervelend maar je moet me geloven, ze is de meest positieve
mens die ik ook ben tegengekomen. Natuurlijk heeft ze ook wel haar
slechte momenten maar altijd weet ze er weer wat van te maken. Ook al
is het duidelijk dat het steeds wat minder wordt, ze blijft opgewekt en
vrolijk."
"En jij? Kun jij er een beetje mee omgaan?"
"Ja, niet altijd hoor. Dan vraag ik me hopeloos af waarom mij zoiets
moet overkomen. Maar anderzijds ben ik eigenlijk ook blij dat juist zij
mijn moeder is. Ze heeft me zoveel geleerd. Ze is zo duidelijk een
voorbeeld voor mij dat ik niet weet wat ik zonder haar geworden zou
zijn."
"Kun je een voorbeeld geven?"
"Oei." Even dacht hij na maar toen keek hij me met een bedenkelijke
frons op zijn gezicht recht in de ogen. "Jawel, maar het is wel heel
persoonlijk." Ik verzekerde hem dat ik te vertrouwen was en dat ik
niets van dit gesprek verder zou vertellen. "Toen ik vijftien was,
kreeg ik iets me een meisje op school. Iedereen had verkering en dus ik
ook. Je weet misschien wel hoe dat gaat." Hij lachte schuins naar me.
"Disco, bioscoop en dat soort dingen. En op een avond toen ik haar
thuisbracht begon ze opeens met me te zoenen. Dat vond ik niet vreemd
of vervelend hoor maar het kwam wel wat onverwachts. Wat ik wel
vervelend vond was dat ze me ineens in mijn kruis begon te voelen. Ik
zei dat ik het niet wou en dat ze op moest houden. ‘Wat mag ik je niet
eens lekker pijpen?' zei ze. Ik dacht dat ik een appelflauwte zou
krijgen maar bleef koel en zei overduidelijk dat ik dat niet wilde. Nou
ja om kort te gaan, de dag daarna was is de risee, de verschoppeling op
school. Het verhaal ging de ronde dat Casper zich niet had willen laten
pijpen door een van de lekkerste meiden van school. En meteen daar
achter aan natuurlijk de speculaties: ‘Zou Caspertje misschien van de
club zijn?'." Hij pauzeerde even en nam een slok uit zijn glas. Hij
vestigde zijn blik weer op mijn gezicht en vervolgde. "De eerste dagen
liet ik het over mijn kant gaan. De verkering bleek trouwens ook ineens
uit te zijn. Ze wilde niets meer van me weten. Mijn moeder weet altijd
meteen als er iets met me aan de hand is en na twee dagen kwam ze mijn
kamer binnengereden. Ze deed de deur achter zich dicht en zei: ‘Ik denk
dat we eventjes moeten praten.' Haar standaardzin als zij vind dat jij
je hart eens moest luchten. Ze hoefde niet aan te dringen, alles kwam
er in een stortvloed uit en meteen daarbij gaf ik ook aan dat ik best
veel voor jongens voelde. Dat ik over jongens fantaseerde en droomde en
dat ik eigenlijk wel het idee had dat ik een homo was. Ik was echt in
tranen. Mijn moeder trok zich naar me toe en troostte me zoals ze
altijd deed; zacht sprekend en me strelend over mijn haar en rug. ‘En
wat is nu eigenlijk het probleem?' vroeg ze na een tijdje. En heel
scherp wist ik dat de beantwoordden. Ik vond het gewoon walgelijk dat
iemand al zo snel seks met een ander wilde. We hadden nog maar pas
verkering en ik wilde nog helemaal geen seks met haar. Het had ook
helemaal niets met mijn andere geaardheid te maken. Drie keer met
elkaar een avondje uit en dan al dat soort dingen met elkaar doen, vond
ik veel te snel. Haar tweede vraag was veel moeilijker. Wat er nu mee
te doen? Ik kon alleen maar mijn schouders ophalen. Helder bracht ze de
verschillende mogelijkheden op tafel en besloot toen met: ‘Dit zijn de
dingen die je zou kunnen doen jongen. Ze zijn geen van alle gemakkelijk
te doen en je zult er vreselijk door bezeerd worden. Maar doe je niets,
dan bezeren ze je ook! Jij moet nu een keuze maken.' Dat is mijn moeder
ten voeten uit. Duidelijk in haar mening en wijs. Ik hou van dat mens."
Hij pakte opnieuw zijn glas en dronk het leeg.
"En wat heb je gedaan toen?"
"De volgende dag hadden we maatschappijleer en ik had in de pauze voor
de les de lerares gevraagd of ik een maatschappelijk probleem aan de
orde mocht stellen in een groepsgesprek."
"Wow, daar had je durf voor nodig!"
"Zeker, het was ook niet gemakkelijk. En mijn hart bonsde me gigantisch
in de keel. Maar ik heb doorgezet en verteld hoe ik over relaties
dacht. Dat ik geloofde in meer dan alleen maar seks. Dat liefde en seks
voor mij heel veel met elkaar te maken hebben en eigenlijk niet eens
los gezien kunnen worden. Meteen heb ik toen ook verteld dat ik
homoseksuele gevoelens had."
"En de reacties?"
"Alle jongens in de klas vielen me natuurlijk gigantisch af. Macho's
horen namelijk te gaan voor zo snel mogelijk scoren en mietjes daar
moeten ze niets van hebben. Een aantal meisjes, de grote slettebakken
van de school, waren het er natuurlijk ook niet mee eens. Slechts een
aantal meisjes durfde ronduit te zeggen dat ze het met me eens waren.
Maar als niemand me bijgevallen was, had ik het ook goed gevonden. Ik
deed het niet voor de anderen maar voor mezelf."
"God, Casper. Dat is echt iets ongelofelijks man. Je was nog maar 15! En
dan al zulke dingen durven doen. En dan ben je verlegen?"
"Ja, dat ben ik nog steeds en misschien juist wel daardoor. Het helderde
namelijk in de relatie met de rest van de groep niets op. Ik was
eerlijk geweest maar werd er vreselijk voor gestraft. Ik lag er buiten.
Niemand, nou ja bijna niemand, wilde meer iets met me van doen hebben.
Ik werd nageroepen op het schoolplein omdat ik anders was. Ik was al
mijn geloof in de mensheid echt verloren. Donker was het om me heen.
Vreselijk donker. Ik verweet me zelf dat ik het zo had willen oplossen.
Mijn moeder had me gewaarschuwd voor de pijn maar ik kon het niet aan.
Als een schildpad, trok ik mijn kop, armen en benen in mijn schild."
Even hoorde ik een snik in zijn stem en ik zag hoe hij bij de
herinnering een traan wegpinkte uit zijn ooghoek. "Halverwege het jaar
verhuisden we gelukkig naar de stad Groningen en kwam ik op een andere
school. Niemand kende me daar en vanuit die anonimiteit klom ik
langzaam weer uit mijn donkere dal omhoog. En nu ben ik hier. Nog
steeds bang dat ik door anderen gehoond word en bekeken. Dat ze achter
mijn rug om over me praten en me zwart maken. Dit ben ik." Lange tijd
was ik stil omdat ik, zelfs ik, even helemaal niets wist te zeggen. Ik
had vakantie en werd hier met diep menselijk leed geconfronteerd. En
dat in zo'n mooi, jong jongenslichaam. Casper pakte zijn zakdoek en
snoot zijn neus.
"Het doet je nog steeds pijn, hè!" Niet zozeer een vraag als wel een
constatering.
"Ja, en de herinnering zal dat ook altijd blijven doen. Heb jij ook van
die herinneringen?" Ik lachte naar hem en zei hem dat hij die vast niet
wilde weten. "Natuurlijk wel. Gaat u maar liggen meneer de psycholoog,"
grapte hij. Zonder verder na te denken, begon ik het verhaal dat mijn
leven het meeste had gedomineerd. Ik had het idee dat twee verhalen die
beiden vol zaten van pijn en verdriet een band zouden kunnen scheppen.
