hoofd menu | gay categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
BLANCO deel 3 - hoofdstuk 21 (mm:overige, 5300 words) | |||
Auteur: Lucky Eye | Toegevoegd: Jan 16 2014 | Kijkers/Lezers: 4112/3034 [74%] | Waardering (verhaal): 9.50 (2 stemmen) |
Vervolg... |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
maar het zijn mensen die zijn ouders en zo ook niet kennen. Het aantal
brieven is minder dan in het begin en dat is maar goed ook want hij
heeft nog lang niet alle post doorgenomen, zoals zijn voornemen is.
Zijn moeder gaf hem op een gegeven moment twee brieven die hij in elk
geval, zo vond zij, zou moeten lezen. De eerste las ze hem op zijn
verzoek voor omdat hij in die tijd nog maar met één oog goed kon zien
en lezen dan heel rot was. Het was een brief van Henri Ruysbroeck.
Pieter had hem al iets over de jongen verteld. De inhoud van de brief
zorgde ervoor dat hij vastberadener dan ooit was om met Henri te willen
spreken. Later toen zijn moeder weg was, probeerde hij zelf de tweede
brief te lezen. De eerste zin maakte hem flink beroerd. De schrijver
schreef dat hij een van de overvallers was. Woest had hij de brief van
zich af gegooid. Later raapte een verpleegkundige die voor hem op en
legde hem in zijn laatje. De volgende dag vroeg hij zijn moeder waarom
hij nou zo nodig die brief moest lezen. Ze legde het hem uit. Lex was
inderdaad een van de overvallers maar had na zijn arrestatie meteen een
volledige bekentenis afgelegd en ook volop meegewerkt aan het
politieonderzoek. Mede daardoor was het de politie gelukt om Marcels
bende helemaal op te rollen. En er was meer. Zijn moeder had hem de
brief voorgelezen. Het handschrift was erg slecht. Soms haast niet te
lezen maar zij had de brief eerder samen met anderen gelezen en
daardoor ging het haar vlot af de brief voor te lezen. Toen zij klaar
was, wist Jasper waarom zij wilde dat hij het zou lezen. Lex en hij
hadden overeenkomsten. Grote verschillen ook. Maar ook Lex had zich in
de luren laten leggen door Marcel. Het ging bij hem echter wel heel erg
ver. Hij was geheel afhankelijk geworden doordat Marcel hem verslaafd
had gemaakt. Nu, zo had Lex geschreven, zat hij in een afkickkliniek en
ging het een stuk beter met hem. Hij bedankte de familie van Jasper
voor hun inzet voor hem. Dat begreep Jasper dan weer niet. Na de uitleg
van zijn moeder wel. Jan Nelissen kende de vader van Lex en ook de
officier van justitie in Zwolle. Jan had erop aangedrongen dat Lex,
vanwege zijn goede medewerking, zo snel mogelijk overgeplaatst zou
worden naar een ontwenningskliniek. Natuurlijk moest hij, zodra de
behandeling daar afgelopen was, terug naar een gewone gevangenis maar
dan zou hij elk geval clean zijn. Jasper vond het mooi om te horen dat
Jan zich voor Lex had ingezet. Bleef het hem alleen nog een raadsel
waarom Jan liever niet had dat hij een gesprek zou hebben met Henri.
Toen hij Jan daarmee confronteerde, kreeg hij de hele juridische uitleg
op dat gebied. Jasper greep terug op dat wat Jan voor Lex had gedaan en
was van mening dat de bemiddeling van Jan daarin ook wel eens verkeerd
uitgelegd zou kunnen worden. Na een heel lange discussie - die ze
beiden heel erg leuk hadden gevonden - had Jan zijn bezwaren tegen een
gesprek met Henri laten vallen maar alleen als hij alles mocht regelen.
Hij had het prima gevonden. Jan regelde iets met Jennie. En zo werd
Henri het ziekenhuis ingeloodst in een stroom van andere
ziekenhuismedewerkers. Op de afdeling bracht Jennie hem meteen naar
zijn kamer en zorgde ze ervoor dat ze een tijdje alleen konden praten.
Die voorzorgsmaatregelen waren volgens Jan nodig om de pers, die nog
steeds vaak hinderlijk aanwezig was, om de tuin te leiden. Er in elk
geval voor te zorgen dat er niet opnieuw allerlei dingen geschreven of
gezegd werden in de media. Aardig lang was het aardig stil geweest op
dat front maar toen de zussen van zijn moeder met een zogenaamd
openhartig verhaal waren gekomen, werd alles weer opgerakeld. Zijn
moeder en tante Afie hadden niet meteen gereageerd maar wel samen met
Jan hun plannen gemaakt om te komen met een goed onderbouwd
tegenoffensief. Dat stuk kan echter pas komen wanneer Hennie, de
vriendin van zijn moeder, en haar moeder uit Canada over zijn in
september.
Henri was heel erg zenuwachtig geweest, zo had hij opgemerkt.
Waarschijnlijk bang ervoor dat hem iets verweten zou worden. Maar
natuurlijk had hij dat niet gedaan. Chantage was een smerig spel, zo
was hij begonnen, en hij kon zich heel goed voorstellen dat Henri
ervoor gezwicht was. Marcel was er een meester in om iemand te treffen
in zijn zwakke plek. Zelf was hij onzeker geweest over zijn seksuele
geaardheid. Niet het niet willen weten dat hij zo was maar wel het er
vrijelijk mee kunnen omgaan. Bij Marcel had dat gekund. Al pratende
kwam hij er achter dat Henri's achilleshiel de moeilijke relatie met
zijn vader was geweest. Gelukkig wist de jongen te vertellen dat dat nu
achter hun lang en dat thuis alles veel beter was geworden.
Vanuit Engeland kwam heel veel post toen de groep waartoe hij behoorde
daar was. Van alle deelnemers - ook de begeleiders - kreeg hij elke dag
dat ze daar waren een brief of een kaart. Heel erg leuk. Zo had hij
toch het gevoel er bij te horen. Ook nu het vakantie is krijgt hij
kaarten van zijn medeleerlingen. Cassandra had vooraf geïnformeerd of
hij dat niet erg vond. Hij begreep wat ze bedoelde. Anderen konden
lekker op vakantie en hij niet en het kon confronterend zijn voor hem.
Hij voelde dat gelukkig niet zo en had gezegd dat hij blij was om iets
te horen van de anderen.
Ook komt er nog steeds heel veel bezoek. Zijn vrienden blijven komen. De
buren ook. Ze vergeten hem niet en dat voelt heel erg goed maar...
tegelijkertijd ook moeilijk soms. Af en toe merkt hij dat de bezoekers
zich inhouden. Ineens stoppen met praten omdat ze het idee hebben dat
ze hem kwetsen. Een voorbeeld daarvan is toen Dennis met hem praatte
over het voetbaltoernooi voor scholen en ineens was stilgevallen.
Zomaar midden in een zin. Hij voelde waarom. Altijd had hij meegespeeld
en nu, nu kon hij dat niet. Hij begreep waarom Dennis zijn woorden had
ingeslikt maar tegelijkertijd had hij liever dat hij en anderen dat
niet deden.
De kinderen zijn het gemakkelijkste bezoek. In de vakantieperiode die nu
al drie weken duurt, zijn ze altijd met z'n vieren gekomen. Enerzijds
best wel druk maar aan de andere kant de verzekering dat hij na het
bezoek even goed kan slapen. Ze doen niet moeilijk. Vragen nergens
naar. Vertellen alles wat in hen opkomt. Praten heel veel over wat ze
allemaal uitspoken op ‘Boschlust'. Natuurlijk is er af en toe wel iets
te merken van hun bezorgdheid. Ook voor hen duurt het allemaal te lang.
Een broer in het ziekenhuis is al heel ingrijpend en dat het nu al zo
veel weken moet duren, maakt het er niet beter op. Het onderwerp op
vakantie gaan, werd door Maarten en Sam ook heel zorgvuldig vermeden.
Waarschijnlijk waren ze goed geïnstrueerd. Toen hij hen ernaar vroeg,
keken ze heel snel even naar hun moeder.
Zijn ouders hebben een belangrijk besluit genomen. Een aannemer met wie
zijn vader heel veel heeft samengewerkt had een bod uitgebracht op hun
huis. Een heel aanlokkelijk bod. Maar ja, een huis verkopen is één ding
maar waar moet je dan zelf gaan wonen? Natuurlijk zouden ze tijdelijk
op ‘Boschlust' kunnen wonen. En uiteindelijk, na een gesprek met de
hele club van bewoners, was er een oplossing gekomen waarbij
‘Boschlust' als permanente plaats om te wonen uit de bus was gekomen.
Astrid en David hadden altijd al het plan gehad om zich daar ooit eens
definitief te vestigen. Twee weken voordat het bod aan zijn ouders was
gedaan, hadden zij besloten dat de tijd er rijp voor was. En nu kon hun
plan uitgebreid worden. Niet nieuwbouw van één woning op de lage
paardenweide - zoals ze de plek noemden waar er gebouwd zou gaan worden
- maar voor meerdere. Jan en Afie hadden meteen aangegeven het een
prima idee te vinden. Zijn moeder was, volgens zijn vader, meteen om
geweest. Ze had haar hart daar verloren, zo had hij hem gezegd. Maar ze
moesten natuurlijk eerst met de tweeling overleggen. Maarten en Sam
hadden het in eerste instantie vreselijk gevonden om te verhuizen. Ze
kenden alleen maar hun huis aan de Jan van Arkelweg en wilden er niet
vandaan. Hij kon het zich heel goed voorstellen. Voor hem was dat ook
altijd hun thuis geweest. Maar ja, voor hem was alles anders. Hij zou
eerst hier nog een hele tijd moeten verblijven en daarna nog een tijd
revalideren op ‘Boschlust' en dan... dan zouden ze verder zien. De
tweeling had het na lang praten goed gevonden. Ze zagen er de voordelen
ook wel van in. Het door hun ouders genoemde voordeel dat ze altijd
speelkameraadjes van hun eigen leeftijd dicht bij de hand hadden, deed
het hem. Pieter had ook met hem besproken of zij er zelf zouden gaan
wonen maar daar waren ze samen nog niet uit. Het heeft voordelen.
Zeker! Maar hij weet nog niet zeker of hij die voordelen wel wil.
Een paar keer is er een plastisch chirurg bij hem langs geweest. Die wil
hem graag nog een keer opereren om zijn neus rechter te zetten en de
littekens op zijn bovenlichaam mooier te maken. Hij voelt er niet veel
voor. Hij ziet op tegen de operatie. Tegen welke operatie dan ook! Van
Gerald heeft hij al wel vernomen dat hij in ieder geval nog een keer
onder het mes moet om allerlei bouten, moeren en plaatjes te
verwijderen. Misschien kan dan alles in een keer maar... hij weet het
niet. Bovendien heeft hij het idee dat zijn neus niet eens zo heel erg
scheef staat. Pieter heeft er ook geen moeite mee dus waarom zou hij
hem rechter laten zetten? En die littekens daar went hij wel aan. Het
belangrijkste is dat dat symbool van die idioot niet meer te zien is.
Bovendien zullen er altijd littekens zichtbaar blijven. Zijn gezicht is
anders dan voorheen maar... het maakt hem niet uit.
"Goedemorgen, Jasper!" groet Jennie hem.
Hij groet haar terug.
"Heb je een beetje kunnen slapen vannacht?"
Jasper geeft aan dat het net als de nachten ervoor niet zo goed lukte.
"En nog steeds niet van plan om daarvoor iets in te nemen zeker!" zegt
ze hem inmiddels heel goed kennende.
"Dat wil ik niet zoals je weet. Geen overbodige rootzooi in mijn lijf."
"Maar een nacht eens een keer heel erg goed slapen zou je echt goed
doen, man! Je knappe koppie begint behoorlijk te tekenen. Weet je dat?"
"Niet zo op gelet," geeft Jasper aan.
"Ik zal je er straks op wijzen bij het wassen."
"Mag ik douchen?"
"Yep. Geen probleem. Maar ik zal nu eerst het blad van juli van je
maandkalender scheuren zodat je weet dat er een nieuwe maand is
aangebroken. Een nieuwe maand een nieuw geluid, zeggen ze toch?"
Jasper grinnikt. Het is een verbastering van het begin van een gedicht
van Herman Gorter, zo weet hij. Haar corrigeren doet hij echter niet.
Het blad van juli met in elk vakje een kruis wordt afgescheurd en een
geheel blanco blad komt te voorschijn. De kruizen worden er elke nacht
door de verpleegkundige ingezet zodat hij een beetje bij de tijd
blijft, weet wat voor datum het is. Een gevoel dat voor hem belangrijk
is. In het begin leken alle dagen op elkaar en had hij geen flauw benul
van tijd. Nu heeft hij dat wel meer. Enerzijds een voordeel maar aan de
andere kant ook weer niet. Het geeft hem namelijk ook het besef dat hij
hier al 76 dagen heeft gelegen. En Gerald wil hem nog steeds niet
zeggen wanneer hij weg mag.
Het douchen vindt hij prettig. Zittend op een stoel zijn Jennie en Sven
met hem bezig. Schaamte heeft hij absoluut niet. Hij weet gewoon dat
het niet anders kan. Zelf doen is een onmogelijkheid. Als hij weer in
bed ligt, is hij doodmoe. Jennie is echter nog niet klaar met hem. Ze
geeft hem een handspiegel en drukt hem deze in de hand.
"Kijken, Jasper! Dat bedoel ik dus." Ze wijst hem op de donkere halve
manen onder zijn ogen. Die zijn nu niet meer donker vanwege de
verwondingen die hij heeft opgelopen maar vanwege het slaapgebrek, zo
vertelt ze hem. "Iets waar jij wat aan kunt doen, volgens mij, door
gewoon niet zo eigenwijs te zijn. Gewoon die koppigheid van jou te
laten varen en 's avonds een slaappil te nemen. Ik ben het helemaal met
je eens! Het is beter dat je zonder medicatie slaapt maar het zorgt er
wel voor dat je weer eens lekker lang slaapt en dat heeft iedereen
nodig."
"Ik zal er eens over den... "
"Nee! Dat moet je juist niet doen, stijfkop! Niet over denken! Gewoon
doen! Denken brengt je niets verder. Je hebt slaap nodig. Een tijdje
goed slapen zodat je lichaam zich goed kan herstellen en ook dat denken
van jou eens stopgezet wordt!"
Ze kent hem goed. Logisch ook want zij is degene met wie hij praat over
voor hem wezenlijke dingen en dat zijn vooral zijn zorgen. Ze heeft hem
diverse keren al gezegd dat het haar beter lijkt dat hij die ook
kenbaar maakt aan Pieter, zijn moeder en de anderen maar... hij wil dat
niet. Hij is bang dat hij ze verdriet doet met zijn zorgen en dat is
iets dat hij niet wil. Ze hebben al genoeg verdriet om hem gehad. Nee.
Praten doet hij met Jennie. Ze weet echt alles van hem en hij vindt
haar heel erg waardevol. Hij is altijd ook heel erg blij als ze na een
paar dagen vrij weer terug is en weet precies wanneer ze dienst heeft.
Vandaag voor het laatst en dan heeft ze twee dagen vrij. Twee dagen
lang zal ze er niet zijn. Hij hoopt dat hij het redt zonder haar. Hij
zal in elk geval uitkijken naar zaterdag wanneer ze weer terug komt.
Gelukkig heeft ze pas in oktober een vakantie van drie weken gepland.
Tegen die tijd hoopt hij echt weg te zijn hier!
Jennie laat haar patiënt alleen. Alleen met zijn gedachten want ze weet
heel erg goed dat die hem plagen. Niet alleen overdag als er niemand
bij hem is maar vooral 's nachts. Dan, in het donker, lijken ze als
spookbeelden op hem af te komen, zo heeft hij haar eens gezegd. Ze
neemt er alle tijd voor om naar hem te luisteren en met hem te praten.
Ze luistert niet alleen maar probeert hem ook aan te sporen om het
denken eens te laten. Zich niet gek te laten maken door allerlei
gedachten die hem toch niet verder helpen. Natuurlijk zijn er
problemen. Problemen genoeg bij Jasper. Dat zijn geheugen niet goed
werkt zint hem nog steeds niet, zo heeft hij haar vaak genoeg verteld.
Hij kan er maar moeilijk mee omgaan. Af en toe lijkt er een stukje
gelatenheid te zijn maar nooit voor lang. Zijn grootste struikelblok is
echter zijn toekomst. Hoe richt hij die in ervan uitgaande dat hij voor
altijd gebruik zal moeten maken van een rolstoel? Hij ziet alleen maar
de zwarte kanten terwijl zij probeert hem ervan te overtuigen dat er
heel veel mogelijk is, mits je er maar voor gaat. Zolang je jezelf maar
niet in de put praat. Hij luistert in elk geval wel naar haar maar of
hij er iets mee kan doen, is een tweede. Ze twijfelt hevig af en toe.
Soms komt ze bij hem binnen en dan staart hij alleen maar naar buiten.
Heeft hij niet eens door dat er iemand binnengekomen is. Met zijn
bezoek is dat niet zo. Nou ja... de laatste tijd wel. Ze merken dat hij
verandert. Meer teruggetrokken is. Meer op zichzelf. Maar meestal
probeert hij bij het bezoek wel zijn beste beentje voor te zetten. Dan
te laten zien dat met hem alles goed gaat. Af en toe heeft ze het er
best moeilijk mee. Heeft ze het idee dat ze een grens heeft
overschreden. Ze is meer betrokken bij Jasper dan goed is voor een
verpleegkundige. De professionele afstand die ze tot heel veel
patiënten keurig weet te bewaken, heeft ze bij hem niet. Toen Gerald
haar vroeg voor deze speciale opdracht twijfelde ze geen moment. Maar
soms... soms doet het haar best pijn. Gelukkig kan ze altijd bij Gerald
terecht om met hem te praten. De situatie van Jasper, zoals zij die
ziet, uit de doeken te doen. Haar hart te luchten. Ja, Jasper gaat haar
aan het hart.
---
Op vrijdagochtend komt Jennie naar haar werk. Een dag eerder dan gepland
omdat Bianca haar erom gevraagd heeft. Het gaat niet goed met Jasper,
zo heeft ze te horen gekregen. Bianca heeft contact gehad met Gerald
maar die wilde graag dat Jennie eerst eens ging kijken.
Als ze de deur van zijn kamer voorzichtig openduwt en naar binnen gaat,
heeft ze meteen door dat Jasper afwezig is. Hij staart naar buiten.
Merkt opnieuw niet dat er iemand binnen gekomen is. Zelfs als hij zijn
blik verlegt naar het voeteneinde van zijn bed, ziet hij haar niet
staan. Als zij hem dan een goedemorgen wenst, volgt er pas een reactie.
Ze schrikt van zijn ogen die droef in zijn gezicht staan. De
schittering is er helemaal uit en de donkere plekken eronder zijn nog
donkerder geworden. Altijd als ze na een paar vrije dagen bij hem
gekomen was, hadden zijn ogen geschitterd. Nu niet. Nu heeft hij niet
eens door dat ze een dag eerder terug is dan anders. "Hè, hoe is het
met je?" Hij haalt zijn schouders op. Gelukkig zegt hij tegen haar niet
dat het goed gaat. "Je hebt toch wel geslapen vannacht?"
"Nee. En ook met een pil lukt het niet."
Ze weet, van de briefing van Bianca, dat hij al twee nachten een
slaappil heeft genomen. "Rot, man! Je zou toch verwachten dat zoiets
werkt!" Ze ziet hoe hij opnieuw knikt. "Eet je wel weer beter dan
woensdag?" Toen had hij bij het middageten het grootste gedeelte laten
staan.
"Ik heb niet zo'n zin. Ik probeer het heus wel hoor maar... word heel
snel misselijk. Brood lukt nog het best maar ook niet zo heel veel."
Ze loopt naar de deur en drukt op de knop ernaast. Even niemand naar
binnen zodat ze even ongestoord kunnen praten. "Ze hebben je neem ik
aan iets gegeven voor de misselijkheid." Hij knikt. "Helpt dat?"
"Niet echt. Ik blijf misselijk. En dan... nou ja... dan krijg ik gewoon
niets weg."
"Maar je moet wel goed eten, Jasper, want anders ga je afvallen en da...
"
"Wat maakt het nou uit hoeveel ik weeg," klinkt het somber en
onverschillig.
"Heel veel. En dat weet je best. Je hebt energie nodig om te kunnen
herstellen en spieren op te bouwen in de delen van je lichaam die nog
wel goed werken."
"Dat is dan makkelijk. Een groot gedeelte werkt toch niet en dus kan ik
wel met wat minder eten toe."
Jennie ziet zijn wrange glimlach maar beantwoordt die niet. Ze is niet
van plan mee te gaan in zijn zielig-zijn. "Hè, zo ken ik je niet! Waar
is de vechter in jou gebleven? Was dat niet je bedoeling? Vechten zodat
je er weer bovenop zou komen?"
"Het heeft toch allemaal geen zin. Woensdag aan het eind van de middag
werd ik weer hartstikke ziek. Over een paar dagen ben ik weer ziek en
kan ik weer van voren af aan beginnen."
"Flauwekul, Jasper. Je bent nooit meer zo ver terug gevallen dan... "
"Ik heb geen zin in praten, Jennie. Het spijt me." Hij draait zijn hoofd
naar het raam toe en is niet van plan nog iets tegen haar te zeggen.
"Oké, dan laten we het hierbij. Straks komt Helga om je te wassen." Geen
reactie. Anders wil hij altijd het liefst onder de douche elke dag. Ze
staat op, drukt de schakelaar bij de deur weer op vrij en gaat weg. Ze
weet wat haar te doen staat.
---
Al weken lang houdt Astrid Jasper goed in de gaten. Haar voornemen om
hem elke dag te bezoeken, heeft ze uit kunnen voeren. Meestal ging ze
samen met iemand en een paar keer alleen. Dat samen met iemand gaan
doet ze het liefst. Het heeft voordelen. Zij kan als Jasper met de
ander in gesprek is hem goed observeren. Ze let dan vooral op de
uitdrukking op zijn gezicht en in zijn ogen, en op zijn gebaren. De
laatste tien dagen heeft ze vanwege een verandering daarin de conclusie
getrokken dat het niet goed met hem gaat. Het afdwalen van zijn ogen
door de kamer terwijl hij met haar en anderen praat, het niet reageren
op een aan hem gestelde vraag of de vraag herhalen, dat zijn voor haar
tekenen dat er iets bij hem veranderd is. Maar soms waren er de
afgelopen dagen ook momenten dat hij heel spraakzaam was en de hele
bezoektijd vol praatte. Voor haar een teken dat hij een masker opzet en
zich van zijn goede kant wil laten zien. Als je hem ernaar vraagt,
krijg je altijd een standaard antwoord: "Met mij gaat het goed!"
Terwijl zij van mening is dat er toch ook wel eens ogenblikken moeten
zijn dat hij zich niet zo lekker voelt. Die zijn er ook best wel
natuurlijk. Af en toe is hij een hele dag flink ziek. Hoge koorts en
tot niets in staat. Daarna krabbelt hij weer op. Geeft dan ook wel eens
toe niet zo heel lekker te zijn maar... dan moet je wel heel erg
aandringen. Als ze alleen bij hem is, probeert ze wel eens een wat
dieper gesprek met hem te krijgen maar dat lukt de laatste tijd niet
meer zo goed als in het begin. Toen vond hij het fijn om met haar te
discussiëren over van alles en nog wat maar de laatste weken niet meer.
Vindt hij het te moeilijk om zijn aandacht er bij te houden? Is hij
door malende gedachten in zijn hoofd te snel afgeleid? Mogelijkheden te
over maar er achter komen wat hem nou werkelijk dwars zit, lukt haar
niet. Ook niet als ze hem er expliciet naar vraagt. Met hem is er nooit
iets aan de hand, is alles goed. En dan verschijnt er een lieve,
prachtige glimlach op zijn gezicht. Een gezicht dat meer en meer
tekent. Ook de anderen hebben een verandering opgemerkt. Jasper is niet
meer de Jasper van de eerste weken. Hij is stiller. In zichzelf
teruggetrokken soms. Niet bereikbaar soms, zo zei Pieter haar. En als
hij wel opgewekt is, lijkt het heel veel op een toneelstukje. Steeds
die glimlach op zijn gezicht.
Op vrijdagochtend krijgt ze op haar praktijk in het ziekenhuis een
intern telefoontje. Ze herkent het nummer en neemt meteen op. Het
gesprek is kort maar duidelijk: crisisberaad. Een uur later zit ze
samen met Martin, Marion en Pieter op de werkkamer van Gerald van
Haastrecht waar Jennie ook is. Hij opent het gesprek.
"Een bijeenkomst bewust zonder Jasper. Een noodzaak," zo legt hij uit,
"omdat het niet goed gaat met Jasper. Jennie heeft mij vanmorgen te
kennen gegeven dat ze geen echt contact meer met hem krijgt."
Jennie legt uit wat zijn opgemerkt heeft. "Ook slaapt hij al een tijdje
niet goed. De laatste dagen lukt het hem zelfs niet om met een slaappil
goed door te slapen. Het zijn hazenslaapjes allemaal en ja... dan rust
je niet goed uit. Het eten gaat ook niet lekker. Hij is snel misselijk
en laat daarom veel staan."
"Kortom," gaat Gerald verder, "voor Jennie en mij is het overduidelijk
dat hij ergens mee zit maar... hij wil het niet aangeven. Niet meer
aangeven. Hij heeft het een en ander aan zorgen gedeeld met Jennie maar
dat heeft hij in vertrouwen gedaan en dat blijft ook zo. Dat was
Jennies voorwaarde om Jasper voor mij in de gaten te blijven houden.
Als deze situatie zo blijft, dan zie ik me genoodzaakt hem weer aan het
infuus te leggen. Ik weet dat ik zoiets niet af kan dwingen maar het is
de taak van de verpleging, verzorging en mij om ervoor te zorgen dat
onze patiënten beter worden. En... als ik dat dus niet doe, doe ik niet
waarvoor ik betaald wordt."
"Oké," reageert Astrid meteen, "dan is het dus nu tijd om mijn
troefkaart uit te spelen."
"Hoe ga je dat doen?" wil Pieter weten.
"Een gesprek met Jasper onder vier ogen waarbij ik zal proberen mijn
‘geheime identiteit' zo lang mogelijk in stand te houden." De anderen
kijken zorgelijk. "Ik weet dat het moeilijk is maar ik ben er nog
steeds honderd procent van overtuigd dat het gaat werken."
"Ik wou dat ik het zo zeker wist," verzucht Marion. "Ik voel helemaal
niets. Natuurlijk heb ik geprobeerd Jasper te peilen de afgelopen tijd
maar ik voel alleen maar dat hij langzamerhand van ons afdrijft. Dat
hij zich opsluit in zichzelf, maar... ik voel niet hoe we dit moeten
oplossen."
"Misschien moeten we Astrid hierin vertrouwen, Marion," probeert Martin
haar gerust te stellen.
"Er is geen wantrouwen ten opzichte van jou," doet Marion een poging
deze niet geheel juiste uitleg van haar woorden te herstellen. "Ik
vertrouw je volkomen, dat weet je."
Astrid knikt.
"Ik zou alleen willen dat ik het kon voelen. Voelen dat het goed gaat
komen met Jasper. Vaak voel ik van alles en nog wat. Ook dingen die ik
helemaal niet wil voelen en nu... nu is er wat dat betreft gewoon
helemaal niets."
"Omdat je er te dicht bij staat," oppert haar echtgenoot. "Je hebt me
vaker verteld dat het juist dan niet werkt."
Ze kijkt hem aan. "Ja, dat is het waarschijnlijk, lieverd. Ik sta er te
dicht op. En ja... dan is mijn gevoel geblokkeerd, zo lijkt het. Als ik
afstand zou kunnen nemen dan... dan zou het wel lukken maar dat lukt me
niet. Ik ben zijn moeder!"
"Ja, en daarom wil ik jullie nogmaals vragen om mij te helpen, mij te
steunen door mij mijn gang te laten gaan. Natuurlijk ben ik ook heel
erg betrokken bij Jasper maar ik kan vanuit mijn beroep ook de nodige
afstand bewaren. Ik weet hoe dat moet. Kan ook nu mijn professionele
masker opzetten en mijn rol spelen zoals ik die vaker gespeeld heb."
"Onze zegen heb je," zegt Marion terwijl ze Martins hand stevig
vastklemt. "Maar alsjeblieft, handel het wel vandaag af!"
Dan kijkt Astrid naar haar broer om een reactie.
"Alsjeblieft," klinkt het treurig uit zijn mond, "ik heb hem
teruggekregen maar zou het absoluut niet trekken als ik hem nu alsnog
verlies!"
Wordt vervolgd...
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, januari 2013. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories |