Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   gay categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


BLANCO deel 3 hoofdstuk 10 (mm:overige, 8665 words) [10/12] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Mar 29 2013 Kijkers/Lezers: 3440/2946 [86%] Waardering (deel): 9.00 (1 stem)
Vervolg waarin: - een brief een heel belangrijke rol speelt; - Afie het initiatief neemt tot een gesprek.
Bekijk OutPersonals - de grootste gay dating site
met veel Nederlands en Belgische gebruikers!



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal

woorden door, weinig liefde. Zijn moeder heeft het thuis heel erg 
moeilijk gehad. Zeker toen haar oudste zus het huis uitging. Ze was nog 
erg jong geweest toen die naar Brabant vertrok. Altijd het gevoel gehad 
dat ze niemand in het gezin had om echt mee te praten. En haar oudste 
zus kon er natuurlijk ook niets aan doen. Die moest het huis uit omdat 
ze steeds overhoop lag met haar ouders. Steeds waren er hoogoplopende 
ruzies geweest. De enige oplossing was dat ze het ouderlijk huis 
verliet. Maar toch... heel moeilijk voor zijn moeder. Dan vertelt ze 
over haar vriendin. Over hoe het daar thuis was en hoe ze zich daar 
eigenlijk meer thuis voelde dan bij haar eigen ouders. Die heel 
bijzondere vakantie. Het moment dat ze zijn vader ontmoette. Jasper 
ziet hoe ze glimlacht. Een lieve glimlach maar dan ook weer die 
verharding rondom haar lippen als ze te spreken komt over de weigering 
van haar vader om kennis te willen maken met haar vriend die zoveel 
ouder was. De ruzies. De huilbuien. De liefde die ondanks alles tussen 
haar en zijn vader opbloeide. Hoe ze het huis uit gezet werd toen ze 
zwanger bleek te zijn. De vlucht naar haar vriendin en de ridderlijke 
opstelling van Martin die haar daar weer kwam weghalen. De warme manier 
waarop Martins ouders haar opnamen in hun kleine gezin. Hoe ze met z'n 
beiden de komst van hun eerste kind in grote spanning en blijdschap 
hadden afgewacht. Hoe moeilijk de bevalling begon. De grote spanning 
toen alles mis leek te gaan en de enorme vreugde toen hij geboren was. 
Ze straalt helemaal, ziet Jasper. Ze knijpt zijn hand zowat fijn. Dan 
nadert ze de climax van het verhaal. De hardheid is weer terug. Het 
kraambezoek van haar moeder. De harteloze manier waarop die verlopen 
was en de breuk die niet te herstellen bleek. 

"Elk jaar sturen we nog kaarten. Met verjaardagen en kerst maar van Afie
weet ik dat ze nooit bij de andere kaarten liggen. Waarschijnlijk 
verdwijnen ze meteen in de prullenbak of bij het oud papier." 

"En nu schrijven ze een brief. Aan mij," merkt Jasper, na een tijd van
stilte die ze beiden nodig hadden, op. Er volgt een knikje. Jasper 
zucht diep. Hij weet gewoon niet wat hij ermee moet. Die twee zijn dus 
nooit een echte opa en oma voor hem geweest. "Noemen ze zich mijn opa 
en oma in die brief?" Een hoofdschudden volgt. Dat is tenminste iets. 
Hadden ze dat wel gedaan dan zou Jasper meteen uit zijn vel gesprongen 
zijn. Want die titel verdienen ze niet. Er zijn geen logeerpartijtjes 
bij die opa en oma geweest. Ze hebben nooit opgepast op hem of op 
Maarten en Sam. Nee, die titel zijn ze niet waard. Maar nu? Wat nu? Wil 
hij weten wat er geschreven staat? Vanwege die rode sticker en het 
streng godsdienstige gezin waarin zijn moeder is opgevoed, heeft hij al 
een aardig vermoeden. "Kun je me in het kort vertellen wat ze 
schrijven, mam?" 

Voor Marion is het niet nodig de brief uit de enveloppe te halen. Ze
kent de tekst. "Mijn ouders zijn streng gereformeerd. Ze hebben er 
altijd al de gewoonte van gehad om overal teksten uit de Bijbel bij aan 
te halen." Marion hoedt zich ervoor om de opgeschreven teksten op te 
lezen. Ze gruwelt er namelijk van. "Hij ziet dat wat jou is overkomen 
als een straf voor je zondige levensstij... " 

Jasper hoeft het niet verder te horen. Wil geen woord meer horen en
onderbreekt zijn moeder door zijn hand op te heffen in het stopgebaar. 
Even is het stil maar dan begint hij toch te praten. "Verdomme! 
Verdomme! Verdomme!" vloekt hij met overslaande stem. "Ik leid geen 
zondig leven! Ik houd van Pieter! Wat is daar mis mee?" 

"Niets, jongen. Helemaal niets! Dit is alleen maar een brief van een
fanaat, Jasper. Meer niet." Ze laat de enveloppe op de grond vallen en 
doet een poging om Jaspers terechte boosheid te laten verdwijnen door 
hem te knuffelen. Dat heeft effect want al heel snel fluistert hij haar 
in het oor dat het goed is. Dat hij met dat soort idiote onzin helemaal 
niets doet. Dat het hem niet raakt. Eventjes heeft geraakt maar dat dat 
niet blijvend is. 

"Maar waarom hebben mensen in vredesnaam het idee dat ze vanuit hun
eigen gekozen manier van leven het recht hebben om over anderen te 
oordelen. Snap jij dat?" 

Marion schudt haar hoofd. 

"Ik ook niet, mam. Waarom doen mensen dat. Waarom kunnen ze niet
afblijven van dat wat van een ander is. Waarom moeten die twee mijn 
manier van leven bekritiseren. Het zien als zonde." 

"Ik weet het niet, jongen." 

"Zijn die kaarten het enige contact dat je nog hebt met je ouders?" 

"Ja, meer is er niet." 

"En met die tantes die volgens Maarten heeeeeeeeeel anders zijn?" 

Marion is ineens weer helemaal terug bij haar gesprek met Sophia. Het
was duidelijk voor haar dat Sophia van deze brief had geweten. Zelf 
initiatiefneemster was geweest samen met Sylvia. De tekst is duidelijk 
die van haar vader maar toch. Toch hadden die twee niets gedaan om er 
iets aan te veranderen. Ze stonden er waarschijnlijk helemaal achter. 
Want als iemand er iets aan had kunnen veranderen, dan waren zij het 
wel geweest. Ze brengt haar gedachten onder woorden voor Jasper. 

"Zien jullie elkaar vaak?" 

"Nee. Alleen de verplichte nummers. Verjaardagen. Contact met die twee
voelt nooit goed. Ik kan niet zeggen dat ze net zo zijn als mijn ouders 
maar toch... toch is dat oordelende er altijd. Nooit kon ik iets goed 
doen in hun ogen." Ze vertelt van het laatste telefoongesprek. 

"Mag ik je vragen waarom je dan nog steeds contact met hen onderhoudt?' 

"Familie. Het is familie." 

"Maar... martel... nou ja... misschien is dat niet helemaal het goede
woord." 

"Ja, dat is het wel. Elke keer als ik die twee zie is het een marteling.
Soms heb ik al pijn in mijn buik als ik weet dat we er weer heen 
moeten. Nooit is er iets goed. Altijd hebben ze wel kritiek ergens op 
en... ik moet er gewoon mee stoppen. Er gewoon een streep onderzetten. 
Zeker nu ik weet dat zij van deze brief wisten en er niets tegen hebben 
ondernomen." 

"Ik oordeel over jou als ik zeg dat het me een goede beslissing lijkt,
mam." 

"Ja, maar je oordeelt vanuit je hart. Vanuit dat wat je hart je ingeeft,
lieverd. Niet vanuit de gezichtspunten die zij altijd gebruiken." 

"Over die brief." 

"Oh ja, ik zal hem zo oppakken." 

"Hebben ze een open haard op ‘Boschlust', mam?" Marion knikt. "Verbrand
die brief dan. En al die andere met zo'n rode sticker. Maak er vanavond 
met elkaar een mooi ritueel van. Door het te verbranden en er wat 
aandacht aan te geven, kun je samen met de anderen laten zien dat wij 
met dit soort ideeën niets doen. Dat wij een andere mening hebben." 

"Dat doe ik, lieverd. Was het beter geweest als ik je niets over deze
brief verteld had? Had ik beter kunnen zwijgen?" 

"Nee, je hebt er goed aan gedaan, mam. Ik moet jullie leren kennen. En
ook hoe wij in ons gezin tegenover deze mensen staan. Ik neem aan dat 
ik het verhaal dat je me gedaan hebt over je opvoeding en thuissituatie 
al kende." Marion knikt. "En daarom is het goed dat ik het nu opnieuw 
weet. Begrijp je?" 

"Ja, helemaal. Maar wel rot dat jij nu even zo van slag bent. Je hart
bonkt nog steeds enorm." 

"Ik weet het. Ik maakte me eventjes heel erg boos. Vreselijk boos om
zoiets ongelofelijks. Maar dat komt allemaal wel weer goed. Voor mij is 
dit verhaal nu afgedaan. Ik hoef er niet meer aan te denken. Voorgoed 
uitgewist uit mijn nieuwe geheugen. Vind je het goed dat ik nu wat ga 
rusten?" 

"Ja. Is goed voor je. Vanmiddag kom ik terug. David en je vader hebben
een digitaal fotolijstje voor je gevuld en dan kun je, als je zin hebt, 
heel veel foto's bekijken." 

"Dat is leuk! Mam? Heb je het zelf allemaal wel verwerkt van thuis?" 

"Ja, schat. Dat heb ik. Maar af en toe, bijvoorbeeld bij een brief als
deze, sta ik ineens weer in vuur en vlam. Als ze mij aanvallen vind ik 
het niet erg maar ze moeten van mijn kinderen afblijven." 

"Een echte leeuwin dus," stelt Jasper. 

"Goed begrepen, mijn zoon," zegt ze en streelt hem over zijn wang. "Kom,
ik zorg ervoor dat je goed in je bed ligt en dan ga je slapen. Ik blijf 
bij je zitten tot je slaapt." 

Jasper zegt dat het niet nodig is. Dat ze gerust weg mag gaan maar hij
begrijpt heel goed dat als zijn moeder zich iets in haar hoofd heeft 
gehaald, ze daar moeilijk van af te brengen is. En dus laat hij zich 
instoppen en als dan het bovenste gedeelte van zijn bed naar beneden is 
gedaan, gaat hij rustig liggen om al heel snel in slaap te vallen. 

Marion blijft naast Jaspers bed zitten tot ze aan zijn ademhaling merkt
dat hij in slaap gevallen is. Ook dan blijft ze nog even zitten. Intens 
gelukkig kijkt ze hoe haar zoon daar vredig ligt te slapen. Zijn hart 
klopt zachtjes, ziet ze. Ook de in- en uitademing gaan heel erg traag 
maar... en dat is het allerbelangrijkste, hij is er. Hij leeft. Hij kan 
weer met hen allemaal communiceren. Soms zal het best nog wel eens 
moeilijk zijn. Moeilijk worden. Zullen aanvechtingen hem op de proef 
stellen. Zal hij vraagtekens zetten bij alles wat hem is overkomen en 
hoe hij nu verder moet. Maar dat geeft niet. Samen zullen ze er uit 
komen. Daarvan is ze overtuigd. 

* 

De brief, die nog dezelfde avond ritueel verbrand zal worden, leidt
echter tot een op dat moment voor Marion onvoorziene openbaring. 
Aangekomen in de hal van het ziekenhuis drinkt ze aan het tafeltje bij 
Afie en de kinderen een kop koffie. Daarna splitst het gezelschap zich. 
Marion gaat naar de school van de kinderen, voor een gesprek met de 
directeur en de juf van Maarten, en de andere drie gaan terug naar 
‘Boschlust'. 

Op school is er alle begrip voor dat de familie een tijdje rust nodig
heeft en dat de kinderen daarom een week niet op school zullen zijn. 
Als Marion het punt van Maartens bijzonderheid aanroert, geeft de 
lerares van Maarten aan dat ze af en toe wel eens gemerkt heeft dat 
Maarten afwezig was maar... dat ze nooit gedacht heeft aan zoiets. 
Marion vindt dat heel logisch. Kinderen zijn tenslotte wel eens vaker 
geheel in eigen gedachten verzonken. Daarna doet ze een voorstel hoe ze 
met Maarten kan omgaan, mocht er zich zoiets weer voor doen. De lerares 
is blij met deze handreiking. 

Als Marion thuiskomt op ‘Boschlust' wacht haar een verrassing. Afie zit
in het zonnetje op het bordes en lijkt op haar te wachten. 

"Fijn dat je er bent," begroet Afie haar zus. "Ik denk dat jij en ik
eens met elkaar moeten praten." 

"Hoezo?" 

"En dat onder vier ogen." 

"Maar het is bijna tijd om te eten," werpt Marion tegen omdat ze
vreselijke trek heeft en niet zozeer omdat ze een vertrouwelijk gesprek 
uit de weg wil gaan. 

"Daar heb ik rekening meegehouden." Zonder dat Marion veel tegen haar
zus kan inbrengen, wordt ze als het ware meegesleept naar de kamer van 
Afie. De deur valt met een klap achter hen dicht en Marion kijkt 
verbaasd naar de keurig gedekte tafel die voor de brede vensterbank 
staat. "Heerlijk hè, die echte vensterbanken hier. En ik heb ook zo'n 
prachtig uitzicht," zegt Afie terwijl ze in de vensterbank schuift. 

"Ja," beaamt Marion terwijl ze haar blik over de bloementuin laat gaan.
"Echt heel mooi. Maar... " 

"Marion, ga alsjeblieft zitten. Dit is belangrijk voor mij. En ook voor
jou, zo denk ik." 

Marion gaat zitten maar voelt zich erg ongemakkelijk. Praten met haar
zus is niet vreemd voor haar. Vertrouwelijk praten ook niet maar dit 
keer... dit keer voelt het zo anders. Zo... tja...hoe breng je zoiets 
onder woorden. Het voelt... nee... woorden voor het gevoel willen niet 
komen. Het hoeft ook niet want Afie neemt het woord al. 

"Een aantal dagen geleden zag ik heel toevallig hoe Jan met jou
fluisterde en je daarna een brief gaf. Jij moffelde die heel snel weg 
in je tas. Dat tafereel heeft me sindsdien niet meer losgelaten. Ik heb 
er met niemand over gepraat. Weet dus ook nog steeds niet van wie die 
brief is maar op de een of andere manier voel ik gewoon, terwijl ik 
absoluut niet jouw gave heb, dat het ook met mij te maken heeft. Dat er 
een verband is tussen die brief en mij. En dus... en dus wil ik graag 
van jou weten waarom je er mij niets over hebt verteld tot nu toe." 

Even schiet het door Marions hoofd heen om glashard te ontkennen dat er
een band is maar dan weet ze ook dat het onmogelijk is. Nu ontkennen 
zou liegen zijn want vanavond zal ze samen met de anderen, zoals Jasper 
het wil, ook deze brief verbranden en dan zal er het een en ander over 
gezegd moeten worden. Ze zou natuurlijk woorden van algemene strekking 
kunnen gebruiken en het niet over vaders brief kunnen hebben. Moet ze 
in ieder geval doen vanwege de kinderen, weet ze... Nee! Liegen 
tegenover Afie kan en wil ze niet. "Bescherming, zus. Ik heb er niets 
over gezegd om je te beschermen." 

"Maar waarom? Jij bent mijn zusje, mag ik je daaraan herinneren. Ik
bescherm jou, jij niet mij! Ik heb je altijd beschermd. Zelfs in de 
jaren dat ik niet thuis kon zijn, heb ik je beschermd." 

"Hallo! Zo zijn we niet getrouwd! Ik ben al jaren niet meer je zusje."
Marion reageert primair terwijl er tegelijkertijd ook iets anders in 
haar hoofd na blijft klinken. 

"Dat zul je altijd blijven." 

"Ja, in jouw ogen wellicht maar als ik jou kan beschermen, doe ik dat.
Onze relatie is in al die jaren wel veranderd naar ik hopen mag!" 

"Je hebt gelijk. We beschermen elkaar als dat nodig is maar... waarom
met deze brief?" 

"Hij is van vader en moeder," gooit Marion er dan zonder er nog verder
bij na te denken uit. 

"Een brief van vader van moeder?" klinkt het uiterst verbaasd. 

Marion knikt en zegt dat de brief gericht is aan Jasper. Opnieuw groot
ongeloof in de stem van Afie terwijl ze het vraagwoordje waarom 
uitspreekt. "Omdat het naar hun mening nodig is Jasper erop te wijze 
dat zijn zondige levenswijze de oorzaak is van dat wat hem is 
overkomen. Dat God hem door zijn leven te sparen een tweede kans heeft 
gegeven mits hij zijn zondige levenswijze achter zich laat. Moet ik 
doorgaan?" 

"Nee! Alsjeblieft niet, Marion." Afie laat haar hoofd hangen. Dan
informeert ze of Jasper de brief heeft gelezen. 

"Vanmorgen zou ik hem een korte samenvatting van de inhoud geven maar al
heel snel liet hij mij stoppen om daarna eens flink te vloeken." 

"Gelijk heeft hij. Hoe halen ze het in hun hoofd om zoiets te
schrijven." 

"Weet ik veel! Nou ja... ik weet het wel. Godsdienstwaanzin. Dat is het
enige dat ik kan bedenken. Zo overtuigd van hun eigen gelijk, zoals 
altijd, dat ze een kleinzoon, die vader in elk geval nooit heeft willen 
zien, menen de les te moeten lezen! Voor te moeten houden dat hij het 
fout heeft gedaan en moet veranderen! Veranderen zoals zij het hem 
voorschrijven!" De woorden klinken fel en boos en Marions ogen staan 
vol tranen als ze uitgesproken is. 

Afie schuift naar haar toe en slaat een arm om haar heen. "Trek het je
niet aan, zus. Laat ze schrijven wat ze willen." 

De arm die Marion om zich heen geslagen krijgt voelt goed maar niet
helemaal. De lijfelijke verbinding tussen de zussen zorgt ervoor dat 
Marion dingen voelt. Niet heel erg duidelijk maar duidelijk genoeg om 
te weten dat haar zus met iets zit. Iets dat haar tot aan de lippen 
stijgt op dit moment en... "En nu we toch bezig zijn onze harten te 
luchten, wat heb jij op je lever? Wat wil jij mij vertellen?" 

Alsof ze zich betrapt voelt, laat Afie Marion meteen los. "Heb je iets
gevoeld?" 

"Dat ook, maar het is onduidelijk voor me. Maar er was al eerder iets.
Je zei dat je mij beschermd had ook toen je niet thuis was. Dat snap ik 
niet." 

Opnieuw laat Afie haar hoofd hangen. "Ik snap het ook niet, Marion. Ik
snap nog steeds niet waarom hij het heeft gedaan. Waarom zij hem als 
het ware toestemming heeft gegeven om het te doen." Als ze dan opkijkt, 
staan er tranen in haar ogen. Tranen die zich snel vermeerderen en 
zorgen voor een stroom van verdriet. 

Nu is het de beurt aan Marion om een troostende arm om haar zus heen te
slaan. Terwijl ze dat doet voelt ze heel duidelijk, duidelijker dan 
net, alle ellende die Afie heeft meegemaakt. De pijn die er was. De 
pijn die er nog steeds is. Het gevoel van... 

"Moet ik het je nog vertellen of voel je alles nu." 

Marion laat haar zus niet los. Trekt haar nog dichter tegen zich aan.
"Ik voel van alles. Verdriet. Wanhoop. Angst. Gemis. Maar... niet wat 
er precies is gebeurd allemaal. Ik denk dat het goed is als je het me 
vertelt." 

"Ja. Ik zal je eindelijk alles vertellen. Natuurlijk heb ik het al wel
eerder verteld. Het eerst aan iemand die ik vertrouwde en in mijn grote 
vertwijfeling opzocht. Daarna opnieuw aan haar en drie andere mensen 
die me zouden kunnen beschermen. Later aan therapeuten en psychologen 
maar het blijft terugkomen af en toe en ook nu. Nu jij vertelde over de 
brief van vader en moeder. Hoe ze nog steeds menen altijd het gelijk 
aan hun kant te hebben." 

"Ik heb het nooit geweten, Afie. Anders... " 

"Ja, ik weet het. Anders had je veel eerder een luisterend oor
aangeboden. Ik heb het bewust verzwegen. Je had sores genoeg, zo vond 
ik. Je hoefde mijn zorgen en problemen er niet bij te hebben." 

"Laten we afspreken dat we beiden nooit meer zo denken. Als er zich een
probleem aandient, wat dan ook, laten we het dan altijd bespreekbaar 
maken. Wat het ook is. Deal?" 

"Ja." Even is het stil. Tijd om de neuzen op te halen, tranen weg te
vegen en op adem te komen. "Jij kwam ver achteraan thuis," begint dan 
Afie haar biecht. "Tussen Sophia en mij zit twee jaar en Sylvia zit 
daar krap een jaar achter. Op een gegeven moment hoorde ik iets over 
een miskraam. Ik was elf of zo denk ik. Wist ik veel wat dat was. Ik 
was gek op lezen. Altijd al geweest. Elke woensdagmiddag ging ik naar 
de bibliotheekbus die dan bij het gemeentehuis stond. De moeder van 
Hennie, voor mij toen mevrouw Ter Horst omdat Hennie toen nog niet 
geboren was, werkte daar als bibliothecaresse. Ik kende haar goed. Ze 
zocht altijd boeken voor me uit. Legde die apart en als ik kwam, kon ik 
ze zo meenemen. Vaak praatten we ook samen als het niet al te druk was. 
Toen ik voor het eerst ongesteld was, dacht ik dat ik dood zou gaan. Ik 
bloedde tenslotte! Moeder ernaar vragen vond ik raar. Je weet hoe dat 
ging thuis. Gepraat werd er nooit. Je moest luisteren. Mevrouw Ter 
Horst durfde ik er wel naar te vragen. Idioot eigenlijk. Maar... ik 
deed het. Een vrijwilliger nam haar dienst over terwijl ze mij meenam 
naar een bankje in de zon op het pleintje. Ik werd gerustgesteld want 
ik had echt het idee dat ik dood zou gaan." 

Marion glimlacht naar haar zus. Ze weet precies hoe zoiets is. Heeft
exact hetzelfde meegemaakt en ook van precies dezelfde persoon gehoord 
hoe het in elkaar stak. 

"Moeder was zwak na die miskraam. Ik hielp heel veel in het huishouden.
Ik was de oudste en volgens vader was het mijn taak om te helpen. De 
huisarts kwam regelmatig langs en toen hij na een bezoekje wegging 
hoorde ik hem tegen moeder zeggen dat ze nooit meer zwanger mocht 
raken." 

Marion kijkt verschrikt op. 

"Ja. Echt. Deze miskraam was niet de eerste, had de arts gezegd. Het was
te gevaarlijk om opnieuw zwanger te raken. Moeder reageerde als volgt: 
‘Ach, dokter, u weet hoe mijn man is. Hij wil zo graag een zoon na drie 
meiden.' Opnieuw benadrukte de arts het gevaar maar het risico werd 
door haar gebagatelliseerd. Moeder werd zwanger en de zwangerschap 
verliep aardig goed. Voor mij was het een angstige periode. Wat als 
moeder het niet zou redden? Wat als de baby weer een meisje zou zijn? 
Zou moeder dan opnieuw zwanger worden? Langzaamaan moest ik wel steeds 
meer taken overnemen van moeder. Ik had er geen probleem mee. Toen jij 
geboren werd, was er enerzijds die angst die ik al benoemde maar aan de 
andere kant was ik ontzettend blij. Een zusje. Een klein babyzusje. 
Vader was niet blij. Die wilde een zoon. Het maakte mij niet uit. Ik 
vond je meteen hartstikke lief. Sophia en Sylvia vonden je de eerste 
weken leuk maar een hand uitsteken om moeder en mij te helpen bij jouw 
verzorging deden ze niet. Ze vonden een luier verschenen vies." 

"Altijd al kouwe kak geweest dus," zegt Marion om daarna in lachen uit
te barsten en haar zus daarmee aan te steken. Dat lachen zorgt ervoor 
dat de gespannen sfeer eventjes iets afneemt. 

Afie beaamt het als ze beiden uitgelachen zijn. Vertelt dat ze met haar
zussen nooit echt heeft kunnen praten. Sophia sliep bij haar op een 
kamer maar iets van een band is er nooit van gekomen. Ze liep altijd al 
met haar hoofd in de wolken, volgens Afie. Gewoon onmogelijk om met 
haar een band te krijgen. Te veel verschil. Afie had het wel 
geprobeerd. Vertelde Sophia dan iets in vertrouwen om dan later te 
merken dat die het toch aan Sylvia of nog erger, aan vader of moeder 
had verteld. Dat laatste had dan altijd gevolgen. Zwijgen was het 
beste. "Toen jij er was, werd jij mijn gesprekspartner. Nou ja, ik 
praatte en jij luisterde. Heb altijd het gevoel gehad dat jij dat goed 
kon. Je kon natuurlijk nog niet praten in het begin. Scheelde ook." De 
zussen glimlachen naar elkaar. "Toen jij twee was, gebeurde het. Op een 
middag kwam moeder bij me zitten aan de keukentafel terwijl ik de 
aardappels schilde. Ze vertelde me dat vader die avond bij me zou komen 
en dat ik lief moest zijn voor hem." 

"Oh, nee!" roept Marion verschrikt uit omdat ze meteen de impact van die
zin begrijpt. Ze pakt Afies hand beet om haar iets van haar eigen 
kracht te geven nu ze aan dit moeilijke gedeelte toe komt. 

"Ja, dat bedoelde ze dus wel. Ik begreep het echter niet. Wist ja niets
van seks of zo. We waren in die tijd vanwege onze streng christelijke 
opvoeding en het feit dat we op het platteland woonden achterlijk op 
dat gebied. Nu weten kinderen wel eens te jong te veel, maar toen werd 
je zo lang mogelijk onnozel gehouden. Hij kwam. Ik dacht dat hij alleen 
maar met me zou willen praten. Eerst zat hij een tijdje op de rand van 
mijn bed en zei niets. Toen begon hij te fluisteren. Hij zei dat ik 
mooi was. Al een echte vrouw." 

"Verdomme," vloekt Marion. 

"Hij legde zijn hand op mijn borsten. Ik duwde zijn hand weg. Zei op
harde toon dat het niet mocht. Hij betastte opnieuw mijn borsten en 
kneep er stevig in. Het deed zeer. Opnieuw duwde ik hem weg en zei hem 
dat het niet mocht. Toen legde hij zijn hand over mijn mond, trok de 
dekens weg en ging op me liggen. Hij haalde zijn hand weg en probeerde 
me te zoenen. Ik draaide mijn hoofd weg. Ik voelde hem. Ik voelde zijn 
opwinding. Ik was bang. Hij friemelde wat van onderen. Probeerde in 
mijn onderbroek te komen en toen wist ik absoluut dat het verkeerd was. 
Dit wilde ik niet! En daar komt een heel mooie vergelijking met Jasper 
om de hoek kijken. Ook ik trok mijn knie in een bliksemsnelle beweging 
omhoog. Ik raakte hem vol in zijn kruis. Hij kreunde maar bleef liggen. 
Nog een knietje en toen gleed hij van me af. Snel sprong ik het bed 
uit, griste mijn kleren van de stoel naast het bed en rende weg. Bij de 
achterdeur pakte ik mijn schoenen en maakte dat ik naar buiten kwam. 
Het sneeuwde. In het schuurtje achter het huis kwam ik op adem. 
Doodsbang dat hij me achterna zou komen. Toen hij niet kwam, kleedde ik 
me snel om en ging naar buiten. Wat nu? Ik wist het niet. Wist alleen 
dat ik zover mogelijk moest zien weg te komen en zette het op een 
lopen. Zonder jas in die koude nacht. Ik rende en bleef rennen. Er was 
niemand op straat in het dorp. Zonder dat ik er erg in had, was ik naar 
het huis van mevrouw Ter Horst gelopen. In mijn paniek kon ik de bel 
niet vinden. Ik bonkte met mijn vuisten op de deur. Zij opende en ik 
viel letterlijk naar binnen. Lag op mijn knieën in de gang en huilde." 
Even stopt Afie om op adem te komen. 

Marion ziet de tranen in haar ogen. Haar hart bonkt. Haar gezicht staat
strak. 

"Mevrouw Ter Horst nam me mee naar haar kamertje. Liet me plaats nemen
in een stoel en begon zachtjes tegen me te praten. Ik gooide alles er 
uit. Ik vertelde haar meteen alles. Schrik en verontwaardiging stonden 
op haar gezicht te lezen toen ik klaar was. Ze vroeg me niet of het 
echt zo gebeurd was. Ze stelde meteen volledig vertrouwen in me. Dat 
voelde goed. Ze moest bellen, zei ze. Vroeg of ik even naar de 
woonkamer wilde gaan. Haar man was daar met Hennie. Die kon niet 
slapen. Ik moest haar man maar even vragen of die wat te drinken voor 
me wilde maken. Ik deed wat ze zei. Toen ik de woonkamer naderde hoorde 
ik iemand heel zachtjes zingen. Een kinderliedje dat ik kende en ook 
vaak voor jou zong." Afie knijpt zachtjes in Marions hand. "Toen ik de 
deur opende en naar binnen ging, keek meneer Ter Horst op. Ik ook maar 
dat van verbazing. Hij zong voor Hennie. Een vader die zong voor zijn 
kind. Dat kende ik niet van thuis. Jij ook niet, toch?" 

"Geen kinderliedjes in elk geval. Psalmen en gezangen." 

"Het meest bijzondere vond ik dat meneer Ter Horst met zijn zware bas zo
zachtjes kon zingen. Zo lief ook. Vader brulde de psalmen en gezangen 
altijd. Het leek wel alsof hij wilde dat God in de hemel hem zou 
horen." Beiden moeten ze even lachen maar daarna gaat Afie meteen 
verder. "Ik vroeg hem of hij iets te drinken voor mij wilde maken. Op 
zijn vraag wat ik wilde drinken, koos ik voor warme chocolademelk. Hij 
gaf Hennie aan mij en ging naar de keuken. Even later was hij terug. Ik 
mocht Hennie nog een tijdje vasthouden totdat hij vond dat ik mijn 
chocolademelk niet koud moest laten worden. Ik dronk voorzichtig. Het 
was nog flink warm." Opnieuw stopt Afie even. "Gek, hè," zegt ze, "dat 
je al die details onthoudt." 

"Nee, niet zo gek eigenlijk. Dat heb ik ook. Als er dingen zijn die
grote indruk op me maken, dan onthoud ik op de een of andere manier 
echt alles. Geuren. Smaken. De warmte van de zon." 

"Mevrouw Ter Horst kwam terug en ging naast me op de bank zitten. Ze
vertelde me dat Hendriks, een van de dorpsagenten, en de dokter 
onderweg waren. Aan hen moest ik alles vertellen wat ik haar had 
verteld. Ik knikte alleen maar. De mannen kwamen. Hennie was naar bed 
gebracht omdat ze op de arm van meneer Ter Horst in slaap was gevallen. 
Met vier volwassenen om me heen vertelde ik opnieuw alles wat er 
gebeurd was. Hendriks maakte aantekeningen in een klein boekje. Toen ik 
uitgesproken was, nam mevrouw Ter Horst me mee naar de logeerkamer. Ze 
zei me dat de dokter me even moest onderzoeken. Dat het niet een 
prettig onderzoek was. Ze vertelde me de details. Het was nodig. Niet 
omdat ze mijn verhaal niet geloofden maar omdat ze er wel zeker van 
wilden zijn dat ik vader niet in bescherming nam. Achteraf denk ik wel 
eens... nou ja... laat ook maar. De dokter kwam en onderzocht me. Op 
mijn linker borst zat inmiddels een flinke blauwe plek. De vorm was 
niet te missen. Hij stelde vast dat het vader niet gelukt was 
gemeenschap met mij te hebben. Toen de dokter wegging, bleef mevrouw 
Ter Horst bij me. Ze zei me dat haar man en de anderen naar mijn huis 
zouden gaan om wat kleren en mijn schoolspullen voor mij op te halen. 
Dat het beter was dat ik een tijdje bij hen zou blijven. Dat ze later 
zouden kijken hoe het verder moest. Ik vond het goed. Was doodmoe. Ze 
gaf me een pyjama van haar, een handdoek en een washand. In de badkamer 
waste ik me heel erg goed. Je kunt je vast wel voorstellen dat ik me 
vreselijk vies voelde." 

Marion knikt. 

Op de rand van het logeerbed gezeten, had Afie een pilletje gekregen dat
ze met wat water door moest slikken. Toen ze was gaan liggen, had 
mevrouw Ter Horst de stoel naar het bed toe getrokken om daar naast 
haar te gaan zitten. Afie was in slaap gevallen. Het was een 
slaappilletje geweest. De volgende ochtend was ze wakker geschrokken om 
meteen daarna nog meer te schrikken. Ze had allang op school moeten 
zijn. Snel was ze uit bed gestapt. Mevrouw Ter Horst was naar boven 
gekomen en had gezegd dat ze zich niet hoefde te haasten. Dat ze die 
dag niet naar school hoefde. Twee weken lang bleef ze bij de familie 
Ter Horst. Toen ze na een paar dagen wel weer naar school ging, was het 
vreemd geweest. Ze had het idee dat iedereen naar haar keek. Dat erover 
haar gepraat werd. 

"Jou miste ik enorm. Mevrouw Ter Horst zorgde voor een oplossing. In die
twee weken bracht moeder je een aantal malen naar mij toe. Ik zorgde 
ervoor dat ze me niet zag. Wilde haar niet zien. Met jou was het 
genieten. Het leek alsof jij mij ook gemist had. In de tweede week 
werden er met mij afspraken gemaakt over het teruggaan naar huis. 
Mevrouw Ter Horst was heel duidelijk. Wat vader geprobeerd had te doen, 
mocht absoluut niet. Door haar, haar man, de dorpsagent en de huisarts 
zou er toezicht gehouden worden. Als er wel iets vervelends gebeurde, 
wat dan ook, moest ik dat meteen melden." Afie pakt een zakdoek en 
snuit haar neus. Heel voorzichtig komt er een klein glimlachje als ze 
hard in Marions hand knijpt. "Ik heb je nodig, Marion!" 

"Ik jou net zo goed. Ik weet nu wat je voor me gedaan hebt. Ik heb het
gevoeld. Je zorgde ervoor dat ik uiteindelijk een vaste gast werd bij 
Hennie thuis, nietwaar?" 

"Ja, dat klopt. Met moeder werd afgesproken dat ik tweemaal in de week
jou naar Hennie zou brengen. Zodat jij en Hennie speelkameraadjes 
zouden worden. Dat ging ook prima. Hoofdzaak was echter dat ik er een 
aantal malen per week even uit kon zijn en van me af kon praten. Thuis 
was het vreemd na die twee weken. Vader zei niets. Deed hij nooit. Maar 
moeder was ineens ook niet meer aanspreekbaar. Ik hoefde haar niet meer 
te helpen. Als ik het wel deed, pakte ze het me uit de handen en dan 
keek ze me heel vals aan. Als blikken konden doden... Het was kil 
thuis. Veel killer nog dan voorheen. Sophia probeerde er achter te 
komen wat er gebeurd was, maar ik had me voorgenomen er niet over te 
praten. Had ik ook zo afgesproken met mevrouw Ter Horst. Maar je weet 
hoe Sophia en Sylvia kunnen zijn. Net zolang zuigen tot er bloed komt." 


Marion lacht. Blij als ze is, dat zij haar zussen niet als enige
vergelijkt met vampiers. 

"Uiteindelijk vertelde ik het haar toch. Geloven deed ze me echter niet.
Ik had alles verzonnen, volgens haar, om vader kwaad te doen. Ik was 
een slecht kind. Ik had het vijfde gebod overtreden. Ik was zondig. 
Geraakt door haar woorden voelde ik me gelukkig niet. Zij wilde echter 
niet langer een slaapkamer met me delen en dus verhuisde ik naar het 
kleine kamertje van Sylvia zodat Sophia en Sylvia de grote kamer konden 
delen. Het maakte me niet uit. Daarna begon het treiteren. Heel vaak 
gebeurde het dat als ik beneden kwam voor het eten, er voor mij niet 
gedekt was. ‘Oh, vergeten,' luidde dan het commentaar van één van hen. 
Duidelijk genoeg voor mij dat Sylvia alles ook wist. Mijn kleren werden 
soms niet gewassen. Als ik moeder dan netjes vroeg of ze het wilde 
doen, kreeg ik de wind flink van voren. Kon ze ineens wel praten. Ik 
waste mijn kleren vaak zelf. Werd het gedaan in elk geval. Mijn 
schoolboeken verdwenen. Ik vond ze terug maar... met een aantal 
pagina's eruit gescheurd. Ik probeerde het vol te houden. Alle 
pesterijen meldde ik steeds bij mevrouw Ter Horst, zoals ik haar 
beloofd had. Als het me te veel werd, zette ik jou in je wandelwagen en 
liep ik uren met jou buiten. Regen, sneeuw, wind of kou, het maakte me 
allemaal niet uit. Als ik maar weg was van huis. En... samen met jou. 
Of ik ging met jou naar Hennie zodat jij daar kon spelen. Maar het werd 
me te vaak te veel. De stress vroeg zijn tol. Ik viel kilo's af en werd 
broodmager. Kun je je nu niet voorstellen maar het was toch zo. Mevrouw 
Ter Horst sprak langdurig met me. Ze wilde dat ik erover nadacht om uit 
huis te gaan. Ze deed me een voorstel. Eentje waarbij geregeld was dat 
ik jou toch regelmatig zou kunnen zien." 

Eerst had Afie niet gewild. Was de stap om haar kleine zusje te moeten
missen toch de grootste en meest moeilijke geweest. Maar uiteindelijk 
kwam het er toch van. Afie verhuisde naar Noord-Brabant waar de familie 
Ter Horst een goed internaat kende. Familie van mevrouw Ter Horst 
woonde heel dichtbij en ook daar mocht Afie zich thuis voelen en 
bovendien fungeerden zij als aanspreekpunt voor het internaat. 

"Vader is nooit veroordeeld. Wat de agent die nacht opgeschreven heeft
waren alleen maar aantekeningen. Het is geen officieel proces verbaal 
geworden. De familie Ter Horst was van mening dat het geen zin had om 
ons gezin dat aan te doen. Een veroordeling zou heel vervelende 
gevolgen kunnen hebben. Niet alleen voor vader maar voor het hele 
gezin. Ik vond het prima." 

Dat alles binnenkamers bleef, betekende niet dat er niets mee gedaan
werd. De anderen bleven over Afie waken. Op het moment dat er 
toestemming nodig was om Afie naar Noord-Brabant te laten gaan, werd 
het van stal gehaald en gebruikt om ervoor te zorgen dat die 
toestemming er kwam. De familie Ter Horst zorgde ervoor dat Afie de 
band met haar jongste zusje niet verloor. Eenmaal in de twee maanden 
ging de familie Ter Horst in een weekend op familiebezoek naar 
Noord-Brabant en dan ging de kleine Marion altijd mee. De andere maand 
kwam Afie een weekend naar de familie Ter Horst en daar logeerde Marion 
dan ook. Op het internaat maakte Afie haar hbs-opleiding af. Daarna 
werd ze in een ziekenhuis in de buurt opgeleid tot verpleegkundige. 

"Daarna kreeg ik meteen een baan. Eentje waar ik me volop kon uitleven.
Druk en inspannend. Maar heel goed voor mij. Ik was gelukkig met dat 
wat ik had en werd alleen maar gelukkiger." 

"Hoe bedoel je?" 

"Toen jij op vakantie wilde met Hennie en haar ouders zorgde ik
daarvoor, weet je nog?" 

"Ohhh," zegt Marion. "Nu snap ik het... denk ik. Werd er toen ook door
mevrouw Ter Horst met vader en moeder gepraat?" 

"Ja. Heel indringend, als je begrijpt wat ik bedoel." 

Marion snapt het. "Zij en haar man zijn dus steeds aanwezig geweest om
mij te beschermen." 

"Ja, zo is het. Zij en ook de huisarts en de dorpsagenten. Altijd werd
er een oogje op je gehouden en als het nodig was, werd er in gegrepen." 


Eerst kijkt Marion verbaasd maar dan is ze terug in het verleden. Ineens
herinnert ze zich iets dat er voordien nooit geweest is. 

Afie merkt op dat haar zus er niet meer is. Er niet meer bij is met haar
gedachten. Dat ze afgedwaald is. Het niet weten waarheen maakt haar 
onzeker en ietwat angstig. "Wat is er, Marion? Marion! Waar ben je?" 

"Thuis. Moeder is er niet. Sophia en Sylvia zien dat ik ongewild aan het
voelen ben. Ze roepen naar vader dat ik eng doe. Hij komt. ‘Weg met 
jou, Satan!' roept hij. ‘Ga uit dit vervloekte kind!' Dan slaat hij mij 
hard tegen het hoofd. Ik val op de grond. Eerst ben ik duizelig en 
misselijk en blijf liggen. Dan sta ik toch op en wankel naar buiten. In 
de tuin geef ik over. Dan loop ik het hek uit en de straat op. Ik hoor 
het harde, piepende remmen van een auto. Ineens staat de postbode naast 
me. Hij wil me terug in huis brengen maar ik zeg hem dat ik naar Hennie 
moet. Meteen. Hij brengt me naar de familie Ter Horst en dan... dan is 
er een tijd niets meer. Ik word wakker in een donkere kamer. In een bed 
met witte lakens. Mevrouw Ter Horst zit naast me." Marion zegt niets 
meer. Ze kijkt alleen maar verdwaasd voor zich uit. 

"Je had een hersenschudding," vult Afie aan omdat ze nu zeker weet waar
Marion in haar gedachten is geweest. 

"En jij kwam ook toen." 

"Natuurlijk kwam ik." 

"Raar dat ik me dat nu pas voor het eerst herinner. Het is er
waarschijnlijk altijd al wel geweest maar nooit eerder heb ik me het 
kunnen herinneren. Daarna is het gelukkig nooit meer gebeurd. Ze vonden 
het thuis nog steeds eng maar geslagen werd ik niet meer. Nu begrijp ik 
waarom." 

"Voor ons was het heel moeilijk om te achterhalen wat er precies gebeurd
was. Je had een hoofdwond, maar dat had ook veroorzaakt kunnen zijn 
door een val. Mevrouw Ter Horst en de huisarts waren al bij vader en 
moeder langs geweest maar niemand had iets gezegd. Ze hadden gedaan of 
ze van niets wisten. Toen ik thuiskwam en gezien had dat je rustig 
sliep, ging ik naar huis. Niet alleen. Hennie's moeder ging mee. Ze 
waren aan het eten. Eerst wilde vader ons niet binnen laten. Mevrouw 
Ter Horst liet zich echter niet terugsturen. Ze is klein van stuk, 
zoals je weet, maar kan een flinke mond opentrekken als het moet. Zo 
kwamen we toch binnen. Moeder en onze zussen zaten aan tafel. Mevrouw 
Ter Horst probeerde er opnieuw achter te komen wat er had 
plaatsgevonden. Niemand antwoordde. Toen bemoeide ik me ermee. Ik 
richtte me tot Sylvia, de zwakste keten van de schakel naar ik 
vermoedde. Bleef maar tegen haar aanpraten en deed alsof de anderen er 
niet waren. Uiteindelijk met succes. Ze biechtte onder tranen het hele 
verhaal op. Vanaf dat moment wist vader wel beter dan zoiets nog een 
keer te doen. Er werd hem een tweede ernstige waarschuwing gegeven. De 
pesterijen bleven jammer genoeg wel. Je vertelde heel vaak dat ze je 
uitscholden. Ze je eng vonden." 

"Ja, dat bleef. Maar het meest bijzondere van al dit vind ik wel dat
alle ellende die jou is overkomen... " 

"En jou," voegt Afie eraan toe. 

"Ja, je hebt gelijk. Ook mij. Maar het zorgde er uiteindelijk wel voor
dat ik Martin ontmoette." 

"Ja, en dat bedoelde ik dus toen ik zei dat ik gelukkiger werd. Jij
ontmoette Martin. Je stelde hem ook aan mij voor. Ik zag dat hij 
vreselijk veel van jou hield. We hadden ook meteen iets van een klik, 
hij en ik. Konden goed met elkaar opschieten. Toen raakte je in 
verwachting. Het leek of de geschiedenis zich herhaalde. Jij werd uit 
huis gezet. Maar er kwam een oplossing. Jasper werd geboren en ik werd 
de aller-gelukkigste tante die er ooit op de hele wereld is geweest en 
nooit meer zal zijn!" Afies gezicht straalt alsof er miljarden lichtjes 
tegelijkertijd in haar ontstoken zijn. "Hij was zo'n lieve baby. Zo 
mooi." Dan  komen er toch weer tranen. 

"Afie?" 

"Ja?" 

"Ik weet niet of ik het vragen kan maar ...." 

"Laat je nooit weerhouden alles aan mij te vragen wat je wilt. Maar ik
weet wat je vragen wilt. Dat wat vader met me probeerde te doen, heeft 
er inderdaad mee te maken dat ik nooit iets met een man heb durven, 
kunnen doen. Het was een enorme angst voor me. Natuurlijk heb ik wel 
vriendjes gehad. Heb ik het wel geprobeerd maar... De eerste kusjes op 
de wang waren prima. Maar zodra het toe was aan een kus op de lippen 
raakte ik in paniek. Dan knapte er iets in mij en was de angst zo groot 
dat ik weer helemaal terug in het verleden was. Gelukkig hadden ze er 
allemaal begrip voor. Maakte geen van hen er ooit misbruik van. Maar de 
relatie ging altijd stuk en natuurlijk lag het aan mij. Een tijdje 
dacht ik dat ik misschien lesbisch was. Maar ook met vrouwen lukte het 
niet. Intiem worden met iemand zat er voor mij niet in. Het leverde 
alleen maar angst op." 

"Zo rot voor je," klinkt het benepen uit Marions mond. 

"Kom, laten we niet meer huilen om dat wat geweest is. Laten we kijken
naar de toekomst." 

"Je bedoelt dat je het achter je kunt laten?" 

"Ja, wat moet ik anders. Heb ik een andere keuze?" 

Marion kijkt haar zus aan en ziet haar gulle glimlach. Ze denkt aan
Jasper. De uitspraken van haar zus zouden zo die van hem kunnen zijn. 
Dan begint ze ook te lachen maar net als aan het begin van het gesprek 
is er iets dat in haar hoofd blijft naklinken. Iets waar ze nog een 
vraag over moet stellen maar... ze is het kwijt. Dan maar die andere 
vraag. "Nog één vraag. Oké?" 

"Vraag wat je wilt. Ik geef wel antwoord. We hebben toch afgesproken om
volledig open te zijn tegenover elkaar?" 

Een knikje volgt en dan vraagt Marion haar wanneer ze weer terug naar
huis ging en waarom. 

"Eerst kon ik het niet. Ik moest bijkomen van alle ellende. Dingen zien
kwijt te raken. Te verwerken. Mijn eerste gang langs therapeuten en 
psychiaters. Maar toen jij die hersenschudding opliep wilde ik heel erg 
graag iets van de taak van de familie Ter Horst overnemen. Jou 
beschermen. Er meer voor jou zijn zodat ik een betere beschermer was. 
Natuurlijk bleven zij altijd een oogje in het zeil houden maar ik miste 
je zo verschrikkelijk ondanks de bezoekjes die geregeld waren voor ons. 
Ik wilde er voor jou zijn. Ervoor zorgen dat er iemand voor jou was. 
Een naaste, een familielid voor jou om mee te praten. Gewoon praten 
zonder al die verdomde vooroordelen en die belerende retoriek van 
thuis." 

"Die weekenden dat jij thuis was waren juweeltjes. Maar... ook veel te
weinig naar mijn idee maar ik wist, dat verzekerde je me telkens weer, 
dat je je best deed en dat was meer dan genoeg voor mij. Maar misschien 
bedoel ik niet dat. Ik snap dat je terugkwam voor mij. Maar waarom 
bleef je thuiskomen nadat ik uit huis was?" 

"Een vraag die ik jou, in een iets andere vorm dan, ook zou kunnen
stellen." Afie ziet de vraagtekens op het gezicht van haar zus. "Waarom 
stuur jij nog steeds kaarten? Je weet van mij dat ze nooit op het 
stapeltje met alle andere kaarten liggen en toch blijf je ze sturen. 
Waarom?" 

"Ik begrijp het," zegt Marion om daarna het antwoord op haar eigen vraag
zelf te geven: "Het blijven onze ouders, nietwaar?" 

"Ja. En met die twee anderen, ook familie, bleef het contact ook.
Bovendien wilde ik jou ervoor behoeden dat je daar alleen met hen zou 
zijn op die gezellige verjaarsvisites." 

"Ik had Martin bij me." 

"Ja, en die had het ook al zo naar zijn zin met die patserige kerels
waarmee die twee trutten getrouwd zijn!" 

Dan wordt er gelachen. Vervolgens staan ze beiden zonder het af te
spreken op, lopen ze op elkaar toe en voor het tafeltje met de nog 
steeds niet aangeraakte lunch slaan ze hun armen om elkaar heen om 
elkaar flink te knuffelen. 

"Dit voelt goed, zus. Dit heb ik nodig. Heel erg nodig." 

"Jij niet alleen, Afie. Ik net zo goed. We kunnen niet zonder elkaar.
Dat mag duidelijk zijn." 

"Mag ik de brief lezen?" 

Marion geeft haar zus de brief. Terwijl Afie hem leest, bestudeert ze
heel aandachtig het gezicht van haar zus. Eerst is er boosheid op te 
lezen en als ze dan uitgelezen is, is er ook iets als 
besluitvaardigheid te zien. 

"Weet je of dit alleen het werk van vader en moeder is? Of hebben die
twee zussen van ons er ook iets mee te maken." Een weergave van het 
telefoongesprek dat Marion met Sophia had, wordt gegeven en ook voor 
Afie zijn de stiltes die de altijd praatgrage Sophia liet vallen maar 
voor één uitleg vatbaar: "Hun idee dus en vervolgens hebben ze niets 
gedaan om vaders tekst aan te passen. Ze staan er beiden dus volledig 
achter." 

"Ik kan het niet anders uitleggen. Ze heeft in elk geval geen enkele
moeite gedaan om die conclusie te weerleggen." 

"En nu. Nu je dit allemaal weet. Is het nu niet tijd voor ons om een
grens te trekken?" 

"Ik kan natuurlijk niet voor jou praten maar... " 

"Mijn grens is getrokken, Marion. Hier en nu. Ik zal vader en moeder nog
één bezoek brengen. Die zussen van ons hoef ik niet meer te zien. 
Altijd zijn er op uit geweest om gif te sproeien naar alle kanten en 
dat hoef ik niet meer. Nooit meer. Dat doe ik af met een telefoontje. 
Meer krijgen ze niet." 

"Weet je het zeker?" 

"Heel erg zeker. En jouw grens?" 

"Vanmorgen bij Jasper heb ik al gezegd dat ik het contact met Sophia en
Sylvia zal verbreken. Ik wil het niet meer. En ik zal ook geen kaarten 
meer sturen. Natuurlijk moet ik het nog wel overleggen met Martin 
maar... " 

"Die is allang blij dat je deze grens trekt, lieve zus." 

Dat weet Marion wel zeker. "Er is nog iets dat ik je vragen moet maar...
ik ben het kwijt. In ons gesprek was er iets maar... het is door alle 
emoties naar de achtergrond verdwenen." 

"Dan kom je er later maar eens op terug. Vragen staat vrij. Dat weet
je." 

"Wel heel bijzonder dat de familie Ter Horst zo'n grote rol gespeeld
heeft in jouw en in mijn leven." 

"Ja, dat is het zeker." 

"Jammer dat Hennie naar Amerika is gegaan en haar ouders haar later
gevolgd zijn." 

Afie is verbaasd over deze opmerking en laat dat duidelijk blijken. 

"Ik praat vanuit mezelf. Jammer voor mij. Niet voor haar natuurlijk. Ze
was verliefd. Echt verliefd op die jongen en logisch dat ze met hem 
meeging toen bleek dat hij hier niet kon aarden. Toen hij zijn thuis zo 
vreselijk miste. Ook heel goed van haar ouders om daarna haar na te 
reizen. Hennie was hun enig kind. Toen het eerste kleinkind op komst 
was, wilde mevrouw Ter Horst meteen daarheen." 

"Ja, ik weet nog heel goed hoe blij ze was met dat bericht." 

"Maar ze kwamen nooit meer terug. Ze bleven bij hun dochter, schoonzoon
en eerste kleizoon. Jammer voor mij dus want Hennie was een echte 
vriendin. En, ik heb het al vaker gezegd waarschijnlijk, bij haar thuis 
voelde ik me meer thuis dan in ons gezin." 

Dan beginnen ze, beiden hongerig, eindelijk aan hun lunch. Toch zit het
Marion niet lekker. Tijdens het eten doet ze verwoede pogingen om dat 
boven water te krijgen wat ze vergeten is. Als dat niet wil lukken en 
ze het opgeeft, vertelt ze Afie dat Jasper een voorstel voor een 
ritueel heeft gedaan. Afie is meteen enthousiast en alleszins bereid 
haar medewerking daaraan te geven. 

Wordt vervolgd... 

Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, januari 2013. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, 
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande 
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht. 





Dit is deel 10 van totaal 12 delen.
toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Gay Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01