Niet dat ik dat voor ogen had maar wellicht kon het hem goed doen, had
hij er iets aan als hij wist dat ook andere mensen diep leed door
moesten maken, soms. Maar vooral om hem te laten zien, god zo belerend
bedoel ik dat niet maar ik weet gewoon niet hoe het anders te zeggen,
dat dingen ten goede kunnen keren.
"Ik was niet de doldrieste van de jongens op het internaat. Mijn ouders
zijn toen ik twaalf was omgekomen bij een auto-ongeluk en andere
familie dan mijn opa van moeders kant had ik niet. Ik kon echter niet
bij hem wonen omdat hij al behoorlijk op leeftijd was. Dus zat ik op
een internaat. In de vakanties echter was ik altijd bij mijn opa. Ik
was een meelopertje en keek altijd op tegen alle anderen. Had een
slechte dunk van mezelf. Ik was niet goed in sport; vond ik. Ik was
niet knap; vond ik. Anderen waren altijd overal beter in dan ik. Ik
haalde prachtige cijfers want leren dat kon ik wel. Maar zelf die
prestaties vond ik niet interessant genoeg om me zelf hoog aan te
slaan. Een jongen in mijn groep was mijn ideaal: Peter. Prachtig om te
zien, reuze goed in sport, kortom al die dingen die ik niet in me had.
Ik viel echt als een blok voor hem. Hij kon alles bij me voor elkaar
krijgen. Ik maakte zijn huiswerk, zijn spiekbriefjes, noem maar op. En
toen ik 16 was, sliep ik voor het eerst met hem. Ik vond het heerlijk
om seks met hem te hebben en was ook vreselijk verliefd. Echt tot over
mijn oren. Ik verdronk er bijna in." Mijn handgebaren en klokkende
geluidjes deden een lach aan Caspers mond ontsnappen. Gelukkig, hij kon
nog steeds lachen. "Na onze schooltijd gingen we beiden studeren in
Utrecht en natuurlijk woonden we samen. Ons leven was heerlijk. We
genoten van elkaar en onze resultaten op de universiteit waren ook
goed. Maar al snel kwamen er wat barstjes in mijn geluk. Vrienden
vertelden me dat Peter het ook met anderen deed. Ik was te verliefd en
geloofde er geen woord van. Niet Peter, we hadden al jaren wat samen
dus dat kon niet. De geruchten bleven echter komen en in plaats van er
iets mee te doen, deed ik juist het verkeerde. Ik kapte de
vriendschappen met anderen af. Wilden zij tenslotte niet dat Peter en
ik uit elkaar gingen? Waren zij niet vreselijk jaloers gewoon? Al dat
soort ideeën kwamen in me op. Achteraf gezien..."
"Maar ja, achteraf gezien is altijd alles veel makkelijker, toch?" viel
Casper me in de reden. Ik knikte.
"Ja, achteraf gezien had ik het natuurlijk anders moeten doen. Maar door
mijn eigen onzekerheid en blindelingse vertrouwen op Peter deed ik
juist de verkeerde dingen. Ik bleef bij Peter en had hem nog steeds
waanzinnig lief. Er was volgens mij gewoon niemand beter voor mij dan
Peter. Tot onze vakantie op Kreta. Ik was toen, even nadenken, 22 en
hij ook. Op een dag wilde ik na de siësta nog wat boodschappen gaan
halen maar hij wilde niet mee. Okay geen probleem dan ging ik wel
alleen. Toen ik zo'n twee uur later terug kwam, stapte er juist een van
de kelners uit onze kamer. Grieken zijn aardig donkerhuidig maar toch
meende ik een duidelijke blos op zijn wangen te zien. Ik ging naar
binnen en trof Peter aan in bed. ‘Wat doe jij dan in bed midden over
dag?' wilde ik weten. Hij zei dat hij moe was en op me wachtte. Zijn
innemende glimlach haalde me over en we hadden een heerlijke
vrijpartij. Toen hij naar het toilet was, vond ik naast het bed een
dichtgeknoopt condoom. We vrijden altijd zonder dus..." Ik keek Casper
vragend aan.
"Hij had een wip met de kelner gemaakt."
"Juist. En ik stommeling, zei er niets was. Ik was doodsbang dat ik
Peter zou verliezen. Niet alleen hem maar ook alle zekere dingen om mij
heen. Alles wat me zekerheid gaf, was verbonden met Peter dus ging ik
door en deed alsof er niets aan de hand was. Maar er waren barstjes
ontstaan in onze verhouding. Ik studeerde nog maar ging ook zelf in
therapie bij een klinisch psycholoog. Niet van de een op de andere dag
hoor maar toen ik eindelijk besefte dat ik zonder Peter haast niet
durfde adem te halen. Peter was mijn alles. Maar meteen ook het enige
in mijn leven. Buiten hem bestond er niets. Ik begon het beangstigend
te vinden, het benauwde me. De therapie werkte goed en langzaamaan
leerde ik meer mezelf te worden. Hoe dat precies in zijn werking ging,
weet ik nu uitstekend vanwege mijn studie maar wat er nou eigenlijk
gebeurde weet ik niet. De theorie ken ik maar de praktijk schijnt
iedere keer weer anders uit te pakken. Ik merk dat nu met mijn eigen
patiënten."
"Ja een standaardoplossing voor zaken die mensen aangaan, lijkt me ook
niet mogelijk. Iedereen is zo verschillend."
"Inderdaad. Maar.."
"Sorry dat ik je in de reden val maar mag ik misschien even van het
toilet gebruik maken?"
"Ja hoor, ga gerust je gang. Ga maar even naar je eigen gezeik
luisteren. Je zult dat van mij al wel lang zat zijn!" Hij liep naar het
toilet nadat ik hem gewezen had waar dat was en kwam even later weer
terug.
"Zeg, eventjes om alles op een rijtje te zetten..." Hij plofte op de
bank naast me neer. "Jij hebt naar mij geluisterd en dus luister ik
naar jou! Okay? Jouw verhaal is net zo belangrijk als het mijne!" Ik
knikte braaf naar hem.
"Je bent lief weet je dat?"
"Ach gut, dat zegt mijn moeder nou ook altijd." Ik stompte hem
vriendschappelijk op zijn schouder en ging verder met mijn verhaal.
"Waar was ik. O ja, maar ik knapte dus op van de therapie waar
tegelijkertijd werd de barst in onze relatie een scheur. Ik begon me te
ergeren aan het dominante gedrag van Peter dat ik jaren voor zoete koek
geslikt had. Ongetwijfeld merkte hij dat ook maar hij liet er niets van
blijken. Toen ik op een avond te vroeg thuis kwam, er was een
vergadering afgelast, trof ik hem in bed aan met een jongeman. Ik ging
netjes in de huiskamer zitten wachten tot de vent wegging. Peter kwam
in badjas naar me toe en wilde me een kus geven. Ik weerde hem af en
zei hem klip en klaar waar het op stond. ‘Dit is de laatste keer
geweest Peter. Ik wil niet meer dat je me bedriegt. Als het nog een
keer voorkomt, rot je maar op.' Hij verontschuldigde zich hevig en zei
dat het hem enorm speet en verzekerde me dat het nooit meer zou
gebeuren. We maakten het goed, zoals het heet maar... de scheur kreeg
echter de grootte van een ravijn. Ik liet een aids-test doen omdat ik
bang werd. Bang voor Peters ongeremde capriolen. Wie weet met hoeveel
kerels hij het al gedaan had? De verhalen van mijn oude vrienden kwamen
weer boven. Zou hij... Ik zocht er een paar op en mijn ergste twijfels
werden bewaarheid. Al die jaren dat wij samen waren geweest, ook op het
internaat, had Peter het naast mij ook met anderen gedaan. Doodsbang
wachtte ik het resultaat van het onderzoek af. Gelukkig was er niets
aan de hand. Ik gebruikte echter toen echter al wel condooms met hem
als we seks hadden. Eerst had hij dat niet gewild maar ik had ronduit
geweigerd iets met hem te willen. Mijn zekerheid begon met de dag te
groeien." Ik stopte even en dronk mijn glas leeg. "Jij nog wat
drinken?" Casper knikte en ik schonk onze beide glazen nog eens vol.
"Ga je verder met je verhaal?"
"Ja. Ik begon afstand van Peter te nemen, maakte eigen vrienden. Gewone
vrienden hoor? Twee jaar daarna kwam de breuk. Opnieuw trof ik hem
thuis aan met iemand anders. Terwijl hij en de jongen zich aankleedden,
pakte ik zijn tas in. Toen hij bij me kwam en probeerde zich te
verontschuldigen, heb ik hem gezegd dat ie op kon rotten. Hij ging en
ik klapte in. Hoe zeker ik ook was geworden. Ineens was alles om me
heen leeg. Ik werkte al als zelfstandig psycholoog maar kon mezelf even
niet genezen. Ik ben toen gevlucht voor mezelf. Ben verhuisd en
werkelijk dat scheelde een stuk. Heel veel herinneringen vielen ineens
weg. Maar het was ook allemaal zo dubbelzinnig wat ik deed."
"Ja, dat is het hem juist denk ik. Bij mij was het precies zo. Enerzijds
was ik reuzeblij dat ik voor mijn eigen mening was uitgekomen maar
anderzijds voelde ik me zo rot omdat ik nergens meer bijhoorde."
"Ja, dat was het. Ik was blij dat ik Peter had gezegd dat hij op kon
rotten maar treurde tegelijkertijd om meer dan tien jaren dat ik samen
met hem was geweest. Ik kreeg een praktijk aan huis en gelukkig slokte
mijn werk me veel op. Maar op die momenten dat ik alleen was, voelde ik
me ook echt verlaten. In de eerste zomervakantie ging ik naar een plek
waar ik eens met Peter was geweest en kwelde mezelf met de
herinneringen. Het jaar daarna deed ik precies hetzelfde. Daarna heb ik
me echter voorgenomen om geheel en al opnieuw te gaan beginnen. Geen
Peter meer die mij het leven zuur zal maken. Klinkt dat niet
strijdvaardig?" Casper lachte naar me. Ik voelde me goed, blij dat ik
die herinneringen eens van me af kon praten. Daarna praatten we nog
tijden samen over hobby's, sport en noem maar op. De tijd vloog voorbij
en ineens was het echt pikdonker in de kamer.
"Zeg hoe laat is het?" vroeg hij me. Ik drukte een knopje op mijn
horloge in en het display lichtte op en gaf aan dat het al bijna één
uur was. "Wow, verdikkeme ik moet nodig weg man!" En meteen sprong
Casper in de benen.
"Wil je dat ik een eindje met je meeloop?" Hij knikte en zo liepen we
samen door de stilte van de nacht in de richting van de camping. We
praatten niet maar liepen zo ieder in eigen gedachten verzonken totdat
Casper zei dat ik wel weer terug mocht gaan. "Oké," antwoordde ik.
"Zeg Vincent, snap je nu een beetje waarom ik me vanmiddag na het
incident zo rot voelde?"
"Ja, ik kan dat nu heel goed begrijpen. Het is het dubbelzinnige, aan de
ene kant je principes maar aan de andere kant dat andere dat je soms
drijft." Hij knikte. "Maar ik denk dat je zult moeten proberen om wat
flexibel met die principes om te gaan. Ga je alles eerst langs de
maatstaf van je principes leggen, dan blijft er geen enkele
spontaniteit in je leven over. Ik ben bang dat je dan heel star zult
gaan worden. Alsjeblieft, blijf af en toe gewoon eens gek doen zonder
er bij na te denken." Hij keek me verbaasd aan en een voorzichtige
glimlach kwam om zijn lippen.
"Hoeveel ben ik je schuldig voor het consult van deze avond?" Ik stompte
hem op zijn arm.
"Later maak ik de nota wel op," luidde mijn reactie. Hij lachte
luidkeels en ik genoot ervan dat de avond die zo serieus verlopen was
nu met gelach kon worden beëindigd.
"Heb je misschien zin om morgen samen iets te gaan doen?" Ik vond het
prima en liet hem de keuze. Hij stelde voor om te gaan zwemmen in
Gulpen, een plaats in de buurt. Ik zei hem dat ik hem om halftien zou
komen ophalen. "Wacht maar op me bij de parkeerplaats."
"Okay." Hij liep verder in het donker en een tijdlang bleef ik hem
nastaren. Wat gebeurde er nu in mijn leven, vroeg ik me af. Was dit een
nieuw begin of...
Donderdag 26 juli (eigenlijk was het natuurlijk allang donderdag) Het
was al na achten toen ik eindelijk de ogen opsloeg. Geen wonder ook.
Gisteravond was het laat geworden en het had nog tijden geduurd voor ik
eindelijk in slaap was gevallen. Mijn gedachten waren blijven malen en
het had erop geleken dat er geen eind aan kwam.
Ik ontbeet snel en douchte me. En precies om 09.30 uur zette ik mijn
auto op de parkeerplaats bij 'De Rozenhof'. ‘Meneer Precies Op Tijd'
was er echter al. "Zeg je hoeft die goede eigenschappen van je niet
steeds te tonen hoor!" Lachend stapte hij naast me in de auto en vroeg
of ik goed geslapen had. Ik antwoordde van wel.
"Ik niet," zei hij. "De hele nacht heb ik over ons gesprek nagedacht en
ik vind het nog steeds opmerkelijk dat ik jou zo in vertrouwen durf te
nemen. Weet je dat jij de enige bent die dat hele verhaal te horen
heeft gekregen."
"En je moeder dan?"
"Nee, die heb ik niet de hele waarheid verteld. Alleen verteld dat ik
het groepsgesprek had gehad maar de uitkomst heb ik voor haar verzwegen
omdat ik haar geen pijn wilde doen."
"Maar ze heeft vast jouw pijn wel gevoeld, jongen."
"Denk je het?"
"Na wat jij me over haar verteld hebt, weet ik dat wel zeker. Ik denk
niet dat jij veel verborgen kunt houden voor haar." Voor we het wisten
waren we in Gulpen en bij het zwembad. We waren te vroeg. Buiten stond
reeds een lange rij wachtenden. Om tien uur precies ging het zwembad
open en kwam de rij in beweging. We stelden ons niet meteen op maar
toen de grootste stroom naar binnen was gegaan, kwamen ook wij in
beweging. Ik betaalde voor ons beiden onder protest van Casper die me
verzekerde dat hij me terug zou betalen. "Ja hoor, Casper als je rijk
bent, betaal je me maar eens terug." Dit keer kreeg ik een stomp.
Ik was als eerste klaar met omkleden en toen Casper uit zijn badhokje
kwam, zag hij er net zo bekoorlijk uit als gisteren. Echt een prachtig
mooi jongenslijf. Ditmaal droeg hij een zwarte zwembroek. En ik kon
niet nalaten om dat stukje textiel even grondig te bekijken. De
contouren van de inhoud waren duidelijk te zien. Hij moet gezien hebben
dat ik naar hem staarde want hij wekte me uit mijn dagdromen op.
"Hé hou eens op zo glazig te kijken zeg. We zouden toch gaan zwemmen? Of
wil jij de hele dag hier naar mij staan te gluren?"
"Is dat een mogelijkheid?" Een tweede stomp die ochtend die ik moest
incasseren. Eerst probeerden we in het binnenbad alle glijbanen en
andere attracties een tijd lang uit maar gestaag werd het zo druk dat
je op je beurt moest wachten. Ik vind er dan geen zak meer aan en
gelukkig werd Casper het ook al snel beu toen. We dronken wat in het
restaurant en begaven ons daarna met onze handdoeken en de krant die ik
gekocht had naar buiten. Het was prachtig weer. De ligweide lag er
zonovergoten bij en we kozen een plaatsje uit bij een grote boom.
Casper was zo bruin dat hij absoluut geen zon meer nodig had maar ik
kon nog wel wat kleur gebruiken. Nadat we onze spullen hadden
neergelegd, zouden we het water in het buitenbad uitproberen. Casper
sprong er met een aanloopje in maar ik ben iemand die eerst zijn grote
teen in het water duwt om te kijken of het wel aangenaam is. Nou en dat
was het dus niet. Veel te koud naar mijn mening. Maar ja, als je dan
met iemand in het zwembad bent, heb je grote kans dat deze er alles aan
doet om ook jou in het water te krijgen. En inderdaad, Casper deed
allerlei pogingen om me te overreden toch in het water te komen. Hij
zwom op zijn rug langs me heen en toonde me telkenmale een brede
glimlach.
"Het is heerlijk, man. Kom er toch in!" Ik dus niet hè! Daarna probeerde
hij me nat te gooien maar steeds was ik te snel achteruit en de enkele
druppels die me wel raakten waren voor mij het overtuigende bewijs om
toch maar op de kant te blijven. Maar ik wilde geen spelbederver zijn
en raapte uiteindelijk al mijn moed bijeen en stapte manmoedig (het
woord alleen al, alsof vrouwen niet moedig kunnen zijn!) het water in.
Casper applaudisseerde plagerig voor me. Meteen gooide ik, water
scheppend met beide handen, hem nat. Hij lachte alleen nog maar meer om
me. De temperatuur van het water was eigenlijk best wel aangenaam, ik
ben gewoon een kleinzerig mannetje Het was heerlijk koel en het werkte
verfrissend op mij en Casper die als een dolle hond door het water
ploegde en me achterna zat. Hij zwom uitstekend en menigmaal slaagde
hij erin me onder te duwen. Ook mij gelukte dat best wel en ik merkte
dat we in lichaamskracht weinig voor elkaar onderdeden. Toen we genoeg
hadden van het gespetter en gespat liepen we, nadat ik eerst mijn
portemonnee had opgehaald, langs de snackbar voor wat eten en drinken.
Met onze mondvoorraad togen we toen weer naar onze handdoeken en de
heerlijk koele schaduw van de boom. Casper at gretig en was veel eerder
klaar dan ik. Terwijl ik nog at en dronk, strekte hij zich languit op
zijn handdoek uit. Tussen de happen door keek ik naar hem. De
waterdruppeltjes hingen nog aan de beharing op zijn borst en ik vond
het een mooi gezicht. Toen ik klaar was, vroeg hij mij of ik het erg
vond dat hij even wat ging slapen. Ik schudde het hoofd en hij draaide
zich op zijn zij naar me toe. In no time sliep hij. Nu had ik alle tijd
om hem eens heel goed te bekijken en dat deed ik dan ook. Echt, ik heb
het al vaker gezegd, hij had een prachtig mooi lijf. Vooral die donkere
beharing op zijn lichaam gaf me een heel goed gevoel. Het was niet iets
van geile opwinding, ik werd niet stijf of zo, maar veeleer een
erotische aantrekkingskracht. Een wee gevoel in mijn buik. Vlinders
misschien?
Ik zat zo naar hem te turen dat ik niet eens merkte dat er al heel veel
tijd verstreken was en dat hij wakker was geworden.
"Hé, zit je nou al weer naar me te gluren? Straks kijk je al het moois
er nog af man!"
"Nou, Casper dan moet ik tot in de eeuwigheid hier blijven zitten kijken
en dat wil ik nou ook weer niet doen," grapte ik. Hij lachte naar me.
"Nog eventjes zwemmen?" Ik vond het prima en dit keer plonsde ik voor
hem het water in. Het was echter in de tussentijd behoorlijk druk
geworden en van echt zwemmen was geen sprake meer. Als pieren in een
potje zochten de vakantiegangers en inwoners van Gulpen verkoeling in
het zwembad. Na een kwartier was ik het zat en ook Casper had geen zin
meer. We haalden onze spullen op en gingen naar de kleedcabines toe.
Even later stonden we op de stoep voor het complex met de vraag: wat
nu? Ik stelde voor om wat te gaan winkelen en zo deden we. De auto
lieten we staan waar hij stond en met z'n tweeën liepen we naar het
centrum. De rivier de Gulp stroomt door het dorp heen en men heeft daar
heel speels gebruik van gemaakt. Overal waterpartijen en
watervalletjes, traptreden die je tot aan de rand van de rivier brengen
en meer van dat soort dingen. Op een gegeven moment stopte Casper
ergens en riep me naar zich toe. Hij wees iets aan en terwijl ik in de
richting van zijn vinger keek, spatte hij me nat! Snel maakte hij zich
uit de voeten en liet mij, nat en verbouwereerd staan. Had ik al gezegd
dat hij duidelijke overeenkomsten heeft met een jonge, dolle hond!
We bekeken wat winkels maar kochten niets. Bezochten daarna nog een
terrasje en liepen toen terug naar de auto. Vlakbij de parkeerplaats
was een pannenkoekenrestaurant en aangezien het inmiddels al halfvijf
was en ik best wel honger had, stelde ik Casper voor om daar wat te
gaan eten.
"Maar, Vincent, je hebt alles al betaald vandaag man!"
"Nou, en?"
"Ik vind het niet prettig om op jouw zak te teren."
"Zeur niet Casper, kom op we gaan eten." Ik trok hem aan zijn arm mee
naar binnen en duwde hem in een stoel. Opnieuw lachte hij naar me.
"Overtuig jij mensen altijd zo, met straffe hand."
"Niet altijd. Alleen maar mensen die niet naar gezond verstand willen
luisteren." Hij lachte schamper maar hield zich in omdat een ober onze
bestelling kwam opnemen. Van enige terughoudendheid in zijn bestelling
was geen sprake en daarmee was ik verheugd. Een teken dat hij zich
duidelijk op zijn gemak voelde bij mij. Het eten smaakte prima en
tijdens de maaltijd converseerden we luchtig met elkaar. Geen moeilijke
zaken alleen maar koetjes en kalfjes. Anderhalf uur later waren me
voldaan en gingen we huiswaarts. Toen we vlakbij ‘De Rozenhof' waren
vroeg ik Casper of hij plannen voor vanavond had.
"Ja, heb ik dat nog niet verteld. Vanavond gaan we met lui van de
camping naar het casino in Valkenburg. Wil je soms mee?"
"Nee, doe maar niet joh." Even was het helemaal stil tussen ons. "Met
wie sta je eigenlijk op de camping hier."
"Mijn zus Julia, haar vriend Rob en de broer van Rob, Tim." Ik reed de
parkeerplaats op en zette de motor van de auto af.
"Maar, wanneer was het ook alweer, zondag? Toen zag ik je met een veel
grotere groep!"
"Ja, man, nooit gekampeerd?" Ik schudde het hoofd. "Op een camping gaat
dat zo. De jeugd trekt heel snel op elkaar aan en doet gewoon heel veel
dingen samen. Vanavond gaan we ook met een stuk of 20 naar het casino
in Valkenburg dus." Ik knikte en zei hem dat ik het begreep. "Ga je
echt niet mee vanavond?"
"Nee. Doe maar niet. Ik zou me een vreemde eend in de bijt voelen."
"En morgen? Heb je al plannen voor morgen?" Ik had nog geen plannen en
schudde dus het hoofd. "Heb je zin om met ons, Rob, Tim en mij, te gaan
fietsen. Ik weet dat je een fiets hebt dus...?" Even was het stil en ik
zag de grote vraagtekens maar ook iets van verlangen in zijn ogen.
"Okay, dat lijkt me wel wat."
"Yep, mij ook. Kan ik eindelijk eens echt zien of je wel zo sportief
bent als je gezegd hebt dat je bent. Morgenvroeg om halftien vertrekken
we. Zul je op tijd zijn?"
"Ja, ‘Meneer Precies Op Tijd' ik zal er zijn hoor!" Plotseling boog hij
zijn hoofd naar me toe en drukte een kus op mijn wang.
"En bedankt voor vandaag." Hij stapte uit en liep zonder om te kijken
weg. Verbouwereerd bleef ik zitten. Mijn wang gloeide helemaal. Wow,
wat gebeurde er toch met me! Geheel in gedachten verzonken, reed ik
terug naar huis. Thuisgekomen rende ik meteen naar de badkamer en heel
kinderachtig stond ik tijden voor de spiegel mijn wang te bekijken.
Wow, ik was echt verliefd. Ik was echt tot over mijn oren verliefd op
die lieve jongen die zo dichtbij was. Zo dichtbij maar toch ook nog zo
ver weg, voor mijn gevoel.
Eten hoefde ik niet meer en daarom zat ik al vroeg op mijn terras achter
de koffie. Ik sloeg de spelende kinderen op het grasveld gade en lachte
om hun spel met de bal. Het grote hek dat de tuin afsloot kraakte en
een jongedame stapte de tuin in.
"Ben jij Vincent?" Ik keek haar met een vragende blik aan en herkende
toen de uiterlijkheden, hetzelfde haar, dezelfde bruine ogen, de vorm
van de neus (niet de grootte) en de strakke lijn van de mond.
"Ja, dat klopt. En dan moet jij Julia zijn!"
"Lijken we echt zoveel op elkaar?" Ik knikte en wees haar op een van de
vrije stoelen. Ze nam plaats en ik vroeg haar of ze ook koffie wilde.
"Graag, melk en suiker alsjeblieft."
"Wil je ook een stuk vlaai erbij of doe je net als je broer aan de
lijn?" Ze lachte haar witte, regelmatige tanden bloot.
"Flauwekul. Hij zeurt weer eens hoor. Die jongen is gewoon te ijdel." Ik
lachte terug en liep naar binnen. Met koffie voor ons beiden en ook
vlaai, ik hoef ook niet op de lijn te letten, kwam ik even later terug.
Meteen nadat ik haar beker had neergezet, pakte ze het op en nam een
klein slokje. "Prima koffie, goed gezet." Ik bedankte haar voor het
complimentje. "Woon je allang op jezelf?"
"Al zo'n 10 jaar zorg ik voor mezelf." En daar was geen jaar bij
gelogen. Meteen na het internaat waren Peter en ik op kamers gaan wonen
en altijd was ik degene geweest die gezorgd had voor het eten.
Eigenlijk had ik voor alles gezorgd! Altijd!
"En, ik weet dat het onbeleefd is, mag ik je vragen naar je leeftijd?"
"Ja dat mag je als ik straks ook een onbeleefde vraag mag stellen?"
"Okay, dat is een deal." En ze reikte mij over de tafel haar smalle,
maar o zo mooie, hand. Ik nam hem aan en schudde hem.
"Ik ben 28 jaar."
"Ik had je jonger geschat," zei ze oprecht verbaasd. "Maar door die 10
jaar dat je voor jezelf zorgt, begon ik te twijfelen. En wat wilde je
van mij weten?"
"Van jou wil ik graag weten waaraan ik dit bezoekje te danken heb. Ik
vind het heel gezellig hoor om bezoek te krijgen maar ik had eigenlijk
verwacht dat jij nu zo ongeveer samen met anderen in het casino in
Valkenburg zou zitten." Opnieuw lachte ze naar me.
"Ja, ik heb een leugentje op moeten hangen om hier te kunnen zijn.
Hoofdpijn! En bijna was het mis gegaan omdat die lieve Casper aanbood
om dan maar bij mij thuis te blijven." Ze lachte hardop. "Maar ik
weet," en verontschuldigend hief ze haar handen omhoog, "dat jij nog
steeds geen antwoord op je vraag hebt." Even was het stil. Ze keek me
recht in de ogen en zei: "Ik wilde gewoon weten wie je was. Wilde weten
wie het voor elkaar gekregen had om Casper eindelijk uit zijn schulp te
halen." Ze verschoof iets op haar stoel en pakte haar kopje opnieuw op.
Terwijl ze dronk keek ik haar aan en verbaasde me opnieuw over de grote
gelijkenis tussen broer en zus. Ze zette het lege kopje terug en ging
verder. "Je moet weten dat Casper vroeger een prachtig, heerlijk open
jongen was. We hadden geen geheimen voor elkaar. We konden over van
alles en nog wat met elkaar praten en deden dat ook. Ons kleine gezin,
vader, moeder, ik en Casper, was een open boek. Totdat het gebeurde."
Opnieuw viel er een stilte waarin ze me recht in de ogen keek. "Ik denk
dat Casper het je verteld heeft," zei ze. "Ik zie het aan je gezicht."
"Dat klopt. Tenminste als je het voorval met zijn ‘vriendinnetje'
bedoelt."
"Ja, maar dat niet alleen. De nasleep was veel groter. Hij koos ervoor
om eerlijk en oprecht te zijn en kreeg de zak op de kop. Eerlijkheid
bleek in dit geval niet de juiste keuze geweest te zijn. Casper
vertelde er niets over thuis en zelfs niet aan mij maar ik wist gewoon
dat het fout zat. Vanaf dat moment was er een breuk in onze relatie.
Voor het eerst was er iets waarover niet gepraat kon worden. En Casper
heeft daar gigantisch onder geleden. Hij werd nukkig, chagrijnig en
echt hij sloot zich soms zo vreselijk in zichzelf op dat mijn moeder en
ik echt bang waren dat hij zichzelf iets zou aandoen. Gelukkig heeft
hij dat nooit gedaan maar onze angst was er wel. De verhuizing heeft
hem goed gedaan maar toch nooit weer die oude Casper teruggebracht."
"Wil je nog een kopje koffie," maakte ik gebruik van de stilte.
"Ja, graag." Wow, vervuld van gedachten liep ik naar binnen toe.
Gisteravond Casper en nu Julia met een heel verhaal. Maar ik vond het
niet vervelend. Want wilde ik iets met Casper, dan zou ik toch
enigszins moeten weten hoe hij in elkaar stak.
"En dan sta je op een camping in Zuid-Limburg," ging ze verder nadat ik
teruggekeerd was, "en dan op een zaterdagmiddag zie je ineens een glimp
van die oude Casper terug. Heel lichtjes maar het is er toch. Je zult
misschien wel denken dat het raar is dat ik dat meteen bemerkte maar
dat is gewoon een familietrek die ik geërfd heb van mijn moeder. Mijn
moeder kan dwars door je heen kijken. Ziet als het ware je diepste
zielenroerselen en die gave, ik noem het maar zo, heb ik dus ook. Niet
altijd makkelijk hoor maar ik moet er wel mee verder." Ik glimlachte
naar haar en wachtte tot ze verder ging. "Die avond heb ik meteen mijn
moeder gebeld en haar verteld wat ik bemerkt had. Natuurlijk was zij
reuzeblij, ook zij had gewacht en gehoopt op de terugkeer van onze
Casper." Naast de vrolijkheid zag ik nu echter ook een traan opblinken
in haar ooghoek. En toen ze verder ging hoorde ik een duidelijk snik in
haar stem. "Het is zo verdomde gemeen geweest dat wij hem verloren
hebben doordat anderen hem verknoeid hebben." De woorden kwamen er fel
uit en waren oprecht gemeend. Haar tranen stroomden nu vrij over haar
wangen en ik bood haar mijn (schone) zakdoek aan. Ze nam hem van me
over en veegde de tranen weg. "Dank je." Ze snoot haar neus en streek
haar haren uit het gezicht. Daarna dronk ze haar kopje leeg. Het bleef
nog even stil maar toen vervolgde ze het gesprek. "Dus nadat ik die
eerste glimp opgemerkt had, hield ik Casper nog beter in de gaten dan
ik altijd al doe. En warempel, het leek erop dat met elke dag die
verstreek de duisternis die over hem gevallen was wat opklaarde.
Onverklaarbaar voor mij totdat hij me gistermiddag vertelde dat hij 's
avonds bij jou op bezoek zou gaan. Toen ging er een belletje bij mij
rinkelen. Toen begon ik er iets van te begrijpen. Ik was blij voor hem
en voor ons. Vanmiddag toen hij thuiskwam was hij zo opgewekt dat hij
zelfs een liedje floot. Dat heeft hij echt jaren niet gedaan. En daarom
wilde ik gewoon weten wie degene is die dit voor elkaar gekregen
heeft." Ze hield haar mond en keek me strak aan.
"En heb je een beetje een antwoord gekregen, denk je?" Ze lachte.
"Nog niet echt maar ik weet in elk geval dat je heel goed kunt
luisteren. Dat je verhalen van een ander de moeite waard vind om aan te
horen. Dat is een eigenschap die je zelden tegenkomt tegenwoordig.
Iedereen is zo vervuld van zichzelf in onze tijd. En jij bent dus die
geheel andere. Die rustig luistert en de ander laat praten."
"Beroepsafwijking dus," voegde ik toe. "Ik ben psycholoog maar allang
voordat ik wist dat ik dat wilde worden kon ik al luisteren. Ik ben
veel meer een luisteraar dan een prater."
"Maar naast dat ik wilde weten wie mijn broertje zo positief
beïnvloedde, wil ik nog iets weten."
"En dat is?"
"Wat zijn je plannen met Casper?" Wow, dat was een directe die hard
aankwam. Wat wilde ik eigenlijk met de jongen. Had ik vanmiddag niet
geconcludeerd dat ik verliefd op hem was? Maar was ik dat wel echt? Was
het niet een bevlieging? "Want ik zou niet willen dat je hem voor twee,
ik weet niet eens hoelang je hier blijft, weken gebruikt als een
vakantievriendje en hem dan dumpt. Dat zou hem nekken en de duisternis
die aan het optrekken is dieper terugbrengen dan ooit." De woorden die
ik sprak waren oprecht en kwamen ondanks het feit dat ik niet zo'n
prater ben er vloeiend uit.
"Ik wil alles met je broer. Ik wil dat hij mijn minnaar wordt, mijn
vriend, mijn levensgezel. Ik wil dat hij zijn leven met mij deelt en
dat ik mijn leven met hem kan delen." Ik keek haar met vurige ogen aan.
"Wow," zei ze. "Weet je het zeker?"
"Ja. Voor het eerst in mijn leven ben ik echt verliefd op iemand. Ik heb
een relatie van 10 jaar achter de rug maar in die 10 jaren heb ik nooit
zoveel liefde voor iemand gevoeld als de afgelopen dagen voor Casper."
"Wow," zei ze opnieuw. Ze stond op uit haar stoel en drukte een kus op
mijn wang. "Vind je het erg dat ik dit doe?"
"Nee, natuurlijk niet. Ben je mal!"
"Echt Vincent. Ik ben zo blij met dit antwoord. Met lood in de schoenen
ben ik hier heen gekomen, weet je. Ik heb je gisteravond toen je samen
met Casper terugliep naar de camping stiekem gadegeslagen en toen ik
zag dat je toch behoorlijk ouder dan hij was, bekroop mij de angst dat
je hem alleen maar wilde voor de vakantie. Voor een pleziertje. Maar
dit antwoord stelt me zo gerust. Dank je."
"Je hoeft mij niet te bedanken. Bedank je broer maar. Hij is echt een
geweldig persoon."
"Ik weet het, maar geloof me dat was jarenlang verscholen. Sinds deze
week komt het weer tevoorschijn. Begint hij weer te leven en dat is aan
jou te danken. ECHT!" Ik leunde achterover en zag in haar blik dat ze
het echt meende. Had ik zoveel teweeg gebracht bij een jongen die ik
amper kende? "Hebben jullie al...?" Ik wist wat ze bedoelde en
antwoordde meteen.
"Nee, dat hebben we nog niet," zei ik met een glimlach om de mond.
"Vanmiddag toen hij uit de auto stapte, heeft hij een vluchtige kus op
mijn wangen gedrukt maar ik was er gigantisch van onder de indruk,
echt!" Beiden moesten we nu lachen. Ik vroeg haar of ze iets anders
wilde drinken en aangezien het buiten kouder werd, gingen we naar
binnen. Ze dronk samen met mij een glaasje wijn en onze conversatie
werd luchtiger en gemakkelijker. Voordat we het wisten was het
gigantisch laat geworden. Julia stapte op en aangezien ik niet wilde
dat ze alleen terug zou gaan naar de camping begeleidde ik haar, zij
het onder protest. Bij de camping aangekomen, ging ze op haar tenen
staan, ik was nu eenmaal duidelijk groter, en drukte ze een kusje op
mijn beide wangen.
"Ik zie jou als zwager best wel zitten," fluisterde ze zachtjes.
"Maar ja, dan moet je broer mij ook wel willen." Daar was mijn twijfel
weer. Zou Casper wel iets met mij willen?
"Vast wel," zei ze. "Hier is je zakdoek terug. Sorry voor mijn gesnotter
erin." We glimlachten naar elkaar. "Slaap lekker straks."
"Ja jij ook." Ze draaide zich om en liep van me weg. Ik beklom het
laatste stukje van de heuvel opnieuw en het kostte me grote moeite.
Niet fysiek maar mentaal. De twijfel had toegeslagen. Ik had ronduit
gezegd dat ik verliefd op Casper was en moest nu afwachten of de jongen
hetzelfde voor mij voelde. Oh, God wat was het leven soms toch
moeilijk!
Vrijdag 27 juli: Had ik lekker geslapen? Nee, absoluut niet. Grote
gedeelten van de nacht had ik wakker gelegen. Keer op keer me
omgedraaid. Ik was gewoon te onrustig om in slaap te komen. Maar om
halftien precies reed ik op mijn gehuurde fiets en in mijn strakke
wielertenue de parkeerplaats van ‘De Rozenhof' op. Daar zag ik twee
jongens staan maar geen Casper. Ik stapte bij hen af en kreeg meteen
een grote hand toegestoken.
"Hoi, jij moet dan Vincent zijn!" Ik drukte de hand en voelde de
overduidelijke mannelijke kracht in de hand van Rob, de vriend van
Julia. Zijn broertje (echt duidelijk jonger) had een duidelijk minder
stevige handdruk.
"Is Casper er nog niet?" vroeg ik. De verbazing op mijn gezicht moet hen
opgevallen zijn want ze begonnen beiden te lachen.
"Nee," zei Tim, "hij is een keer te laat." Maar hij was nog niet
uitgesproken of daar kwam Casper met de fiets aan de hand aangelopen.
"Goedemorgen," begroette hij me opgewekt.
"Nu wel," zei ik terwijl ik naar hem glimlachte.
"Zeg Rob, je kunt toch wel zien dat het geen echte wielrenners zijn hè!"
zei Tim.
"Hoe bedoel je, Timmie?" vroeg Casper.
"Nou jullie zien er niet bepaald gesoigneerd uit." Ik moest lachen.
Casper begreep er echter niets van en daarom legde ik hem uit dat
wielrenners de haren van hun benen en armen scheren. Met grote ogen
keek hij me aan.
"ECHT???"
"Ja. kijk maar naar hen." En ik wees naar Rob en Tim. Beiden hadden ze
gladde armen en benen.
"Nou dat doe ik dus mooi niet hoor!" stelde Casper vast. "Ik ben veel te
trots op mijn behaarde armen en benen. En kan me niet voorstellen dat
je er aërodynamischer van wordt."
"Daar gaat het ook niet om," begon Tim uit te leggen. "Het heeft te
maken met..."
"Laat maar mooi Timmie boy, ik scheer het absoluut niet af. Geen haar op
mijn lijf die daar aan denkt!" Allen schoten we in de lach vanwege de
mooie bewerking door Casper van het spreekwoord.
"Zeg Vincent, heeft Casper je de spelregels uitgelegd?" Mijn verbaasde
blik was duidelijk genoeg en daarom ging Rob meteen verder. "Nee, dus.
Mooie vriend ben jij Casper!"
"Ja maar..."
"Laat maar, ik zal het wel uitleggen want als jij dat moet gaan doen,
dan staan we hier morgen nog. Vincent, mocht je geacht hebben dat het
een plezierritje wordt vandaag dan heb je het mis. We hebben een
spelelement ingebracht en dat houdt in dat we bij elk plaatsnaambordje
racen voor punten. De eerste krijgt drie punten, de tweede twee en de
derde drie."
"En de vierde dan?" vroeg ik plagerig.
"Houd je mond man. Zo schieten we nooit op," siste Casper me lachend
toe.
"De vierde Vincent krijgt niets dus als ik jou was, zou ik maar goed
mijn best doen. De winnaar krijgt geen prijs maar degene die als
laatste eindigt is de klos en moet vanavond het eten betalen voor de
hele groep inclusief Julia."
"Ja, want anders moet Rob dat betalen," merkte Casper op.
"Hopeloos zijn jullie twee gewoon." Rob schudde zijn hoofd, draaide zijn
rug naar ons toe en stapte op zijn fiets. We volgden zijn voorbeeld en
even later reden we gevieren de heuvel af in de richting van Epen. Het
ging mij veel te hard. Ik vond het echt doodeng. Fietsen doe ik vooral
in het weekend veel maar de omgeving van Zwolle en Dalfsen is gelukkig
vrij vlak. Hier stond ik in de bochten doodsangsten uit, in het begin
in elk geval. Het bordje van Epen werd gewonnen door Rob. Door het dorp
deden we rustig aan vanwege de drukte en vlakbij de supermarkt gingen
we naar links in de richting van Slenaken. Dit stukje kende ik van de
wandelingen en ik liet zien dat ik niet een pocher was maar echt kon
fietsen. Heuvel op durfde ik wel. Ik schakelde meteen goed en had al
snel een voorsprong op de anderen. Bovendien wist ik waar het bordje
van Eperheide stond. Twee voordelen dus. En inderdaad Eperheide werd
mijn victorie. Met een brede smile op mijn gezicht draaide ik me om
naar mijn achtervolgers die pas veel later het bordje passeerden,
Casper als laatste.
"Nou Casper," riep Rob hem toe, "nu moet je alweer je best gaan doen om
niet te verliezen." En lachend reden hij en Tim aan kop verder. Casper
en ik reden achter hen aan. We hadden een leuk tempo. Het ging niet
echt langzaam maar we hadden ook geen racesnelheid. Gelegenheid genoeg
om te genieten van het prachtige landschap en het wondermooie weer.
Heijenrade werd gewonnen door Tim en ook in Slenaken denderde hij als
eerste het bordje voorbij. Dit keer lag ik ver achter en moesten ze op
mij wachten. De weg naar het dorp toe was een lange afdaling en daar
had ik het nog steeds niet op. In Euverem won Casper zodat wij samen
onderaan stonden. Rob en Tim streken echter de meeste winst op en lagen
toen we door Gulpen reden al ver voor. Via Wijlre en Schin op Geul
reden we naar Valkenburg. Onderweg alleen maar winst voor de beide
broertjes. Het leek erop dat Casper en ik voor spek en bonen
meefietsten. In het centrum van Valkenburg stopten we voor een kop
koffie en natuurlijk: vlaai. Daarna stapten we weer op en ik begon mijn
spieren al goed te voelen. Toch wel verrekte onwennig dat heuvel op en
af. In Valkenburg moesten we natuurlijk over de beroemde Cauberg. Een
klim uit de Amstel Gold Race en ook minstens een keer een
Wereldkampioenschap. Daarna ging het recht toe recht aan naar het
Zuiden. We staken zelfs de grens over en kwamen in België terecht.
Tegen een uur of een gaf Rob aan dat we zouden stoppen. En tot mijn
grote verbazing zag ik Julia aan de kant van de weg zitten. Even
verderop stond een auto geparkeerd. Julia had een goed voorziene
picknickmand bij zich en ik was verrast door de goede organisatie. We
deden ons te goed aan de inhoud van de mand en in no time was al het
eten en drinken op. Rob en Julia trokken zich terug en lagen in het
gras een eindje verderop te zoenen met elkaar. Casper en Tim stonden
met blote voeten in een beekje en waren bezig een stroompje af te
dammen. Met plezier sloeg ik hen gade. Alhoewel ik even helemaal alleen
zat, voelde ik me alles behalve alleen. Ik had echt het idee dat deze
jongelui me hadden opgenomen in hun groep. Terwijl ik daar zo zat, of
liever gezegd lag, viel langzaam een lome vermoeidheid over me heen.
Waarschijnlijk de tol van de bijna doorwaakte nacht.
Ik werd wakker van gekriebel op mijn gezicht. Een handgebaar met de
bedoeling om het vervelende vliegje te verwijderen volgde maar het
gekriebel bleef. Gelach wekte me uit mijn slaap en ik bemerkte dat
Casper me met een strootje zat te klieren. "Hé luilak we wilden
eigenlijk wel weer verder gaan. Heb je het er aan toe?" Het was twee
uur geworden en ik zag dat Julia al weer weg was gegaan. Rob en Tim
stonden al bij hun fietsen en in zorgde er dus voor snel in de benen te
komen. Ik zal jullie niet vermoeien met de rest van de tocht want
vermoeiend werd het wel. Eerst nog een stukje België en toen hadden de
fanatiekelingen ook nog het Drielandenpunt op de route geplaatst. Je
zult wel begrijpen dat ik nergens meer punten haalde. Casper deed dat
wel: bij het zo-even genoemde Drielandenpunt en ook nog in Vijlen
(Nederlands Limburg). Toen waren we godzijdank bijna thuis. Zoals
gebruikelijk geworden was ik ook bij het eindpunt de laatste van de
vier. Er werd echter stevig voor me geklapt en dat niet om me te
pesten. "Je hebt het prachtig gedaan, Vincent. Echt ik heb bewondering
voor je. Als je voor het eerst hier over die heuvels fietst is het
verdomde zwaar," zei Rob en Tim knikte instemmend. Wow, met dit
compliment was ik best in mijn sas en het leek alsof de spierpijn en de
pijn in mijn achterste meteen een stuk minder werden. "Maar," voegde
Rob er aan toe, "je overduidelijke verlies, staat me niet toe om je te
ontslaan van je verplichting tot het betalen van het eten." Nee, dat
was duidelijk en dat had ik ook al wel aan zien komen. Eigenlijk had ik
dat voordat we ook nog maar een meter hadden gefietst al wel geweten.
Rob en Tim gingen meteen na aankomst bij de tenten (1 grote in het
midden, 1 kleine links voor Tim en een grotere rechts voor Casper) met
handdoek en badjas naar de douches. Casper en ik bleven eerst nog wat
rondhangen en dronken thee die Julia voor ons inschonk. Toen de broers
terugwaren, gingen wij richting het verkwikkende water. In het
voorgedeelte legden we onze handdoeken en badjassen neer en kleedden we
ons uit. Toen ik de deur van het douchehokje achter me dicht wilde
trekken, stapte Casper bij me naar binnen en zei: "Ik wil nou ook wel
eens zien hoe je er helemaal zonder kleren uitziet! Vind je dat goed?"
Ik had er geen probleem mee. We douchten ons zonder dat er verder iets
gebeurde. Het enige dat we deden was elkaar bekijken en naar elkaar
glimlachen. We spoelden ons af en keerden terug naar onze handdoeken.
Redelijk snel waren we klaar en hadden we onze badjassen en slippers
aan. "Nou, valt me niets tegen," zei Casper.
"Wat bedoel je?"
"Nou, die paar rimpeltjes vet die ik gezien heb." Kun je begrijpen dat
ik woest werd. Vet! Ik heb nergens vet! Ik bedacht me niet, liet de
badjas van mijn schouders glijden en pakte Casper die met zijn rug naar
me toe stond om zijn middel beet, tilde hem op en zette hem met badjas
en al onder de douche. Hij schreeuwde moord en brand maar ik was
genadeloos en moest vreselijk lachen om zijn gekrijs.
"Zak," riep hij toen ik hem eindelijk los liet. "Ik ben helemaal nat
man!"
"Ja, rare eigenschap van water eigenlijk hè," plaagde ik hem. Hij zei
geen woord meer maar beende met grote passen en flink druipend het
washok uit. Ik trok snel mijn badjas weer aan en pakte onze kleren op.
Casper had een flinke voorsprong maar al snel was ik bij hem maar
voorzichtigheidshalve bleef ik gniffelend een eindje achter hem lopen.
We hadden veel bekijks. Een ieder die we tegenkwamen, draaide zich om
en keek ons na. Mijn gniffelen werd luidruchtiger. Bij de tent
aangekomen was het Julia die ons verbaasd aankeek.
"Maar Casper, je weet toch wel dat je je badjas uit moet doen voor je
gaat douchen?"
"Zijn schuld," zei de jongen en hij wees met zijn duim over zijn
schouder naar mij. Onder de blik van Julia speelde ik de totale
onschuld en trok mijn schouders op maar kon het niet laten om breed
naar haar te glimlachen. Casper was inmiddels de tent binnengegaan en
had zijn natte spullen voor de opening laten liggen. Ik pakte ze op en
hing ze op het tussen twee bomen gespannen lijntje. Toen volgde ik hem
de tent in. Hij zat op zijn knieën met zijn rug naar me toe bezig zijn
haren te drogen met een handdoek en was nog steeds helemaal naakt. Deze
wondermooie aanblik werd me ineens teveel. Ik trok mijn badjas uit en
ging achter hem zitten, sloeg mijn armen om hem heen en zoende hem in
zijn nek. Hij zuchtte diep. Mijn handen gleden over zijn front en ik
betastte zijn borst en buik en voelde het topje van zijn staande pik.
Ik duwde hem op zijn buik en met mijn knieën dreef ik zijn benen uiteen
waarna ik met languit op hem neervlijde, mijn staander tussen zijn
bilspleet.
"Eigenlijk zou ik je moeten straffen," zei ik.
"Waarvoor?"
"Je noemde me zak!"
"Dat had je verdiend!"
"Nee, nou wordt ie mooi." En ik duwde mijn pik harder tegen zijn billen.
"Ik zou je voor straf eens een flinke beurt moeten geven."
"Zou je dat doen?" De vraag drong mijn hersenen binnen en meteen
begonnen de raderen flink te draaien. Het zou niet gek zijn! En ook
niet ongewoon voor mij. Peter en ik waren vaak onze minpartijen
begonnen met een flink robbertje neuken van mijn kant om pas later over
te gaan op de dingen die voorspel heten. Andere knapen die ik na Peter
gehad had, de afgelopen twee jaar, hadden ook vaak eerst met mijn
priemende pik te maken gehad. Maar...
"Nee, bij jou niet." En dat was het enig mogelijke antwoord voor mij.
Bij hem zou ik dat niet doen. Bij Casper moest het anders zijn. Ik
zoende hem teder in zijn nek en zei: "Ik hou van je." En draaide me van
hem af. Hij draaide zich op zijn zij naar me toe en streelde met een
hand over mijn borst.
"Ik vind je leuk." En hij lachte naar me.
"Zijn we weer vrienden?"
"Nou?" Hij keek erg bedenkelijk maar toen de glimlach rond zijn lippen
breder werd wist ik dat hij niet meer boos op me was.
"Zeg, ik geloof dat daar binnen in die tent iemand is die het eten moet
betalen. Dus, als jullie dat geflikflooi willen staken dan kunnen we
eindelijk gaan eten. Ik rammel van de honger." De sonore bas van Rob
haalde ons uit onze liefelijke overpeinzingen.
"Ja hoor, we komen al. Een momentje nog." Casper drukte me een kus op
mijn lippen en vroeg of ik kleren van hem moest lenen. Aangezien ik in
wielertenue vanmorgen verschenen was en dat spul nu aan de lijn hing,
leek dat me wel handig. Ik weet niet of ik het al eerder gezegd heb
maar volgens mij hebben de jongen en ik precies dezelfde maten. Zijn
T-shirt, korte broek en ook zijn sokken pasten me in elk geval prima.
Toen we uit de tent kwamen stond de rest van de ‘familie' reeds te
wachten.
"Hè, hè," verzuchtten Rob.
"Zeg, eh, broertje in wording," begon Casper, "het is niet netjes hoor
om zomaar andere mensen te storen terwijl ze leuk bezig zijn." Ik kreeg
een gigantisch rood hoofd en Julia barstte in lachen uit. Nijdig keek
ik naar Casper. Wat bezielde hem! Casper ging echter onverdroten
verder. "Ik stoor jou toch ook niet als jij 's nachts met Julia ligt te
rommelen."
"Jongeheer Van Egmond daar maak je een grote inschattingsfout. Tijdens
de vakantie onthoud ik me altijd van de seksuele genoegens omdat ik als
oudste van het stel een voorbeeldfunctie wil zijn voor die twee
kleinere broertjes waarop ik geacht word te passen. En.."
"Ja, ja," viel Tim hem in de reden, "dan heb je zeker altijd erg veel
buikpijn dat je zo moet kreunen 's nachts." Ditmaal schoot iedereen in
de lach en ook Rob schoot uit zijn rol.
"Kom op stelletje rotzakken we gaan eten en de heer Waelbers betaalt,
dus wil ik maar zeggen, geniet er van." Het werd een vrolijke maaltijd.
Goed eten, goed drinken en een goede, luchthartige conversatie. Zoals
ik die middag ook al had gemerkt, had het stel mij al helemaal
ingesloten en beschouwden ze mij niet als een vreemde indringer maar
als iemand die er gewoon bij hoorde. Terwijl wij genoten van het
dessert begon een band te spelen en wij bleven dus maar gewoon op onze
plek op het terras zitten.
"Mag ik deze dans van je?" vroeg Julia terwijl ze mij haar hand aanbood.
Rob was druk met Tim en Casper aan het praten en keek niet op of om
toen wij de tafel verlieten.
"Wordt Rob niet jaloers?" vroeg ik haar toen ze haar handen om me heen
sloeg en met me begon te dansen.
"Rob? Nee, die niet hoor. Jaloezie is een van de gevoelens die hij
gelukkig niet kent. En bovendien weet hij wat hij aan mij heeft. Hij
vertrouwt mij en ik hem." We dansten op het ene na het andere nummer en
bij een slow nummer vroeg ze me of ik al vorderingen maakte met Casper.
"Nee, nog niet echt. Vanmiddag heb ik hem voor het eerst gezegd dat ik
van hem hield maar hij reageerde niet echt. Hij vond me leuk, dat was
alles wat hij zei."
"Nou ja, het is misschien een begin?"
"Ja, maar wel een pover begin."
"Vincent, geef hem wel de tijd. Hij is nog jong en wordt misschien met
gevoelens geconfronteerd die hij nog nooit eerder heeft ervaren."
"Dat weet ik en ik zal de tijd voor hem nemen, maak je maar geen zorgen.
Ik houd van je broer en ik wil hem heel graag als vriend maar ik wil
ook heel graag van hem horen dat hij van mij houdt! Kun je dat
begrijpen?"
"Natuurlijk. Dat wil toch iedereen graag horen dat er iemand is die van
hem of haar houdt?" Ik had het idee dat ze me begreep. Toen het nummer
afgelopen was, gingen we terug naar onze plaatsen. "En Rob, wil jij nu
even met me dansen?" Ze schudde echter meteen daarna haar hoofd,
wetende waarschijnlijk dat Rob niet wilde dansen, en ging zitten.
Zaterdag 28 juli: Het liep al tegen een uur toen de band aankondigde het
laatste nummer te zullen gaan spelen. Plotseling stond Casper voor me
en vroeg: "Wil je met me dansen?" Natuurlijk wilde ik dat. Samen liepen
we de ‘dansvloer' (een betegeld, vrij gedeelte op het terras) op. Hij
legde zijn armen rond mijn nek en ik de mijne rond zijn middel.
Langzaam schuifelden we heen en weer onze lichamen dicht tegen elkaar
aangedrukt. Het voelde zo ontzettend goed dat het leek alsof de tijd
vloog. Veel te snel klonk het applaus van de toeschouwers en moest ik
die lieve, zo goed aanvoelende jongen loslaten. "Zal ik een eindje met
je meelopen?"
"Ja, dat is goed." Dit keer liep hij met mij de heuvel op in de richting
van mijn huisje. Halverwege stopte ik en draaide me naar hem toe. Ik
nam zijn hoofd tussen mijn handen en kuste hem teder op zijn lippen.
"Dank je wel Casper, voor deze geweldig mooie dag."
"Jij ook bedankt Vincent want zonder jou was deze dag vast niet zo mooi
geworden." Ik pakte zijn handen beet en zo bleven we nog een hele tijd
staan. Toen liet ik hem los en wenste hem een goedenacht waarna we in
een tegengestelde richting verder liepen. Ik draaide me niet meer om
omdat ik bang was voor mijn eigen gevoelens.
WORDT VERVOLG...
©Lucky-Eye, september 2001 Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het
auteursrecht.
Dit is deel 1 van totaal 4 delen. | ||
toon alle delen | volgend deel |
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories |