Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   bisexual categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


ANDERS ... een kerstverhaal - hoofdstuk 1 (mm:overige, 4501 words) [1/5] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Dec 25 2018 Kijkers/Lezers: 3106/2178 [70%] Waardering (deel): 10.00 (1 stem)
Een kerstverhaal op kerst 2018 van Lucky Eye



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal

haarkleur is blond maar niet zo licht als dat van hem. Een vonk. Iets 
wat ons naar elkaar toetrok en na een tijdje elkaar van wat afstand 
bekeken te hebben, stapte hij op me af en vroeg me of we samen wat 
konden praten op een rustig plekje. Ik vond het prima, nam afscheid van 
mijn vrienden en ging met hem verderop ergens zitten. Vanwege de muziek 
was het niet echt rustig maar het was wel één op één. Hoe het precies 
allemaal verder ging is niet van belang eigenlijk. Het leidde er 
uiteindelijk toe dat we een relatie begonnen. Een moeilijke relatie 
want hij woonde vlakbij Oslo en ik in Stockholm. Een afstand die te 
overbruggen was maar ... het was toch vaak dat we elkaar alleen in de 
weekenden zagen. Onze liefde - want dat was het - was echter sterk 
genoeg. Maar ... het gedonder in de glazen kwam toen ik door een oude 
mentor van mij gevraagd werd om Stockholm te verruilen voor een hoge 
post op het ministerie van buitenlandse zaken. Ik had natuurlijk kunnen 
weigeren maar ik was mijn oude leraar een gunst verschuldigd en vond 
het moeilijk om het voorstel af te slaan. Olav vond ook dat ik moest 
gaan en stelde voor dat hij met me mee zou gaan. Zijn voorstel 
verbaasde me enorm. Olav was namelijk een echt familiemens. Hoewel zijn 
familie klein was, waren ze wel heel hecht met elkaar. Hij had een 
broer, een schoonzus (die hij altijd benoemde als zijn zus) en hun 
beide kinderen: een zoon en een dochter. Olav en zijn broer leken als 
twee druppels water op elkaar maar ze waren geen tweeling. Twee jaar 
verschilden ze van elkaar maar toen ik aan Olan voorgesteld werd keek 
ik echt van verbazing van de een naar de ander. Ik had het idee dat er 
een grap met me werd uitgehaald en de familie vond het enorm leuk om 
mijn verbazing te zien. Ze lagen in een deuk. Maar ... het verbaasde me 
dus dat Olav besloten had om met me mee te gaan. Nou bleek het niet zo 
zeer een plotseling besluit te zijn. Olav en Olan waren twee handen op 
één buik. En al heel snel nadat Olav mij had voorgesteld aan zijn 
kleine familie had zijn broer hem erop gewezen dat ik niet voor eeuwig 
in Zweden zou blijven. Dat het in mijn beroep vanzelfsprekend was dat 
ik ooit ergens anders gestationeerd zou worden. Olav had hem geantwoord 
dat daar nog geen sprake van was maar zijn broer was vasthoudend 
geweest en had hem aangespoord er alvast over na te gaan denken. Dat 
had hij gedaan. De twee waren close. Olan de oudste en Olav de jongste. 
De oudste de doener, de jongste de denker. Maar in dit geval was het 
dus anders geweest. Maar Olav had wel geluisterd naar zijn broer en 
toen het dus zover was, binnen mijn vier jaar trouwens, was hij bereid 
om met me mee te gaan. 

Werken in de nieuwe liberale regering werd geen succes. Ik was de
rechterhand van de minister en op zich was het een vreselijk goede 
baan. Zorgen om Olav hoefde ik me niet te maken want hij had het 
vreselijk goed naar zijn zin. Hij had zijn zakelijke belangen - handel 
in Scandinavië en de Baltische Staten - verkocht en startte iets nieuws 
op in Engeland. Het ging hem allemaal heel gemakkelijk af, zo leek het 
me toe. Waar hij al snel zijn draai vond was dat voor mij veel 
lastiger. Het leek alsof ik te lang weggeweest was uit mijn vaderland. 
En toch ... toch voelde ik me in het buitenland altijd op en top een 
Engelsman. Maar ... terug in Engeland, in London, in het centrum van de 
politiek voelde ik me ontheemd. Toen mijn minister na twee jaar en drie 
maanden in de problemen kwam en zijn portefeuille moest inleveren vond 
ik het geen enkel probleem om ook op te stappen. Zo maakte ik bovendien 
de weg vrij voor een nieuw bewindspersoon die zijn of haar eigen staf 
kon bemensen. Binnen de kortste keren zat ik in New Delhi. Daar hadden 
ze vanwege langdurige ziekte van de ambassadeur een plaatsvervanger 
nodig voor onbepaalde tijd. Ik vond het leuk om als een soort van 
crisismanager op te treden. Vier maanden later was ik weer in London en 
een maand later vulde ik een leemte op in Brazilië. Olav bleef bij die 
korte betrekkingen steeds in Engeland. We ontmoetten elkaar regelmatig 
ergens op de wereld. De liefde tussen Olav en mij was sterk genoeg maar 
op een gegeven moment begreep en voelde ik heel erg goed dat Olav 
Noorwegen begon te missen. Hij vloog vaak terug om bij zijn familie te 
zijn maar iedere keer dat hij terug was voelde hij meer en meer het 
gemis van die familie om hem heen. 

Een vaste post had ik nog niet gekregen en toen de functie in Oslo vrij
kwam en ik eventjes duimen aan het draaien was, reageerde ik meteen. 
Volgens velen om mij heen - diplomatieke collega's laat ik maar zeggen 
- was het onder mijn niveau maar om dat soort opmerkingen gaf en geef 
ik helemaal niets. Wellicht goed bedoeld advies maar Oslo paste prima 
in mijn straatje. Ik kon voor het eerst in onze relatie volledig bij 
Olav zijn en wist zeker dat dat voor ons beiden een enorm stuk rust zou 
geven. En dat deed het ook. 

Wij hielden van elkaar. Zagen elkaar elke dag. Doordeweeks woonden we op
de eerste verdieping van de ambassade en in de weekenden en vakanties 
waren we in het huis van Olav buiten Oslo. Een heerlijke tijd. Een tijd 
die voor mij voor eeuwig had mogen duren. En ... weg uit Oslo, weg van 
Olav wilde ik ook echt niet meer. Af en toe keek ik om me heen of ik 
iets anders zou gaan kunnen doen maar mijn vak had iets bijzonders, 
iets speciaals, dat zomaar vertrekken voor mij onmogelijk maakte. Ik 
bleef zitten waar ik zat en zag het einde van mijn termijn steeds 
dichterbij komen. Gelukkig kwam er na die vier jaar geen bericht om 
ergens anders heen te gaan. Maar ... uitstel zou geen afstel betekenen. 
Toen er in mijn zesde jaar het door mij inmiddels gevreesde bericht 
kwam, bewoog ik hemel en aarde om vertrek te voorkomen. Ik lobbyde bij 
collega's, sprak met mensen op hoge plaatsen bij buitenlandse zaken en 
kreeg het voor elkaar om te mogen blijven. Er was echter wel één 
voorwaarde: ik moest beschikbaar zijn om net zoals ik in het verleden 
gedaan had af en toe voor korte tijd ergens in te vallen. Geen 
probleem. Een tijdje zonder Olav moest kunnen en bovendien zouden we 
elkaar net als eerder gedaan ergens halverwege regelmatig kunnen 
ontmoeten. 

Olav vond het prachtig. Enerzijds voelde hij zich enorm bezwaard dat ik
vanwege hem in Oslo bleef hangen maar dat wees ik resoluut van de hand. 
Ik was niet alleen vanwege hem blijven hangen. Ik wilde het zelf ook. 
Ik had behoefte aan een echt thuis en dat had ik voor het eerst in mijn 
leven gevonden. Volgens velen - en ze hadden gelijk - kwam je vroeger 
alleen maar voor de diplomatieke dienst in aanmerking als je een titel 
had. Die titel had ik al vanaf mijn vierde jaar. Mijn vader overleed 
toen en ik erfde zijn titel. Nou kon ik de verplichtingen die daarbij 
hoorden niet uitvoeren. Ik was nog maar een kleuter! Gelukkig was er 
een oom aan de kant van mijn vader die de taken op zich wilde nemen. 
Later toen ik ging studeren koos ik niet de vakken die horen bij die 
van een landeigenaar. Ik had totaal geen interesse om in de voetsporen 
van mijn voorvaders te treden. Het leverde af en toe flinke strijd op 
met mijn moeder. Zij wilde dat ik mijn vader zou opvolgen en ik 
absoluut niet. Mijn oom volgde onze twist op de voet. Logisch ook 
natuurlijk want zijn toekomst zou er namelijk door bepaald worden. Nu 
vervulde hij in feite de functie van landheer. Zou ik mijn rechtmatige 
en door mijn moeder zo graag gewilde plaats innemen, dan zou hij 
hooguit als manager aan kunnen blijven. Ik sloot een deal met hem. 

Ik was al vroeg op de hoogte van mijn seksuele voorkeur en voor mij was
het duidelijk dat een vrouw en kinderen krijgen daarin geen rol zouden 
spelen. Ook niet voor de schijn. Want dat was wat mijn moeder me weken 
nadat ik uit de kast was gekomen voorstelde. "Als je dat dan moet 
zijn," zo waren haar woorden, "doe dat dan. Maar zorg er wel voor dat 
je een erfgenaam verwekt. Doe het buiten je huwelijkse leven om. Mannen 
gaan wel vaker vreemd!" Maar ... dat ging voor mij niet op. Ik wilde 
het niet. Af en toe praatte ik met mijn oom. Hij probeerde soms ook wat 
te bemiddelen tussen mijn moeder en mij maar dat lukte lang niet 
altijd. Gewoon omdat wij beiden een standpunt hadden ingenomen en niet 
van plan waren daarvan af te wijken. 

Op een gegeven moment kwam ik er heel toevallig achter dat hij en mijn
moeder een relatie hadden. Niets mis mee. Mijn oom was al jarenlang 
weduwnaar en ook zij was vrij sinds het overlijden van mijn vader al 
heel wat jaren terug. Ik sprak hem aan en deed hem een voorstel: als 
hij zou zorgen dat mijn moeder me met rust zou laten dan zou zijn zoon 
na mijn overlijden de titel erven. Iets wat geen vanzelfsprekendheid 
was. Erfrecht van titels kan in Engeland van geval tot geval 
verschillen. Bij de een zijn vrouwen nog steeds uitgesloten, bij de 
ander niet, als er geen directe erfgenaam is vervalt soms een titel aan 
de Kroon, in het geval van mijn titel kon ik een erfgenaam aanwijzen. 
Mijn oom zag dat wel zitten en wat mij niet gelukt was, lukte hem 
gelukkig wel. Mijn moeder werd milder, begon in te zien dat ik anders 
was en verzoende zich met dat idee. En ik kan je vertellen dat onze 
band sindsdien veel beter is geworden. 

Klaar met dit uitstapje en terug naar de werkelijkheid: Olav en het
gemis van Olav. Toen het leek alsof ik alles voor elkaar had - een 
heerlijke relatie, een zo goed als definitieve standplaats in Noorwegen 
- toen sloeg het noodlot toe. Het was op een zondagochtend dat Olav met 
een lijkbleek gezicht uit de badkamer terug naar onze slaapkamer kwam. 
Hij stapte niet in bed maar bleef op de rand zitten. Dat zorgde ervoor 
dat ik meteen klaarwakker was. Olav hield ervan om juist op zondag 
lekker lang in bed te blijven liggen en uitgebreid seks met elkaar te 
hebben. En nu ... nu bleef hij zitten op de rand van het bed. "Er is 
iets mis," had hij gezegd. En ik, waarschijnlijk omdat ik nog niet 
helemaal goed wakker was, herhaalde zijn opmerking en plaatste er een 
vraagteken achter. "Ja! Iets mis!" klonk het kriegel. Mijn tweede vraag 
was duidelijker: "Wat bedoel je, Olav?" In plaats van een antwoord te 
krijgen, trok hij me mee naar de badkamer en daar in het toilet zag ik 
wat hij bedoelde. Meteen was ik gealarmeerd toen ik het bloed in de 
toiletpot zag. Meteen ook was ik in staat van paraatheid. Ik schoot in 
mijn kleren, zorgde ervoor dat Olav in de kleren kwam en binnen drie 
kwartier zaten we tegenover een internist. De maandagochtend erop was 
het darmonderzoek waarbij een stukje uit de darm werd weggenomen. In 
het nagesprek werd al vastgesteld dat er een tumor zat maar er moesten 
nog meer onderzoeken gedaan worden en het was wachten op de uitslag van 
het weefselonderzoek. Het werd een vreselijke week. 

Vaak hoor je dat mensen tot elkaar aangetrokken worden vanwege de
verschillen tussen hen beiden. Dat gaat niet altijd op. Olav en ik 
waren wat karakter betreft aardig gelijk. Beiden waren we introvert, 
hielden we ervan om met een boek in een hoekje te gaan zitten en de 
wereld om ons heen te laten voor wat hij was. In die week werden we uit 
onze comfortzone getrokken. Niets terugtrekken. Niets lekker rustig 
lezen. We praatten en praatten en praatten. Elke minuut leek eraan op 
te gaan. Heel enkel leidde het tot heftige woordenwisselingen. Olav was 
vooral bezig met zijn afscheid en ik had het idee dat hij veel te grote 
stappen nam, dat hij zou moeten proberen om rustig de uitslagen van de 
onderzoeken af te wachten en dat zei ik hem ook. "Wat weet je nou 
precies?" En ik hoopte dat hij zou antwoorden dat er een tumor was 
geconstateerd en het daarbij zou laten. Maar hij had het sterke 
voorgevoel dat het echt mis zou zijn. En ik ... ik was van ons beiden 
de meest naïeve op dat moment. Gewoon vanwege lijfsbehoud, zo denk ik 
erop terugkijkend. Ik had kunnen weten dat het gevoel van Olav juist 
was. Wat betreft gevoel en dingen inschatten had hij het bijna altijd 
bij het juiste eind. En toch ... toch wilde ik dat niet zien toen. 

De maandag erop gingen we met lood in de schoenen terug naar het
ziekenhuis. Het was mis. Helemaal mis. De tumor was groot, er waren 
uitzaaiingen naar lever, longen, buikvlies en buikholte. Het enige dat 
nog gedaan kon worden was de zogenaamde palliatieve zorg die gericht 
was op het verlichten van klachten die zouden ontstaan. Genezing was 
niet mogelijk. Toen Olav vroeg hoeveel tijd hij nog had gaf de arts aan 
dat hij naar verwachting nog hooguit drie maanden had. Het werd veel en 
veel minder. 

Olav had nooit eerder iets gemerkt. Darmkanker wordt niet voor niets
vaak een sluipmoordenaar genoemd. Het hoofd in de schoot leggen deed 
hij echter niet. Iets wat ik wel deed. Ik droeg mijn werk over aan mijn 
tweede man omdat ik de tijd die wij nog hadden samen wilde doorbrengen. 
Olav verklaarde me voor gek: "Wil je echt al die tijd met me 
doorbrengen? Dat hebben we nog nooit gedaan! Denk je niet dat je gek 
van mij zal worden?" Onzin, zo vond ik. Maar hij had helemaal gelijk. 
Het werkte niet. Na een week ging ik toch andere dingen doen. Niet mijn 
werk. Dat zag ik even niet zitten. Toen Olav na twee weken zijn 
zakelijke dingen had afgerond, vroeg hij me toch of we samen zijn 
afscheid konden gaan inrichten. Ik was er blij om. Voelde me nuttig 
terwijl ik me dat in de twee weken daarvoor niet had gevoeld. 

We hadden alles gepland wat betreft het afscheid toen Olav ineens
vreselijk veel pijn kreeg. Ik wist wie ik moest bellen en de huisarts 
kwam meteen. Ook hij wist wat hij moest doen. Hij spoot Olav morfine in 
en na een tijdje was te zien dat de pijn afnam. Olav glimlachte naar me 
en zei dat het beter ging maar op dat moment was mijn gevoel beter en 
ik wist dat die drie maanden niet gehaald zouden worden. De huisarts 
moest vaker komen. Op het laatst zelfs meerdere keren op een dag. En op 
het feest van Lucia, 13 december, kwam Olav te overlijden. De arts was 
de eerste keer om zes uur 's ochtends al gekomen en daarna om twaalf 
uur nog een keer. Toen hij halverwege de middag zijn derde injectie 
klaarmaakte gaf hij ons - Olan, Elske, Niklas en Ilvy waren er ook - 
aan dat inspuiting waarschijnlijk zou leiden tot zijn overlijden. We 
zaten allemaal heel dicht bij hem. Olan en ik zaten op onze knieën 
naast zijn bed en hielden een hand van hem vast. De anderen hadden hun 
hoofd tegen zijn borst gelegd en ongetwijfeld hebben zij gevoeld hoe 
zijn adem oppervlakkiger werd en uiteindelijk stopte. 

Het feest van Lucia, een feest van licht, is in de regel het begin van
het Kerstfeest maar licht werd het na die dag voor mij niet. Ik viel in 
een donker gat en was blij dat Olav, ik en de anderen alles zo goed 
geregeld hadden. We konden ons houden aan het gezamenlijk opgestelde 
draaiboek. Een voor een werkten we de ons gestelde taken af. De 
afscheidsdienst werd enorm goed bezocht. Hoewel Olav, net als ik, 
introvert was werd hij door heel veel mensen enorm gewaardeerd. Uit de 
vele korte toespraakjes kwam steeds weer naar voren dat hij een goed 
luisteraar was en een bijzondere vriend. Een vriend die ik voor altijd 
zou moeten missen. 

Overlijden op een feestdag heeft iets naars. Elk jaar als dat feest zich
weer aandient, komt het weer naar boven. Extra naar boven. Het is niet 
zoiets als overlijden op 3 september. Overlijden op het Feest van Lucia 
is anders. Het Kerstfeest erna beleefden we met z'n vijven anders dan 
in andere jaren. Natuurlijk was het huis waar ik met Olav woonde 
versierd, daar had zijn familie voor gezorgd. Ze zorgden ervoor dat ik 
geen moment alleen was. Ze woonden bij mij in. En dat was iets dat Olav 
zo geregeld had. Hij had me op het hart gedrukt om niet alleen te zijn 
en zijn familie die opdracht meegegeven. 

Dat was wijs van hem. Hij liet mij als nalatenschap een familie na. Een
familie waar ik volledig deelgenoot van was. Iets dat ik van huis uit 
niet kende. Als ik terugkijk op mijn jeugd was het altijd koud en kil. 
Heeft waarschijnlijk ook te maken met dat grote, tochtige, 
voorvaderlijke landhuis. Mijn moeder was niet erg moederlijk. Ze liet 
de zorg voor mij grotendeels over aan kindermeisjes en later 
gouvernantes. Zijzelf hield zich volop bezig met allerlei goede doelen 
en zat overal in het bestuur. 

Drie maanden lang woonden Olan, Elske en ik bij elkaar. Toen probeerde
ik me weer op mijn werk te richten. Het mislukte. Ik raakte in een dip 
en ging op aanraden van mijn naasten naar een psycholoog. Zij hielp me 
enorm. Waar ik allerlei vooroordelen had over psychologen, haalde zij 
ze een voor een onderuit. Ze nam zichzelf, en haar beroep, ook niet zo 
serieus. "Ik kan proberen je te helpen, maar je zult het allemaal zelf 
moeten doen!" was een uitspraak van haar en in eerste instantie had ik 
het idee dat ik daar dus helemaal niets mee opschoot, want ik kon het 
niet alleen, dat mocht duidelijk zijn. Ik leerde in die tijd beter 
luisteren. 

En met de tijd heelde de wond die geslagen was. Ik stelde mezelf geen
grote doelen en toen ik in september weer aan het werk ging, was dat 
niet in mijn eigen functie. Ik hielp op vele fronten en oefende zo om 
weer te werken en het isolement - dat goed gevoeld had - achter me te 
laten. Half november had ik mijn kracht hervonden en ging ik weer dat 
doen waarvoor ik betaald werd. Het voelde goed. Ik voelde me goed. Op 
13 december herdachten we Olav in familiekring. Ook dat was goed. Samen 
lachten we en samen hadden we verdriet. Ik begon mijn jaarlijkse 
Kersttoespraak te schrijven die ik op tweede Kerstdag zou voorlezen op 
de informele bijeenkomst op de ambassade voor buurtbewoners, 
personeelsleden en eventuele collega's: een traditie die ver voor mijn 
tijd was ontstaan. Staande voor de aanwezigen kwam ik niet verder dan 
de aanhef. Emoties die door mijn hoofd spookten zorgden ervoor dat de 
zorgvuldig gekozen en ingestudeerde woorden niet over mijn lippen 
kwamen. Ik gaf de A4'tjes aan mijn plaatsvervanger die naast me stond 
en verliet zonder me te verontschuldigen de hal van de ambassade. 
Meteen na de klapdeuren werd ik opgevangen door mijn familie en 
afgevoerd naar mijn vertrekken op de eerste verdieping. Er waren geen 
tranen bij mij. Alleen maar dat vreselijke gevoel dat ik dingen niet 
meer in woorden kon vervatten. Het leek alsof ik met stomheid was 
geslagen. Ik wilde alleen zijn maar goddank liet mijn familie dat niet 
toe. Er kwam geen woord over mijn lippen. Ook niet naar hen toe. Ik 
voelde alleen maar hun liefde om mij heen en hun niet aflatende zorg 
voor mij. 

Tijdens die stille uren bleef het in mijn hoofd spoken. Olav had me in
die laatste weken steeds voorgehouden dat ik niet alleen moest blijven, 
me erop gewezen dat ik daartoe niet de persoon was. "Sommige mensen 
kunnen dat," had hij gezegd, "maar jij absoluut niet." En ... ja ... 
hij had gelijk. Ik ben, ondanks dat ik heel introvert kan zijn en me 
daar vreselijk goed bij voel, een mensen-mens. Ik kan enorm genieten 
van mensen om mij heen. En ook in de wereld die helemaal van mij alleen 
is vind ik het fijn als er iemand voor mij alleen is. Olav had die rol 
jarenlang gespeeld en staande voor mijn publiek om mijn kersttoespraak 
te gaan houden had ik ineens gevoeld dat ik er helemaal alleen voor 
stond. Dat ik niemand had. 

Niet waar natuurlijk. Ik had mijn familie. En die zorgde ervoor dat ik
eerst de tijd kreeg om te herstellen maar op de dag na Kerst spoorden 
ze mij aan om te praten. En dat was goed. Heel goed. Hortend en stotend 
en met tranen in de ogen bracht ik onder woorden wat mij overvallen 
had. De tranen stroomden vrijelijk daarna. Het was een ontlading, iets 
wat ik nodig had. Ze waren er voor mij en dat voelde enorm goed. "En 
nu?" was toen mijn vraag aan hen geweest. 

Hun antwoord was duidelijk. Overhaast niets. Laat dingen op je af komen.
Kijk wat er gebeurt. En ja ... dat heb ik vanaf dat moment gedaan. Maar 
ik wist ook wat ik wel en niet wilde. Ik hoefde geen relatie die alleen 
maar bestond uit seks. Ik wilde geen one-night-stands. Als iemand de 
plaats naast mij zou gaan invullen zou dat moeten zijn omdat er sprake 
was van liefde. Eeuwige liefde, en dat ... dat klonk, gezien het 
overlijden van Olav een jaar eerder, dan weer heel wrang. 

Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal
geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, december 2018 Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, 
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder 
voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het 
auteursrecht.





Dit is deel 1 van totaal 5 delen.
  toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Bisexual Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01