hoofd menu | gay categorieën | auteurs | top verhalen | nieuwe verhalen | zoek | links | instellingen | opties voor auteurs |
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier! |
BLANCO deel 3 - hoofdstuk 14 (mm:overige, 4500 words) | |||
Auteur: Lucky Eye | Toegevoegd: Sep 26 2013 | Kijkers/Lezers: 4186/3253 [78%] | Waardering (verhaal): 9.50 (2 stemmen) |
Vervolg... |
Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal
"Niet de grote, stoere bink gaan uithangen hoor! Pijn is niet nodig!"
"Ik weet het maar... "
"Ik wil het niet nodig hebben al die rommel," zo maakt ze de zin af die
ze onderbrak.
"Ja, dat is het. Het is chemische troep en des te eerder ik er af ben
des te beter."
"Ben ik in principe met je eens."
"Leuk! Een discussie," reageert Jasper met een brede glimlach.
Meteen voelt Astrid de band die ze met de jongen in het ziekenhuisbed
heeft. Was zij vroeger niet net zo geweest? Stapelgek op discussies. Na
het avondeten mocht er van haar altijd wel gepraat worden. Natuurlijk
was dat lastig voor haar kleine broertje maar toch, toch kreeg ze het
heel erg vaak voor elkaar dat het gezamenlijk zitten aan tafel heel erg
lang uitliep. Haar vader had haar daarin altijd gestimuleerd. ‘Blijf
vragen!' was zijn motto. Haar moeder had in het begin vaak wat moeilijk
gedaan, was wat onrustig geweest maar als het gesprek dan eenmaal liep,
ging ook zij volop erin mee.
"Ja. Maar niet te lang. Bovendien heb ik gelijk."
Jasper moet hard lachen om de stelligheid van zijn aanstaande schoonzus.
"Altijd trouwens hoor!"
Nogmaals schiet Jasper in de lach.
"Maar nu even serieus. Ieder mens heeft een bepaalde hoeveelheid
energie. Die energie verbruik je door van alles en nog wat te doen. Je
vult het weer aan door te eten en te rusten en dan kun je weer verder
gaan. Het lijkt misschien alsof je niets doet hier liggend in je bed,
maar je lijf is hard bezig weer gezond te worden. Pijn kun je daarbij
eigenlijk niet gebruiken want pijn vreet energie. Beter is het, op dit
moment, om te zorgen dat je de pijn onderdrukt. En ja, daarvoor heb je
nou eenmaal die rommel nodig."
"Ik weet het en toen ik vannacht ineens heel veel pijn had, heb ik ook
meteen de bel gebruikt."
"Goed van je, Jasper. Heel erg goed. En eerlijk gezegd, ben ik net zoals
jij hoor! Ik neem ook niet snel een pijnstiller. Eerst even aankijken.
Soms wel eens wat te lang voor ik de paracetamol pak en dan ook nog
maar een halve!"
Jasper glimlacht naar haar. Ze is leuk. Ze lijkt wel iets op zijn
moeder. Hun leeftijd kan elkaar niet veel ontlopen, zo heeft hij het
idee. De haarkleur van beiden is precies gelijk. Pieter heeft hem vast
wel verteld wat ze doet voor haar beroep maar ja, ook dat weet hij niet
meer. Hij is echter nieuwsgierig genoeg om ernaar te vragen.
"Ik? Lastig hoor. Ik doe heel erg veel verschillende dingen."
"Noem ze dan maar in volgorde van belangrijkheid. Voor jou natuurlijk."
Die aanvulling maakt het er voor Astrid niet gemakkelijker op, want dat
wisselt nogal eens. Soms is haar moederschap het belangrijkst.
Bijvoorbeeld als een van de kinderen ziek is. Dan zijn er ook van die
artistieke opwellingen die ervoor zorgen dat er inspiratie opborrelt en
dan vragen haar schilderijen om de meeste aandacht. En dan is David er
ook nog. En haar werk in het ziekenhuis maar die zal ze nu zeker niet
noemen. Ze begint met te zeggen dat er in haar opsomming geen enkele
volgorde zit. Dat het geheel willekeurig is en noemt dan vervolgens op
dat ze schilderijen maakt, de vrouw van David is, de moeder van Robin
en Niels en werkt in het familiebedrijf.
"Wow, je bent lekker druk dus!"
"Dat probeer ik juist niet te zijn. Al die dingen doe ik natuurlijk part
time. Een paar dagen kantoor, een paar dagen wat kliederen op een doek.
Moeder en vrouw ben ik natuurlijk wel full time. In de huishouding heb
ik hulp."
"Dat mag ook wel want anders zou je zwaar overbelast zijn, lijkt me.
Pieter heeft het met mij nog helemaal niet gehad over dat
familiebedrijf."
"Hij heeft je er het een en ander over verteld maar dat weet je niet
meer."
"Oké. Maar de afgelopen dagen heeft hij het er nooit over gehad."
"Jij bent belangrijker voor hem, Jasper. Dat familiebedrijf komt voor
hem absoluut niet op de eerste plaats. En dat omdat het voor hem niet
belangrijk is. Hij heeft er helemaal geen oren naar. Hij wil er zo min
mogelijk mee te maken hebben."
Natuurlijk wil Jasper de reden weten waarom Pieter niet zo erg in het
familiebedrijf geïnteresseerd is, en die geeft Astrid hem dan ook. Ze
zegt dat zakendoen absoluut niets is voor Pieter. Dat hij veel liever
met zijn handen werkt. Een leuk winkeltje met een werkplaats heeft in
Kampen en daar gelukkig is.
"En jullie vinden dat goed? De familie bedoel ik?"
"Ja! Opa vroeger niet. Die wilde dat Pieter zijn plaats zou innemen in
het bedrijf en ze kregen er hooglopende ruzie over. Ik werd
bemiddellaar en heb alles enigszins recht kunnen breien. Heb Pieter
laten zien dat hij toch wel bepaalde dingen voor het bedrijf kan doen
en opa laten inzien dat Pieter heel anders is dan onze vader en David
en ik. Wij vinden het prettig om het te doen. Maar, eerlijk gezegd, als
het voor mij een full time baan zou zijn, zou ik het ook niet trekken."
"Je bent een beetje een alleskunner?"
"Hmmm, beetje sterk overdreven."
"Of nu valse bescheidenheid van jouw kant. Je hebt, zo heb ik gehoord,
de laatste tijd ook heel veel gedaan om alles in goede banen te
leiden."
"Ja, iemand moest dat doen en, nou ja, ik mag graag dingen regelen. Wist
echter ook dat ik dat niet alleen kon doen en heb meteen de hulp van
Jan ingeroepen."
"Jan Nelissen?"
"Ja. Hij is echt geweldig. Toen hij eenmaal in actie kwam, werd het voor
mij een stuk gemakkelijker."
"Ik voel me heel erg stom," klinkt het sip en het eerst vrolijke gezicht
van Jasper betrekt meteen.
Astrid kijkt hem vragend aan en hoeft geen vraag te stellen omdat Jasper
meteen met een verklaring komt.
"Zit hij naast mijn bed, maken we kennis en... val ik in slaap!"
Meteen barst Astrid in lachen uit.
"Echt niet leuk hoor! Maak ik voor het eerst kennis met hem en dan...
Nou ja... "
"Dat is de goede instelling, Jasper. Nou ja... wat geeft het! Prima om
je zo op te stellen. Je hebt je rust nodig en je hebt gemerkt dat die
je overvalt. Die laat zich nog niet door jou inperken. Komt wel weer."
"Ja! Laat ik het hopen, zeg! Maar even geen discussie nu. Oké?" Jasper
ziet hoe Astrid knikt. "Lijkt me heel leuk maar bewaren we voor later.
Wanneer is Pieter jarig?"
"22 juni. Vergeet ik nooit meer natuurlijk, hè! Ik was tien toen hij
geboren werd en oh wat voelde ik me verantwoordelijk voor hem. Maar ja,
dat gevoel zul jij ook gehad hebben natuurlijk. Jij werd ook een grote
broer toen je ongeveer zo oud was en nog wel van twee!"
"Ja. Weet het niet. Maar weet wel dat toen Maarten bij me zat op het bed
laatst het heel goed voelde. Ik als grote broer. Hij met een probleem
dat ik volgens hem weg kon blazen."
"Ik weet het. Heb het gehoord van je moeder."
"Maar even terugkomend op Pieters verjaardag. Dat is al snel en ik moet
iets bedenken voor zijn verjaardag. Hij heeft mij een prachtig cadeau
gegeven en nou ja... zo iets duurs kan ik niet betalen maar ik moet wel
iets leuks hebben. Heb jij een idee?"
"Ja. Dat heb ik." Ze buigt zich op vertrouwelijke manier naar hem toe en
laat het volume van haar stem dalen om hem dan deelgenoot te maken van
dat wat zij in gedachten heeft. Er komt echter niet meteen een
toestemming om haar plan uit te voeren. Ze krijgt tegengas omdat Jasper
aangeeft dat zoiets heel veel geld moet kosten en dat hij dat absoluut
niet kan betalen. Wel iets op de bank zal hebben maar dat hij niet eens
weet hoeveel. En zo gaat het nog een tijdje door. Steeds maar draaiend
om dat ene onderwerp: geld. "Lieve jongen, geld is niet zo heel erg
belangrijk. Als jij het een goed idee vindt, dan doen we het gewoon.
Jij hoeft het niet te betalen en dan kan het toch nog wel een cadeau
van jou zijn. Bovendien is dit wel heel erg persoonlijk. Niemand anders
zou zoiets kunnen geven. Alleen jij."
"Maar... "
"Volgens mij kan het. Bovendien heeft Pieter jou voor je verjaardag niet
eens iets gegeven!"
"Die ring dan?"
"Die was er ook wel gekomen als je niet jarig was geweest. Bovendien
mooi handig van hem. Je vriendje een prachtige ring cadeau doen en
jezelf ook verwennen!"
Jasper moet lachen. Hij mag haar wel lijden, die schoonzus van hem. Een
prachtfiguur. Iemand met de nodige wilskracht, dat mag duidelijk zijn,
maar ook een hoop humor. Een heel goede combinatie, lijkt hem. Veel zin
in een nog langere discussie heeft hij niet en bovendien heeft ze
helemaal gelijk. Had ze al niet gezegd dat ze altijd gelijk had? Haar
voorstel is een pracht idee. "Denk je dat het uitvoerbaar is? "
De overtuiging is groot. Ze geeft aan mensen te kennen die zoiets heel
erg goed kunnen en dat er nog tijd genoeg is.
"Oké, dan doen we het."
Dan komt Marion binnen. Ook zij is er vroeg bij deze ochtend. Niet zo
vroeg als Astrid, die ze bovendien gemist heeft bij het ontbijt, maar
mooi op tijd. Ze begroet Astrid als eerste en daarna Jasper. Dan hangt
ze haar jas op, pakt een stoel en gaat zitten aan dezelfde kant als
Astrid. "Ik heb goed nieuws," begint ze dan. En dan vertelt ze dat een
ingeplande patiënt voor de staaroperatie is uitgevallen. Ze was
snipverkouden, hoestte en proestte dat het een lieve lust was en daarom
kan haar ingreep vandaag niet doorgaan.
Meteen voelt Jasper paniek bij zich opkomen. "En nu kan ik al geholpen
worden?"
Het woordje ‘ja' ligt Marion op de lippen maar ze ziet de verschrikte
blik in de ogen van haar zoon. Even weet ze niet hoe te reageren. Haar
‘ja' had ze opgewekt willen laten klinken omdat het voor haar zo voelt.
Er kan meteen iets gedaan worden om ervoor te zorgen dat Jasper beter
kan gaan zien en... Maar hij voelt dat niet zo. Dat mag duidelijk zijn.
"Ik snap dat het je overvalt, Jasper, maar er zit ook een goede kant
aan. Toch?"
"Ik weet het niet. Het voelt helemaal niet goed."
Ook Astrid heeft de paniek afgelezen op Jaspers gezicht. Ze besluit om
zich er even nog niet mee te bemoeien. Eerst eens kijken hoe Marion
ermee om gaat.
"De goede kant is volgens mij dat het sneller gaat dat verwacht. Als de
ingreep nu al gedaan kan worden, kun je ook weer eerder goed zien met
één van beide ogen. En dan is de tweede operatie ook eerder." Haar
redenering klinkt haar zelf heel logisch in de oren en, als ze even
naar Astrid kijkt, ziet ze dat die het ook kan volgen. Bij Jasper
blijft echter de paniek overheersen, zo bemerkt ze. Hij ademt sneller
dan voorheen, zweet verschijnt op zijn voorhoofd en hij wriemelt heel
onrustig met zijn handen.
De angst heeft hem overvallen. Ineens was het er, zo voelt het voor hem.
Een plotselinge golf die hem volledig omver wierp. Hij merkt het aan
alles. Een grote onrust heeft het overgenomen. Zijn hart bonkt in zijn
keel. Hij zweet en voelt een knoop in zijn maag. Misselijkheid volgt.
Maar waarom hij nou precies zo bang is, dat weet hij niet. Waar komt
het vandaan? Wat zit erachter? Is hij gewoon een angsthaas? Is hij
altijd al een bangerik geweest? Als hij die laatste vraag uit, volgt er
een ontkennend antwoord van zijn moeder.
"Nee, dat ben je absoluut niet. Eerder iemand die op heel veel dingen
moedig afstapt."
"Maar ook niet als kind? Ben ik vaker geopereerd?"
"Neusamandelen eerst en later nog aan je keelamandelen maar ook toen was
je niet echt bang. Ik mocht bij je blijven tot je in slaap viel en dat
vond je prima." Marion pakt Jaspers hand beet en voelt heel duidelijk
de angst bij haar zoon. Niet alleen omdat ze een bijzondere gave heeft
maar ook omdat Jasper heel erg hard in haar hand knijpt. Ze zegt er
niets van. Laat hem geworden. Voelt dan ook dat er zelf licht bij hem
komt. Dat hij weet waarom hij angstig is.
"Dat is het, mam. Ik ben bang dat er met de verdoving iets mis zal
gaan."
"Maar het is alleen maar een plaatselijke verdoving door middel van
druppels. Ik heb het je voorgelezen toch? Kijk," zegt ze, terwijl ze
tegelijkertijd met haar andere hand het voorlichtingsboekje uit het
laatje van zijn kastje haalt en de bewuste pagina opzoekt, "hier staat
het zwart op wit."
"Ja! Maar stel je voor dat er iets verkeerd gaat wat dan? Moet ik dan
toch helemaal verdoofd worden? Maken ze me dan toch weg? Narcose?"
Astrid heeft het allemaal gevolgd en begrijpt professioneel gezien heel
erg goed dat wat Marion en zij ook zullen zeggen, ze Jaspers angst niet
zullen kunnen beteugelen. De angst is totaal ongegrond maar toch zit
die heel erg diep.
"Ik wil dat niet nog een keer! Ze hebben me de laatste keer dagen lang
in slaap gehouden en ik ben zoveel dagen kwijt van mijn leven. Dat wil
ik niet! Hoor je me, mam!"
"Ja, lieverd, ik hoor het en ik begrijp ook dat je daar bang voor bent
maar als je niets laat doen aan die ogen van jou dan wordt dat ook niet
beter!"
"Maar... "
Astrid acht de tijd om in te grijpen aangebroken. Ze vraagt of het
misschien een goed idee is om een deskundige over verdovingen erbij te
halen om alles nog eens heel goed uit te leggen. Ze ziet hoe Jasper
naar Marion kijkt en dan tot een besluit komt. Hij vindt het een goed
idee. Astrid staat op, verlaat Jaspers kamer en loopt naar de balie. Ze
vraagt of ze even een intern telefoongesprek mag voeren. De
receptioniste vindt het goed. Astrid belt met de afdeling anesthesie.
Daar krijgt ze een bekende aan de lijn: Daniël Kijk in de Vegte. Samen
met hem, en nog vijf anderen, vormt ze het bestuur van de
personeelsvereniging en eerder hebben ze samen eens de kascommissie
gevormd om het werk van de penningmeester te controleren.
Daniël kijkt op van Astrids vraag. Natuurlijk wil hij haar helpen als
het kan maar de vraag is wel heel bijzonder. Hij kijkt op de werkstaat
van die dag en ziet de naam van de patiënt nergens.
"Dat is juist het probleem, Daniël! Jullie zijn absoluut niet betrokken
bij deze ingreep maar toch leeft er bij Jasper de angst dat er iets mis
kan gaan, dat jullie er toch bij moeten komen, dat jullie hem onder
narcose moeten brengen en dat hij er opnieuw dagenlang niet zal zijn.
Angst die nergens op gegrond is maar die voor hem werkelijkheid is."
"Net zoiets als dat monster dat altijd onder het bed van mijn dochter
ligt," merkt Daniël op.
"Ja, daar is het heel goed mee te vergelijken. Ga jij op je knieën om
onder het bed te kijken om dan te constateren en haar te zeggen dat er
helemaal niets is, gelooft ze je. Maar ze zal blijven volhouden dat dat
monster er eerst wel was."
De anesthesist zegt toe eraan te komen en legt de telefoon neer. Hij
draagt zijn werk tijdelijk over aan een collega en loopt de afdeling
af. In de lift naar de derde verdieping ziet hij één van Astrids
schilderijen hangen die deel uitmaakt van de kunstroute. Twee dagen
geleden heeft hij de expositie samen met zijn vrouw, aan de hand van de
bijbehorende brochure, helemaal gelopen. Beiden waren ze onder de
indruk geweest van het werk van Astrid. Nu herinnert hij zich ineens
weer dat er ergens een schilderij ontbrak. Toch straks even naar
vragen.
Astrid wacht Daniël op bij de toegangsdeuren van de verpleegafdeling. Ze
begroeten elkaar met een korte omarming en een klopje op de rug. Ze
lopen de gang in en zij geeft hem aan dat hij absoluut niet mag laten
blijken dat hij haar kent om meteen daarna ook de toelichting hierop te
geven.
Daniël zegt het te begrijpen.
"Was je erbij die eerste dagen?"
"Wie niet! Iedereen die met hemelvaart of vlak daarna dienst had, heeft
op het een of andere moment wel rond de operatietafel gestaan waar
Jasper op lag. Ik had dienst toen hij binnengebracht werd. Het zag er
allemaal heel erg beroerd uit. Heb begrepen dat het hem, met de nodige
beperkingen, redelijk goed gaat.""
"Ja. Voor zover we nu kunnen zien wel."
"Je hebt je twijfels?"
"Vanuit mijn professie gezien wel. Ik denk dat er nog wel iets aan zit
te komen."
"En dan bedoel je?"
Astrid praat met hem over de acceptatie. Dat die mogelijk nog problemen
zal gaan veroorzaken. Dat er volgens haar twee mogelijkheden zijn. Ten
eerste een boos worden op dat wat er gebeurd is. Het niet willen
accepteren dat dingen anders zijn dan hij wil. Ten tweede een masker
opzetten en net doen of alles goed is. Onverschilligheid. "Natuurlijk
kan er ook nog iets anders gebeuren of een mengvorm van dat wat ik
geschetst heb. Maar ik wil voorbereid zijn. Vandaar ook mijn
voorzichtige aanpak. Ik wil hem later kunnen helpen als het nodig mocht
zijn. En daarom is het belangrijk dat hij niet weet dat ik hier in het
ziekenhuis werk als psycholoog."
"Ik heb het idee dat hij heel erg sterk is. Hij kan veel hebben."
"Vast. Hij is jong. Maar is dat tegelijkertijd ook niet een achilleshiel
omdat je als je jong bent nog zoveel wilt? Op die leeftijd heb je vaak
nog zoveel plannen."
"Ja, daar kun je wel eens gelijk in hebben. Een heel andere vraag,
waarom ontbreekt er in jouw kunstroute een schilderij?"
Astrid lacht. "Er was een koper die het schilderij heel erg graag wilde
hebben en er niet op wilde wachten. Zijn bod was ver boven mijn
vraagprijs en omdat de helft van het bedrag naar een goed doel gaat,
wilde ik het niet afslaan maar ik heb me wel voorgenomen om zoiets
nooit weer te doen."
"Gelijk heb je. Je expositie zou anders maar op een gatenkaas gaan
lijken." Aangekomen bij de kamer van Jasper, klopt de anesthesist op de
deur en stapt naar binnen. Als hij de jongen rechtop in het bed ziet
zitten, glijdt er een glimlach over zijn gezicht. Hij geeft Jasper een
hand en stelt zich voor. Daarna geeft hij ook Marion een hand. "Ik heb
begrepen dat je nog wat vragen hebt over de verdoving die je straks
gaat krijgen bij je staaroperatie," steekt hij meteen van wal. Hij ziet
Jasper bevestigend knikken. "Kom maar op! Ik ben hierheen gekomen om
antwoorden te geven!"
"Ik ben bang dat als er iets misgaat met de plaatselijke verdoving ik
toch onder narcose gebracht moet worden. En... nou ja... ik heb het
daar niet zo op. Na mijn operaties hier hebben ze me heel erg lang in
slaap moeten houden en ik wil niet nog een keer zoiets. Ik wil niets
meer missen van mijn leven!"
Daniël gaat op de rand van het bed zitten en geeft aan dat hij Jaspers
angst enigszins kan begrijpen. Daarna vertelt hij dat hij al meer dan
tien jaar hier in het ziekenhuis als anesthesist werkt en dat het bij
de huidige staaroperaties nog nooit is voorgekomen dat de plaatselijke
verdoving niet werkt, of dat er zulke complicaties optreden dat er over
gegaan moet worden op algehele narcose. "Als zoiets ooit gebeurd zou
zijn, zou ik het weten. Artsen en verpleegkundigen praten heel veel
over hun vak met elkaar. Ook daar leren we van! En zoiets bijzonders,
zou zeker tijdens de koffie tot gespreksstof geleid hebben. Dus... neem
van mij aan dat zoiets ook vandaag met jou niet zal gaan gebeuren. Je
krijgt druppels in je ogen om die te verdoven en dan volgt de procedure
die keurig in het boekje, dat je moeder daar vasthoudt, beschreven
staat. Op zich een heel eenvoudige ingreep. Je hebt jouw
ziektekostenverzekering al heel wat geld gekost, jongen, en een narcose
voor zoiets als een staaroperatie daar zouden we echt last mee
krijgen!" Daniël laat een knipoog volgen op zijn laatste opmerking en
ziet dat de spanning bij Jasper er nog wel is maar dat het wel
duidelijk minder is geworden. "Kun je wat met mijn antwoord?"
"Ja. Ik denk dat ik er toch maar voor ga."
"Heel goed. Ik zal informeren hoe het gegaan is." Opnieuw schudt Daniël
handen en dan gaan hij en Astrid weer de gang op. Ze lopen naar de
liften en pas daar blijven ze staan om nog even met elkaar te praten.
"En?" vraagt Astrid. Als Daniël gaat zitten, doet zij dat ook.
"Hij ziet er naar omstandigheden goed uit. Ik heb er een gewoonte van
gemaakt om patiënten die er ernstig aan toe zijn, niet alleen te zien
op de OK. Daar komen ze binnen als... hoe zeg ik dat netjes... een
geval... begrijp je me?" Hij ziet Astrid knikken. "Maar als je ze een
beetje volgt en ook later nog eens onder ogen krijgt, dan is het
ineens... een mens... in dit geval een jong mens die iets vreselijks is
overkomen. Ik ben een aantal keren bij hem geweest op de IC. Het is
natuurlijk nog lang niet goed met hem. Veel te bleek. Zwak. Die donkere
plekken rond zijn ogen zijn erger geweest. Dat trekt al aardig bij maar
het duurt nog wel even voor hij weer op zichzelf gaat lijken. Onbewust
keek ik ook naar zijn benen. Ik hoop dat het hem niet opgevallen is. Je
kijkt toch en ziet helemaal niets bewegen. Vreselijk!"
"Het meeste zal genezen, daarvan ben ik overtuigd. Of het met zijn benen
ook goed komt, dat blijft een vraag."
"Kan me nu veel beter voorstellen dat jij een troefkaart achter de hand
wilt houden. Om deze, als de nood echt aan de man komt, uit te kunnen
spelen." Dan staat hij op en zegt dat hij moet gaan.
Net als bij hun begroeting omhelzen ze elkaar. Astrid bedankt hem en
zegt dat ze altijd tot een wederdienst bereid is.
"Daar houd ik je aan! Als ik Katja niet langer kan overtuigen dat er
echt geen monster onder haar bed ligt, stuur ik haar naar jou toe!"
Wordt vervolgd...
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, januari 2013. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Auteurs waarderen reacties! Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal! |
|
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site. Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk |
|
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.
Stuur dit bericht:
|
Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories |