Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   gay categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


NIEUW IN CALIFORNIE - hoofdstuk 10 (mm:overige, 4621 words) [10/14] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Jul 14 2001 Kijkers/Lezers: 5248/4512 [86%] Waardering (deel): 10.00 (1 stem)
Drew heeft een leuke middag gehad met zijn vrienden en gaat terug naar huis. Terug naar Curtis!
Bekijk OutPersonals - de grootste gay dating site
met veel Nederlands en Belgische gebruikers!



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal


"Nou, dat was toch niet zo moeilijk. Ik beschouw je al helemaal als
familie en ik wil dat jij dat ook zo voelt." 

"Ik krijg een brok in mijn keel, Lois." Ik kon het lachje in zijn stem
horen maar kende hem ondertussen lang genoeg om te weten dat dit zijn 
manier van doen was om moeilijke dingen uit de weg te gaan. 
Waarschijnlijk had Lois zijn intonatie ook goed begrepen want het 
volgende onkruidje belandde niet in de emmer maar raakte hem op zijn 
borst. De aarde vloog van de wortels bij de inslag. 

"Hey! Ik ben een invalide, dat kun je niet maken!" 

"En ik ben een oude vrouw die je niet de gek aan mag steken." Ze lachten
beiden en ik voelde hoe veel ik van hen beiden hield. Plotseling voelde 
ik me dichter met hen verbonden dan met wat dan ook in de hele wereld. 
Niets kon me blijer maken dan te zien hoe deze twee lieve personen met 
elkaar konden opschieten. En nu maar hopen dat mijn moeder Curtis ook, 
op dezelfde voorwaarden, in de familie zou willen accepteren. 
Natuurlijk wist Lois iets dat mijn moeder nu nog niet wist, dat Curtis 
en ik samen hadden geslapen. Ze wist wel dat Curtis gay was, weet je 
nog wel, maar niet dat ik het ook was. En ik kon geen enkele manier 
bedenken om het haar te zeggen, zonder haar pijn te doen. En dat was 
wel het laatste dat ze nodig had op dit moment. 

Ik luisterde nog een aantal minuten hoe ze plagerige opmerkingen over en
weer maakten en had daar wel de gehele dag gehurkt willen blijven 
zitten om naar hun plezierige, gekscherende conversatie te luisteren 
maar mijn benen begonnen pijnlijk te worden en het risico werd steeds 
groter dan een van hen, of mijn moeder, zou ontdekken dat de auto weer 
terug was en daarom kroop in zachtjes achteruit. Toen stond ik op, liep 
in hun richting en maakte voldoende geluid om hen te waarschuwen dat ik 
eraan kwam. 

"Hé luitjes!" riep ik. 

"Drew, hi!" Curtis keek op en lachte zijn oogverblindende witte glimlach
tegen me. Zijn gehele gezicht lichtte op en zijn ogen schenen tot leven 
te komen. "Hoe is het gegaan?" 

"Goed, joh. Hey, Lois." 

"Dag, lieverd. En nou wil je zeker mijn hulpje van me stelen, of niet?"
Ze lachte ook naar me en ik wist dat ze me die paar uurtjes met hem 
alleen niet misgunde. 

"Nou..." Het woord kwam er tergend langzaam uit. "Niet als jij hem niet
kunt missen natuurlijk. En ik heb nog een hoop dingen te doen 
trouwens." 

"Hé," begon Curtis te protesteren. Toen moet hij de lach op mijn gezicht
gezien hebben en realiseerde hij zich dat ik hem in het ootje nam. 

"Zak!" 

"Let op je taal, jongeman!" merkte Lois bijna afwezig op. 

"Sorry," zeiden we tezamen. Ze keek ons aan en moest om dit prachtige
plaatje van berouw vreselijk lachen. 

"Ach neem hem ook maar mee! Hij was toch maar een slecht hulpje," lachte
Lois en Curtis nam een geraakte houding aan. "Hij mocht alleen maar in 
de buurt blijven omdat hij zo lekker is om naar te kijken." 

"Kan ik er wat aan doen dat ik zo'n sexy ding ben?" merkte Curtis op,
zichzelf in de benen hijsend. "Ik voel me aardig genomen." 

"Daar kan voor gezorgd worden," zei ik zachtjes genoeg zodat hij het kon
horen maar Lois niet. Zijn gezicht was door verbijstering over mijn 
opmerking zo'n mooi plaatje dat ik lachen uitbarstte. Het leverde me 
een vreemde blik van Lois op en een schop tegen mijn schenen van 
Curtis. Nadat hij het stof van zijn kleren had geslagen en ook de 
moddersporen van Lois aanval liepen we naar binnen. 

"Wil je wat drinken?" vroeg hij op weg naar de koelkast. 

"Prima." 

"Ik heb wat nadere informatie nodig, jongen." 

"Pak maar wat, het maakt me niets uit. Is er trouwens nog limonade
overgebleven?" 

"Ja, wat is het nu? Maakt niet uit? Of limonade?" 

"Je denkt dat je grappig bent hè, maar dat ben je niet hoor," gaf ik als
antwoord. "Lois heeft helemaal gelijk, als je niet zo'n aardig snoepje 
was, had ik je er allang uitgetrapt!" 

"Echt?" Plotseling klonk hij heel serieus. 

"Natuurlijk niet, dommie!" 

"Want als je wilt dat ik wegga, dan hoef je het alleen maar te zeggen."
Hij keek me recht aan, een hand rustend op de open koelkastdeur. 

"NEE! Ik wil niet dat je gaat." Ik liep naar hem toe en legde mijn hand
op zijn heup. "Ik hou van je, man," fluisterde ik. 

"En dat zeg je niet zomaar?" 

"Nee! Natuurlijk niet, hebben we het daar gisteren ook al niet over
gehad?" Ik maakte me zorgen dat ik met mijn grapje te ver was gegaan en 
dat hij zomaar plotseling uit mijn leven zou verdwijnen nadat hij er in 
gekomen was en het had omgetoverd in zoiets prachtigs. Plotseling brak 
zijn serieuze gezicht open tot een brede grijns en begon hij te lachen. 


"Je had je eigen gezicht eens moeten zien, Drew!" lachte hij terwijl ik
hem ongelovig stond aan te staren. 

"Dat was niet grappig, jij lelijkerd. Ik was echt bang dat je ..." Ik
verzandde. 

"Dat ik je zou verlaten?" Hij stopte met lachen en keek me aan. "Wees
maar niet bang. Ik ben heel wat moeilijker kwijt te raken dan je denkt. 
Je bent niet zomaar van me af." 

"Ik hoop het. Dat doe ik echt." En ik begon hem te knuffelen, daar
midden in de keuken, me totaal geen zorgen makend dat er iemand zou 
kunnen binnen komen en ons betrappen. Hij sloeg de armen om me heen en 
kuste me liefelijk op mijn voorhoofd. 

"Oké. Drew, laten we gaan. Kom op." Hij bevrijdde zichzelf uit mijn
greep en schonk me een van zijn scheve glimlachjes. 

"Sorry, maar ik was echt vreselijk bezorgd. Beloof me dat je nooit meer
grapjes zult maken over weggaan?" 

"Dat beloof ik. De volgende keer dat ik praat over weggaan, meen ik het
echt." Hij bleef grijnzen. 

"Zak." En ik gaf hem een mep tegen zijn bovenarm. Ik weet niet waarom,
maar het bleek niet mogelijk dat ik langer dan een paar minuten kwaad 
op hem bleef. Dan deed hij altijd iets grappigs, de manier waarop hij 
grijnsde of wat dan ook, en in plaats van hem te slaan, wilde ik hem 
dan kussen. 

"Hier," hij reikte me een glas limonade aan, "maar waarom schenk ik
eigenlijk iemand iets te drinken in die me net nog ‘zak' noemde..." 

"Nu staan we weer gelijk makker." En dit keer grijnsde ik naar hem. Hij
maakte een geluid maar ik kon niet horen of het nu een woord was of een 
iets anders. Maar wat dan ook, het was duidelijk dat mijn verklaring 
geen indruk op hem maakte. Nou jou, sommigen van ons worden ook nooit 
begrepen. "Zullen we naar boven gaan?" 

"Met jou?" Hij probeerde het te laten klinken alsof het idee het
tegenstond maar de twinkeling in zijn ogen overtuigde me dat het anders 
was. 

"Yeah, met mij. Ik dacht, misschien, dat ik op een betere wijze mijn
verontschuldigingen kon aanbieden." Ik wenkte naar hem en zei: "En 
bovendien heb ik je vanochtend vijf dollar betaald en dat betekent dat 
je lang met mij de liefde moet bedrijven." 

"Dat aanbod is al lang verlopen," zei hij terwijl hij me de trap
opvolgde naar mijn kamer. 

"Nonsens." 

"Nee hoor, het geldt echt niet meer. Maar ik heb nog wel een aantal
andere speciale aanbiedingen waar je wellicht in geïnteresseerd bent." 
Hij klopte me op mijn rug terwijl we over de overloop liepen. 

"Je bent onverzadigbaar, Reid." 

"Ik weet niet waarom, maar je doet me iets." Zijn stem klonk
overduidelijk opgewekt. 

"Iets? Ik zou alles voor je doen," zei ik toen we mijn kamer
binnentraden, ik me omdraaide en mijn armen om zijn nek sloeg om hem op 
zijn lippen te kussen. Er ontsnapte me een zucht toen hij zijn handen 
op mijn heupen plaatste en me terug kuste, terwijl hij de deur dicht 
schopte. 

"Ik zou je voor altijd zo willen vasthouden!" zei hij toen hij even naar
adem hapte. 

"Doe het dan." Hij dreef me naar het bed en daar vielen we boven op
elkaar, nog steeds in elkaars armen en zetten ons kussen voort. Dit was 
meer intens, meer gewild en veel intiemer dan welke kus daarvoor dan 
ook. We lagen daar gewoon, nooit elkaar loslatend en nauwelijks de 
lippen van elkaar. Ik was geheel en al verloren in hem. Tussen de 
kussen door vertelden we elkaar hoe onze middag was verlopen en de tijd 
schoot voorbij. 

"Hé, we moeten naar benden," brak hij mijn woorden af, "je moeder riep
zojuist." 

"Weet je wat zo cool is?" 

"Ik?" Parmantig draaide hij met zijn hoofd naar mij. 

"Ja dat ook. Maar ik dacht aan een woord." 

"Oh? Welke dan?" 

"Vriendje," antwoordde ik met een grijns. 

"Ja, dat is een leuk woord. Weet je welk woord ik ook leuk vind.
Minnaar," langzaam liet hij het woord over zijn tong rollen. 

"Mmm. Ook een goeie maar ik denk dat ik daar overheen kan." 

"Oh, ja?" klonk het ongeloofwaardig. 

"Ja. Mijn meest favoriete woord." Ik bouwde de spanning op. "Curtis." 

"Je kunt ook zo sentimenteel zijn hè." Hij schudde zijn hoofd. 

"En daarom hou je zo van mij, geef het toe." 

"Nah, ik hou van je omdat je zo'n leuke kop hebt." En met deze woorden
rende hij de kamer uit en de trap af. Ik kon hem makkelijk inhalen 
omdat hij vanwege de pijn nog steeds langzaam vooruit kwam. Ik viel hem 
aan en samen bonkten we tegen de muur, happend naar adem en lachend. 
Verrassend snel draaide hij echter rond en werd ik door hem aangevallen 
toen zijn wonder mooie handen me genadeloos begonnen te kietelen. 

"Nee! Stop! Stop! Stop!" Was het enige dat ik kon uitbrengen, vechtend
om voldoende lucht binnen te krijgen vanwege de pijn en het lachen. Ik 
liep groot gevaar om de controle over mezelf totaal kwijt te raken toen 
hij eindelijk zijn aanval liet varen. 

"Spijt het je?" 

"Nee!" 

"Nou, dan zal ik je straks meer moeten straffen, Andrew Timothy Quinn."
Hij klonk net als mijn moeder en opnieuw moest ik vreselijk lachen. 
"Laten we gaan eten." Het klonk goed en daarom liepen we, een stuk 
rustiger, naar de keuken en namen we bij Lois en mijn moeder plaats aan 
de tafel. 

"Ik hoop dat jullie niets gebroken hebben met dat wilde gedoe," zei mijn
moeder een haar wenkbrauwen optrekkend en ons beiden aankijkend over de 
glazen van haar bril. 

"Alleen mijn ziel!" grapte ik. 

"Dat zal wel nooit gebeuren," snoof ze. 

"Daar scoort u een punt," zei ik want ik wilde eten en niet langer
discussiëren. De bezigheden van die dag hadden me echt hongerig gemaakt 
en daarom richtte ik me geheel en al op het eten geen enkele bijdrage 
leverend aan de conversatie. Die ging trouwens voornamelijk over 
tuinieren. Ik schoof het eten gulzig naar binnen. 

"Andrew. Doe eens rustig aan," berispte mijn moeder me. "Niemand steelt
het eten van je bord hoor." Daarna praatte ze verder met Lois over de 
groenten. Daar had ze echt een handje van. Je een uitbrander geven en 
dan gewoon verder praten alsof er niets gebeurd was. 

"Ja. Hij was een prima hulp," zei Lois nu. "Hij heeft echt groene
vingers." 

"Ja, echt!" speelde Curtis mee. 

"Je was een prima hulp vandaag. Het is fijn om een grote, sterke man in
de buurt te hebben. Hoe had ik anders die grote, zware emmer kunnen 
tillen?" Lois voerde haar ‘oude vrouw' toneelstukje op. 

"Op dezelfde manier als je altijd hebt gedaan voordat ik kwam, denk ik."
Curtis liet zich door haar niet strikken. "En op dezelfde manier waarop 
je het straks weer moet doen, als ik er niet meer ben." Iedereen viel 
stil en ik stopte met eten naar binnen schuiven terwijl ik me afvroeg 
wat hij zo-even had gezegd. 

"Wat?" bracht ik uit. 

"Kom op, mensen, doe niet zo verbaasd. Ik kan hier niet blijven. Het is
niet dat ik niet wil, ik wil. Jullie zijn allemaal zo geweldig goed 
voor me geweest maar het is niet goed. Ik wil niet in de weg lopen en 
jullie hebben problemen genoeg van je zelf zonder dat je de mijne 
daarbij nodig hebt. En ik wil niet meer nemen van jullie dan dat jullie 
mij al gegeven hebben. Dat zou niet eerlijk zijn." Hij praatte om de 
stilte te vullen die over de tafel gevallen was. Tot mijn grote 
verbazing, stopte mijn moeder hem. 

"Curtis, ik denk dat ik voor iedereen spreek als ik zeg ‘houd je kop'."
Hij leek geschokt na haar woorden en ook Lois. En ik kan je mededelen 
dat ik het ECHT was. 

"Huh?" 

"We zijn allemaal blij dat je hier bij ons bent. En je gaat helemaal
nergens heen. Tenminste, niet totdat er iets goed doorgesproken is en 
totdat je je school hebt afgemaakt. En dat zijn mijn laatste woorden 
met betrekking tot dit onderwerp. Als je er op staat om je kost te 
verdienen, het zij zo, maar dat bepraten we wel zodra je weer fit 
genoeg bent om te gaan werken. Zo, geen woord meer over weggaan, oké?" 

"Um. Oké. Denk ik." Hij leek behoorlijk aangeslagen door mijn moeders
krachtige toon. Ik maakte een aantekening in mijn hoofd dat ik haar 
hiervoor moest bedanken maar haar ook moest vragen waarom ze dit zo 
gezegd had. Na het eten kreeg ik de kans toen ik vrijwillig aanbood om 
de tafel af te ruimen en Curtis naar buiten ging voor een sigaret. Ik 
bleef achter met mijn moeder en Lois. 

"Dank je mam. Het was erg aardig van je om dat te zeggen. Ik weet dat je
eigenlijk helemaal niet blij bent dat hij hier is." 

"Andrew, gisteren heb ik tijd gehad om eens goed na te denken en ik
geloof dat ik jou nog nooit zo vrolijk heb gezien als de laatste dagen. 
Ik heb het idee dat Curtis daar iets mee te maken heeft en wat mij 
betreft mag hij blijven totdat hij oud en grijs is. Ik ben gewoon 
hartstikke blij dat jij eindelijk uit je schulp kruipt en vrienden 
maakt. Ik wil dat je gelukkig bent zeker nadat onze verhuizing zo 
moeilijk was voor mij maar zeker ook voor jou." 

"Dat viel wel mee. Ik heb geweldige vrienden hier. En jij en Lois zijn
gewoon te gek." Voor ongeveer de miljoenste keer sinds we mijn vader 
hadden verlaten, had ik het gevoel dat ik moest huilen. En tot nu toe 
waren het altijd tranen van vreugde geweest. 

"Dank je. Maar ik zie gewoon dat jullie een geweldige band hebben." 

"Yeah. Hij is een heel speciale jongen." Als ze toch eens wist hoe
speciaal. Zou ze dan ook nog zo blij zijn dat we onder hetzelfde dak 
woonden? 

"En hij heeft ons ook nodig hoe sterk hij ook denkt te zijn. Er is een
geweldige verandering voor hem gekomen vanaf die eerste dag. Ik zie hoe 
hij zich begint te ontwikkelen en wil hem de kans geven om uit te 
vinden wie hij is en met mensen te zijn die om hem geven." 

"Ik hou van je mam." 

"Schiet op met die borden." En ons kleine ‘moeder zoon moment' was
voorbij. 

Toen ik klaar was, ging ik naar buiten en stond daar, in stilte, bij
Curtis totdat hij zijn sigaret had opgerookt. Ik raakte aardig bedreven 
in het beoordelen van zijn stemmingen en merkte dat hij opnieuw aardig 
depri was maar het toch waardeerde dat ik bij hem was en mijn mond 
hield. Ik raakte hem niet aan omdat ik wist dat Lois en mijn moeder ons 
zouden kunnen zien door het keukenraam. Hij was klaar met zijn peuk en 
keek me aan. 

"Zullen we een eindje rijden?" vroeg hij. 

"Umm, prima?" half als antwoord, half als vraag, onzeker omdat ik niet
wist waar dit toe moest leiden. 

"Oké." Hij knikte en stapte de veranda af en liep rond het huis naar de
plaats waar zijn auto geparkeerd stond. Ik riep naar binnen dat we een 
eindje gingen rijden en snel weer thuis zouden zijn. Niet wetend of dat 
zo zou zijn of niet en volgde hem. De zon daalde snel toen we de oprit 
afreden. Hij had zijn kaken stijf opeen geklemd en ik kneep hem 
voorzichtig in zijn hand. Hij draaide naar me toe en lachte, duidelijk 
makend dat ik (voor een keer) het juiste had gedaan op het juiste 
moment. We reden in stilte voor een poosje maar uiteindelijk zou ik 
toch moeten vragen waar we heen gingen. Toen dat moment gekomen was zei 
hij: "Wacht maar af." 

"Toch niet terug naar je huis hè?" Meteen vermoedde ik het ergste. Hij
raakte met zijn vingers de schram boven zijn oog aan en lachte wrang. 

"Nog lange niet." 

"Goed. Dat zou precies iets voor jou zijn geweest om te doen." 

"Dank je voor dit blijk van vertrouwen!" 

"Nou, niet dan." Ik probeerde niet verdedigend te klinken maar slaagde
daar niet in. Een nieuwe periode van stilte van zeker zo'n vijftien 
minuten volgde en opnieuw verbrak ik het zwijgen. En dit keer met wel 
iets heel kinderachtigs. "Zijn we er bijna?" Curtis lachte me uit. 

"Bijna. Het laatste stukje moeten we lopen." Even later stopte hij bij
een grote witte muur en schakelde de motor uit. "Ga je mee?" vroeg hij 
en zwaaide zijn portier open. 

"Yep." Ik stapte uit en volgde hem. Het was wat fris aan het worden bij
het vallen van de avond en het zou niet lang meer duren voor de zon 
helemaal ondergegaan zou zijn. Ik wou dat ik eraan gedacht had m'n jas 
mee te nemen. Curtis had de zijne wel aangetrokken toen hij naar buiten 
was gegaan om te roken maar ik droeg nog steeds het shirt dat ik 
aangehad had die middag bij David. Dat leek nu al een eeuwigheid 
geleden. Ik volgde hem langs de muur en langzaam maar zeker begon het 
me te dagen waar we waren. Bij de hekken aangekomen wist ik het: de 
begraafplaats. 

"Ben je er nog?" vroeg hij, even achter om kijkend. 

"Natuurlijk." 

"Cool. We moeten over het hek klimmen omdat ze die 's nachts altijd op
slot doen." 

"Is dat verstandig?" wilde ik weten. 

"Nee." 

"Maar je gaat het zeker wel doen!" 

"Ja." 

"Nou ja, nu ik zover ben meegegaan. Ga me maar voor dan." Ik keek toe
hoe hij zich met een zucht en kreun ophees aan het hek, zijn benen er 
over sloeg en aan de andere kant weer neerkwam. Ik aarzelde even maar 
volgde hem toen toch. Ik had al een idee gekregen waarom we hier zouden 
zijn en wilde hem absoluut niet alleen laten gaan. Hoezeer ik ook wilde 
dat het niet avond maar dag was. Eerst liepen we over het pad maar 
omdat de kiezels behoorlijk lawaai maakten, onder onze voeten, gingen 
we verder over het gras. Ik volgde hem plichtmatig langs de grafstenen 
een heuvel op. 

"Laten we hier maar even gaan zitten," zei hij stoppend bij een stenen
bankje. "Bill vind het vast niet erg." Ik keek naar het bankje en zag 
dat het ook een grafsteen was. Voor ene ‘William Macbride, 1898-1918, 
gesneuveld in dienst voor zijn vaderland'. Een jongen niet veel ouder 
dan wij waren. Ik zat naast Curtis en hij legde zijn arm om me heen. De 
zon deed echt geen moeite meer om zich te verzetten tegen de duisternis 
terwijl wij daar in stilte bij elkaar zaten. De zonsondergang was 
indrukwekkend. Niet echt iets om over naar huis te schrijven maar 
gewoon prachtig mooi omdat ik er naar keek met de man waar ik van 
hield. Maar ik wenste dat het niet op een begraafplaats was en dat ik 
het niet zo verrekte koud had. 

"Je rilt," onderbrak hij mijn gedachten en trok zijn jas uit. 

"Nee, het gaat wel. Hou je jas maar voor jezelf." 

"Je bent een slechte leugenaar. Hier. Hij drapeerde zijn jas over mijn
schouders en sloeg zijn arm opnieuw om me heen. "Ik draag een dikker 
shirt dan jij en bovendien heb ik al dat verband ook nog eens als 
isolatie." Ik hoorde het lachje in zijn stem en kroop tegen hem aan. Nu 
beter gekleed tegen de kou voelde ik me meteen een stuk beter. Normaal 
zou een begraafplaats, en dan zeker 's nachts, me de stuipen op het 
lijf hebben gejaagd maar nu met die levensechte, erg solide, erg 
menselijke en heerlijk warme Curtis naast me verdwenen al mijn angsten. 


"Curtis?" 

"Mm?" 

"Ik hou van je," mompelde ik de woorden. 

"Ik weet het." Hij kuste me liefjes. "Ik hou ook van jou. Ik ben zo blij
dat we elkaar gevonden hebben." 

"Ik ook." 

"Kom op, ik wil je nog wat anders laten zien." Het mooiste van de
zonsondergang was nu voorbij en het schaarse licht werd steeds minder. 

"Dat geloof ik zeker," zei ik droogjes en hij lachte naar me, pakte mijn
hand en leidde me verder, de heuvel af en stopte uiteindelijk bij een 
onopvallend, wit gedenkteken. Ik wist voordat ik er naar keek al van 
wie het was. Hij stak zijn aansteker aan en in het licht van de vlam 
las ik  ‘Helen Anne Reid, 1948 - 1996, Geliefde vrouw en moeder'. Ik 
wilde wat zeggen maar plots deed hij de vlam uit en wist ik niets meer 
te zeggen. Hij liet mijn hand los en knielde op het vochtige gras voor 
de steen neer. 

"Hoi mam. Ik heb iemand meegebracht. Hij heet Andrew, Drew eigenlijk. Ik
hou van hem en ik weet dat jij hem aardig zou vinden." Hij pauzeerde 
even en lachte vaagjes naar me. Ik had het gevoel dat ik een indringer 
was bij iets heel persoonlijks. "Er is heel veel gebeurd sinds de 
laatste keer dat ik hier was. Dat wat ik je over pap vertelde, is 
alleen maar erger geworden. En daarom woon ik nu bij Drew thuis. Ik 
denk dat ik een tijdje niet zal komen omdat ik iemand gevonden heb waar 
ik mee kan praten. Ik hou nog steeds van je, en dat zal nooit stoppen 
maar ik hou ook van hem. Op een andere manier. Begrijp je me? Het maakt 
ook niet uit. Ik weet dat je gelukkig bent waar je nu bent en ik weet 
ook dat je blij voor mij bent. Ik hou van je mam." 

Zijn stem haperde bij deze laatste woorden en ik knielde naast hem neer
en legde mijn hand op zijn rug. Hij draaide zich naar me toe legde zijn 
hoofd tegen mijn schouder en begon te snikken. Ik streelde zijn haar en 
zei hem zachtjes dat alles goed zou komen en dat ik er voor hem zou 
zijn. Altijd. Hij maakte zich los van me, lachte en draaide zich weer 
naar de steen. 

"Zie je nou wel? Ik zei toch dat hij geweldig was. Ik moet nu gaan. Ik
kwam alleen maar even gedag zeggen. Rust zacht." Hij kuste de topjes 
van zijn vingers en drukte deze tegen de koude, niet reagerende steen. 
Na een moment van stilte hielp ik hem overeind en liepen we terug over 
de heuvel naar het hek van de begraafplaats. Nadat we deze hindernis 
genomen hadden en in de auto zaten met de verwarming aan keek hij me 
verlegen aan. 

"Ik denk dat je die hele vertoning wel stom hebt gevonden, hè?" vroeg
hij zachtjes. 

"Nee. Ik vond het prachtig," antwoordde ik volkomen oprecht. De hele
scène had me geraakt. Ik begreep waarom hij zich dit afvroeg maar hij 
wist toch wat ik voor hem voelde en daarom was het ook voor mij een 
pijnlijk moment geweest. 

"Ik wist dat ik een goede reden had om van je te houden." Hij leunde
naar me toe en kuste me vluchtigjes. "Laten we maar gauw weggaan. Ik 
krijg kippenvel van deze plek." Ik moest lachen. Zou jij dat niet 
gedaan hebben? 

©original text: Ardveche (URL: www.ardveche.com, e-mail:
ardveche@ardveche.com) ©Nederlandse vertaling: Lucky-Eye,  2001 Niets 
uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt 
worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere 
wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de 
houder van het auteursrecht. 





Dit is deel 10 van totaal 14 delen.
toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01