Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   bisexual categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


BLANCO deel 3 hoofdstuk 07 (mm:overige, 6448 words) [7/12] Toon alle delen
Auteur: Toegevoegd: Mar 08 2013 Kijkers/Lezers: 3466/3016 [87%] Waardering (deel): 9.00 (1 stem)
Vervolg waarin: - Jasper en Pieter verder praten; - Martin op informatieronde gaat; - Jasper de nachtzuster ontmoet.



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal


"Niks, ja maar. Die brief is voor mij duidelijk genoeg. Ik ga niet
twijfelen aan de dingen die ik zelf opgeschreven heb. Ik weet er 
helemaal niets van maar toch ga ik er niet aan twijfelen. Ik twijfel er 
toch ook niet aan dat mijn vader en moeder echt mijn vader en moeder 
zijn? En ik wil van jullie nog veel meer dingen horen. Over school. 
Over vrienden. Over... nou ja over van alles en nog wat en moet ik dan 
steeds maar weer gaan twijfelen aan dat wat mij verteld wordt? Aan 
jullie?" Een antwoord komt er nog niet. "Geloof me, Pieter, dan zou ik 
knettergek worden! Compleet doordraaien omdat ik overal over na moet 
gaan denken. En dat wil ik niet. Ik vertrouw jullie. Ik ga ervan uit 
dat jullie mij de waarheid vertellen en zo doe ik dat ook met die 
brief. Ik trek die absoluut niet in twijfel. Die brief zegt me 
voldoende. Ik ben verliefd op jou en daar kom ik niet op terug. Nooit! 
Hoor je me, Pieter!" Het huilen wordt luider. 

Een verontruste verpleger steekt even zijn hoofd om de hoek van de deur
maar als hij merkt dat het niet Jasper is die het moeilijk heeft, gaat 
hij met een knipoog in de richting van Jasper weer weg. 

Jasper geeft Pieter kusjes op zijn hoofd en dan heel langzaamaan wordt
Pieter weer rustiger. 

"Ik heb me aangesteld, geloof ik," zegt hij als hij zijn hoofd wat
opricht en de ogen van Jasper zoekt. 

"Nee, dat heb je niet. Je hoeft jezelf geen verwijten te maken. Er zat
iets in je hoofd en daarop heb jij gereageerd. Ik hoop dat het er nu 
uit is." 

Pieter knikt. 

"Zo mag ik het graag zien. Ik houd van je, Pieter. En als je ook van mij
houdt, geef me een dan kus." 

De kus komt zonder dat Pieter erover na hoeft te denken en laat zich
volgen door nog veel meer kussen. 

* 

Niet alleen het eerste trio, David, Marion en Pieter, is van huis die
avond. Een ander gezelschap bestaande uit Afie, Jan en Martin is 
eveneens onderweg. 

's Ochtends had Martin als eerste met zijn ouders gebeld en hen heel in
het kort verteld dat er complicaties waren en dat hij 's avonds langs 
zou komen voor een uitleg. Daarna had hij gebeld met mevrouw Van Dijk, 
de moeder van Nick. Hij had haar gevraagd of het misschien mogelijk was 
om een aantal vrienden en vriendinnen, onder andere de voetbalmaatjes, 
van Jasper uit te nodigen bij de familie Van Dijk voor eenzelfde 
toelichting. Mevrouw Van Dijk had het een prima idee gevonden en meteen 
aangeboden om alle anderen te benaderen onder de voorwaarde dat Martin 
haar voorzag van de telefoonnummers die zij niet had. Martin was blij 
met dit aanbod en noemde de haar ontbrekende nummers op. Mevrouw van 
Dijk was toen echter nog niet klaar. Ze wilde weten hoe Martin zou 
komen. Op Martins antwoord dat hij naar Zwolle zou rijden, formuleerde 
zij een tegenvoorstel: "Waarom laat je je niet door Ben ophalen en 
terugrijden. Jullie hebben het de laatste tijd allemaal heel erg druk 
gehad en het is in de avond en dus, laat ons je helpen." Martin had 
tegengesputterd en gezegd dat hij rijden in de avond absoluut niet erg 
vond. Bovendien had hij niet het idee moe te zijn. Mevrouw Van Dijk had 
doorgevraagd en al snel begrepen dat Martin niet alleen naar hen toe 
zou komen maar ook nog twee andere bezoeken af te leggen had. "Martin, 
alsjeblieft kom dan niet alleen. Die gesprekken zullen niet gemakkelijk 
zijn. Neem dat ook mee in je overweging. Bel ons alsjeblieft op. We 
doen het met plezier. We zijn er om elkaar te helpen, toch?" Martin 
zegde toe dat hij het zou overdenken en, omdat ze bleef aandringen, in 
elk geval niet alleen naar Zwolle zou rijden. 

Zijn derde telefoontje was naar mevrouw Zwarts. Het verzoek was bijna
hetzelfde. Alleen ging het hier om hun buren aan de Jan van Arkelweg. 
Mevrouw Zwarts was al net zo meedenkend als mevrouw Van Dijk en zei 
Martin dat hij zich nergens zorgen over hoefde te maken en dat alles in 
orde zou komen. Een tijdstip werd afgesproken voor het bezoek en 
daarmee was hij klaar. Zijn lange lijst was ineens heel kort geworden. 

Tijdens het avondeten bood Jan Nelissen aan dat hij wel met Martin mee
wilde rijden naar diens ouders en de twee andere afspraken. Martin, die 
op nog geen enkele manier had laten blijken dat hij een chauffeur nodig 
had, nam het aanbod graag aan. Zijn schoonzus wilde ook graag mee. 

Als Jan de oprit naar Martins ouderlijk huis oprijdt waait het flink en
valt de regen met bakken uit de lucht. Hij pakt vast de sleutel van de 
voordeur uit zijn jaszak zodat zijn ouders niet in de benen hoeven te 
komen. Dan is er even een klein debat in de auto. Jan geeft aan dat hij 
in de auto blijft wacht. 

"Maar je kent mijn ouders toch. Je kunt gerust mee naar binnen gaan
hoor." 

"Nee, ik blijf wel even wachten." 

"Doe niet zo moeilijk man! Schiet op en stap uit voordat die oude mensen
zelf in de been komen om te kijken wie er op hun oprit staan." Die 
inbreng van Afie zorgt ervoor dat ze gedrieën heel snel de auto 
uitstappen en naar het huis rennen. 

Als Martin de deur geopend heeft en als eerste naar binnen gaat, roept
hij ter geruststelling: "Ik ben het! Blijf rustig zitten." Dat doen ze 
want er verschijnt niemand in de hal. "Ik heb bekenden meegenomen," 
zegt hij als hij voor de anderen de woonkamer binnenstapt. Martin kust 
zijn ouders en gaat dan zitten. Afie begroet hen op dezelfde wijze heel 
familiair. Ze kennen elkaar heel erg goed. Jan schudt hen de hand. 

Martins ouders weten dat het een kort bezoekje zal zijn en
waarschijnlijk biedt daarom ook geen van beiden hen iets te drinken 
aan. Ze zitten op de bank en houden elkaars hand vast. Bang voor wat er 
komen gaat? Martin kan het niet goed peilen. Misschien is het meer iets 
van overgave. Acceptatie. Maar toch ook wel spanning die zich laat 
lezen op hun gezichten. Hij ziet ook hoe ze als het ware de informatie, 
waarover hij het in zijn telefoongesprek met hen had gehad, uit hem 
willen trekken en daarmee steekt hij maar meteen van wal. Een moeilijke 
boodschap. Opnieuw een moeilijke boodschap. 

Afie voelt de spanning ook en wetend dat Martins ouders 's avonds altijd
thee drinken stelt ze voor dat ze even een pot thee zal gaan maken. 

"Maar... " begint mevrouw Verhulst. 

"Ja, het wordt een kort bezoekje," antwoordt Afie, "maar er is altijd
wel tijd voor even iets te drinken hoor. Laat mij m'n gang maar even 
gaan." 

Jan is er als de kippen bij om aan te bieden haar te helpen. 

Martin doet zijn verhaal en zijn ouders nemen het wonderbaarlijk genoeg
heel erg rustig op. Ze hangen aan zijn lippen en vallen hem niet in de 
rede. Iets dat voor zijn moeder heel erg bijzonder is. Als hij 
uitgesproken is, blijft het stil. Ongemakkelijk stil omdat hij niet 
weet hoe ze het verwerken en dat vindt hij heel erg moeilijk. Gaven ze 
maar iets aan dan kon hij iets doen. Reageren in elk geval. Maar het 
blijft stil. Dan komt er, gelukkig, toch een reactie. 

"Het moet moeilijk zijn," reageert Peter Verhulst zachtjes. Zijn vrouw
knikt. 

"Ja, dat is het," antwoordt hun zoon. 

"Maar het allerbelangrijkste, voor ons ik elk geval, is dat hij nog
leeft, Martin. Dat geheugenverlies is heel erg en ook dat hij misschien 
nooit meer zal kunnen lopen maar toch... toch zijn we heel erg blij dat 
hij leeft." 

"Hoe heb jij gereageerd, Martin?" vraagt dan zijn moeder. 

"Volgens mij heb ik niet echt gereageerd. Marion wist het eerder dan
wij. Jullie weten dat ze dingen voelt." 

Er wordt geknikt. 

"Ze wist al tijden, dat er iets was met zijn benen. Dat van dat
geheugenverlies kwam pas toen we zaten te wachten vanochtend. Even was 
ze helemaal in paniek maar dat ook vanwege Maarten." Hij legt uit wat 
hij bedoelt. "Daarna kwam de rust en heeft ze het Pieter en Astrid 
vertelt. Pieter was echt helemaal van slag. Heel erg ontdaan. Astrid 
was, zoals altijd, de kalmte zelf." 

"Maar jij, Martin?" 

Martin weet het niet. Het lijkt alsof hij nog geen tijd gehad heeft om
een reactie te vormen in zijn hoofd. Maar meteen beseft hij ook dat het 
hoofd er niet toe doet. Het gaat om het hart. Hij houdt van zijn zoon 
en het maakt hem geen moer uit dat Jaspers geheugen defect is, dat hij 
niet kan lopen. Hij houdt van hem zonder voorwaarden te stellen. Zo 
heeft hij dat altijd gedaan en daarin verandert helemaal niets. "Ik 
houd van Jasper, mam, pap!" En dan volgt de rest van wat hij zich 
zo-even bedacht heeft. Die onvoorwaardelijke liefde die hij ook altijd 
zo goed gevoeld heeft bij zijn eigen ouders. 

"Heb je ooit gedacht dat het allemaal helemaal goed zou komen?" vraagt
dan zijn vader. 

"Dat weet ik niet. Gehoopt natuurlijk. Maar verder ben ik nooit gegaan.
Ik heb me geen enkele voorstelling gemaakt. Jullie?" 

"Het is al een wonder dat hij het overleefd heeft. Zo zien wij het.
Daarvoor heeft hij al de nodige beschermengeltjes nodig gehad. En 
eentje in het bijzonder. Maarten. Als die niet vooraf gezien had wat er 
ging gebeuren... " 

"Ja, jullie hebben gelijk. Dat hij leeft is een wonder. Een wonder waar
we allemaal heel erg blij om mogen zijn." 

Dan komen Afie en Jan binnen met de thee. De bedrukte stemming die er
eerst hing, verandert. Echt uitgelaten wordt het niet maar toch een 
heel stuk luchtiger. Peter Verhulst is al snel heel erg druk aan het 
praten met Jan. Hij wil van alles en nog wat weten over diens werk. En 
ook over de speciale rol die hij nu speelt. 

Clara praat met Afie en Martin over allerlei dagelijkse dingen. Haar
heup die pijn geeft, de bloemen in de tuin die het tot nu toe slecht 
doen, de prachtige voorzomer die ze gehad hebben en de regen van die 
dag. Als ze merkt dat het gesprek tussen haar man en Jan iets stokt, 
heeft ze ineens een vraag voor laatstgenoemde: "Vindt u uw werk niet 
vreselijk moeilijk?" 

"Bedoelt u het werk dat ik gewoonlijk doe of deze speciale taak?" 

"Dat wat u nu doet voor de familie." 

"In eerste instantie vond ik het niet moeilijk. Ik heb vaker zoiets
gedaan. De eerste dagen leek het allemaal een gewone klus. Veel 
overleggen, organiseren, regelen, contacten leggen. Maar... het werd 
moeilijker toen het gevoel erbij kwam." 

Clara vraagt hem wat hij precies bedoelt. 

"Toen ik Jasper voor het eerst zag op de intensive care... toen werd het
moeilijker voor mij. Ineens was er een soort van verbinding. Het leek 
alsof alles wat hem overkomen was, mij ook overkomen was. U moet weten 
dat ik heel close ben met Astrid en Pieter. Toen hun ouders 
verongelukten, werd ik een soort van substituut." 

"Beiden zouden ze dat een vreselijk woord vinden," reageert Afie meteen.


"Ja, dat is het eigenlijk ook maar het geeft wel weer hoe het zit. Ik
nam de plaats in van hun ouders, dat bedoel ik te zeggen. Niet dat het 
minder waard is. Ik zorgde voor hen. Zorgde voor hen zoals hun ouders 
gedaan zouden hebben. Ik begeleidde Astrid bij het zelfstandig wonen 
met Pieter. Zij was nog maar achttien en hij nog maar acht toen. Er was 
die vervelende rechtszaak over de voogdij. En toen... toen was ik ook 
heel erg betrokken bij de personen om wie het ging en was het ook een 
heel moeilijke klus." 

"Maar... u doet het echt heel erg goed," is de mening van Peter
Verhulst. 

"Ik doe wat ik kan. Ook als het moeilijk is. Als het etiket ‘moeilijk'
ergens opgeplakt wordt, is de uitdaging om het te doen waarschijnlijk 
net iets groter voor me," zegt Jan met een glimlach op zijn gezicht. 

Nog een tijdje, waarbij een tweede ronde ingeschonken wordt, praten ze
met z'n vijven verder. Over Jasper natuurlijk maar ook over allerlei 
andere dingen. Dan komt toch echt het moment dat ze verder moeten. Er 
wachten nog twee andere afspraken. Bij het afscheid wordt Jan door 
zowel Peter als Clara omhelsd alsof hij al jaren lid van de familie is. 
En zij brengt dat ook zo onder woorden. Jan kleurt enorm en Martin 
kijkt daar vreemd van op. Jan verlegen? 

Omdat het bezoek aan Martins ouders wat uitgelopen is, komen ze later
dan afgesproken aan bij het huis van de familie Zwarts. Als ze 
binnenkomen hebben ze het idee dat geen van de wachtenden er moeite mee 
heeft gehad dat ze wat later zijn. Annie Zwarts bakt namelijk de 
allerlekkerste appeltaart van de hele wijde omgeving en daar geniet 
iedereen nog van na. Het geroezemoes verstomt als ze de woonkamer 
binnenkomen. Voor zowel Afie als Martin voelt dat heel vreemd aan. Jan 
kent dit en waar de andere twee zich ongemakkelijk beginnen te voelen, 
blijft hij zich heel natuurlijk gedragen. Hij groet de mensen die hij 
inmiddels kent en maakt kennis met de hem onbekenden. Iedereen is er, 
van jong tot oud. Als ze gaan zitten, krijgen ze koffie en een enorm 
stuk appeltaart aangeboden. Martin en Jan gaan voor een dot slagroom 
maar Afie slaat het aanbod vriendelijk af. Terwijl ze eten en drinken, 
komt het gesprek gelukkig toch weer op gang. 

Als Martin taart en koffie achter de kiezen heeft, begint hij te praten.
Meteen valt de rest stil. In dit gezelschap is wel een heel duidelijke 
reactie merkbaar. En heel verschillende ook. De drie zoons van de 
familie Haverkamp springen woest op en roepen om het hardst allerlei 
bedreigingen aan het adres van de daders. Meteen worden ze door hun 
vader, die weet dat hij zijn jongens moet beteugelen, terecht gewezen 
met de opmerking dat geweld nog nooit iets heeft opgelost. Daarna gaan 
de drie zitten. Mevrouw Zwarts heeft een kruisje geslagen en zit 
stilzwijgend naar haar gevouwen handen te kijken. Jochem maakt het 
niets uit dat de tranen bij hem over de wangen lopen en Roderick, die 
zelf moeite heeft om zich goed te houden, troost zijn vriend zo goed 
mogelijk. Verder wordt er onderling veel gepraat. 

Als het eerste rumoer wat geluwd is stelt Jan Zwarts als eerste een
vraag: "En hoe gaat het nu verder, Martin?" 

"Alles is afwachten. Het eerste wat moet gebeuren is dat Jasper aan moet
sterken. Door de lange tijd van slaap, zijn er veel dingen genezen maar 
is ook zijn kracht afgenomen. Dat moet hersteld worden door gezonde 
slaap. Ook moeten allerlei specialisten nog onderzoeken doen. Kijken 
bijvoorbeeld of ze toch nog kunnen achterhalen waarom zijn benen niet 
goed werken." 

"Is er kans op herstel?" Vraagt mevrouw Haverkamp. 

"De arts sluit niets uit." 

"Maar ook niet dus dat het zo blijft," constateert Jochem met tranen in
zijn stem. 

"Ook dat niet, Jochem. Het spijt me. Ik wou dat het waar was. Maar toch
moeten we de moed nog niet opgeven." 

"Weet u iets over het politieonderzoek?" vraagt de oudste zoon van
Haverkamp. 

Jan beantwoordt deze vraag en vertelt dat hij nog steeds dagelijks
contact heeft met de politie. Uit de informatie die hij heeft kan 
volgens hem gesloten worden dat er binnenkort arrestaties zullen volgen 
om de restanten van Marcels netwerk op te rollen. 

"Hebben de daders die ze meteen gepakt hebben een bekentenis afgelegd?" 

"Twee beroepen zich op hun zwijgplicht." Boze reacties volgen. "Twee
anderen hebben een verklaring afgelegd." 

Een tijdlang gaat het zo door. De ene vraag volgt op de andere. Martin
of Jan geeft antwoord. Ze zijn zo open mogelijk naar deze mensen toe 
die heel veel voor het gezin hebben gedaan. Hen bijgestaan hebben en 
ook nu nog heel belangrijk zijn. Als de vragen dan eindelijk 
verstommen, zegt Martin dat hij en de anderen nog een laatste bezoek 
moeten afleggen. Meteen volgen er verontschuldigingen dat de buren 
Martin veel te lang hebben opgehouden. Martin pareert die echter met 
het volgende: "Geen excuses, lieve mensen. Jullie zijn op dit moment 
heel erg belangrijk voor mij en mijn gezin. Jullie hebben hulp verleend 
op het moment dat wij dat nodig hadden en daarvoor zijn Marion, 
Maarten, Sam en ik jullie heel erg dankbaar. Jullie weten dat we 
tijdelijk even ergens onderdak gevonden hebben en wij weten ook dat we 
het toezicht op ons huis met een gerust hart aan jullie kunnen 
overlaten. Het dappere werk van Jochem en Roderick, de bewaking van ons 
erf door jullie drie," en hij knikt daarbij met zijn hoofd in de 
richting van de jongens van Haverkamp die meteen alle drie beginnen te 
blozen, het prachtige hek dat geplaatst is, dat zijn allemaal van die 
dingen die ons heel veel gedaan hebben. Die veel zeggen over hoe buren 
met elkaar kunnen omgaan. Bedankt voor dat alles." 

Jan Zwarts doet hen uitgeleide en als ze bij de auto staan, zegt hij:
"Dit moet een zware avond voor jullie zijn, Martin." 

"Dat is het, Jan. Maar het is even niet anders. We doen wat we volgens
ons moeten doen. Zwijgen tegenover jullie en de anderen die we bezoeken 
vanavond zou niet goed voelen. Zou niet goed zijn." Jan heeft de auto 
inmiddels gestart. Martin stapt in en dan rijdt de auto het erf af. 

Een kleine vijftien minuten later zijn ze in de wijk Stadshagen bij het
huis van de familie Van Dijk, het ouderlijk huis van Nick. Sandra van 
Dijk doet open op hun bellen en neemt hun jassen aan om die op te 
hangen. Als ze willen doorlopen naar de woonkamer, houdt ze Martin 
staande. "Gaat het wel? Je ziet zo bleek." 

"Het gaat wel. Niet helemaal lekker. De boodschap die we hier komen
vertellen, hebben we vanavond al twee keer verteld en het raakt me toch 
meer dan ik vooraf had kunnen denken." 

"Is er iets dat ik, wij, voor jou, voor jullie kunnen doen?" 

"Een kop koffie is lekker. Laat me verder maar gewoon mijn verhaal
vertellen, lijkt me. Daarvoor zijn we hier tenslotte." 

In de woonkamer wordt het bij hun binnenkomst stil. Ook hier weer ineens
die abrupte overgang van geroezemoes naar oorverdovende stilte. Vanwege 
de meeste aanwezigen, de vrienden en vriendinnen, lijkt het haast of ze 
een verjaardagsfeestje van Jasper bijwonen, zo denkt Martin. Of...en 
dat vanwege die naar aanvoelende stilte, een begrafenis. Ja, daar lijkt 
het ook wel op. Dan zie je ook alle familie, vrienden en bekenden van 
de overledene. Maar, en dat brengt ineens een glimlach om de lippen van 
Martin, zijn schoonzusters heeft hij niet gezien en die zou hij bij een 
begrafenis wel zien en dus... weg met die nare gedachte. 

Alle vrienden van Jasper zijn er. De jongens van de voetbalclub,
klasgenoten van Jasper, maar ook anderen. Naast Klaas zit iemand die 
heel veel op hem lijkt. Dat moet Bram, zijn oudere broer, zijn zo 
concludeert Martin. Mevrouw Greveling van Jaspers school is er ook net 
als veel ouders. Hij begrijpt heel goed dat ouders het moeilijk vinden 
om hun kinderen nu, ook al zijn ze dan van de leeftijd van Jasper of 
iets jonger, alleen over straat te laten gaan. Meteen vraagt hij zich 
ook af hoe lang dit effect zal duren. Wanneer slijt het weer? Wanneer 
wordt alles weer normaal? 

Met een kop koffie en een plak versgebakken cake gaat Martin op een hoge
stoel zitten. Job was uit een fauteuil opgestaan om hem daar te laten 
zitten maar dat aanbod had hij afgeslagen. Even een goed stevige stoel 
onder hem voelt beter. Ook omdat hij vermoedt dat dit misschien wel de 
meest emotionele ontmoeting van deze avond zal worden. Gelukkig nemen 
Afie en Jan even de rol van bliksemafleider op zich. Eventjes is niet 
alle aandacht meer op hem gericht. Afie kent de vrienden van Jasper 
goed en Jan zit nu naast Cassandra met wie hij de laatste tijd heel 
veel contact heeft gehad. Rustig eet Martin zijn cake op en drinkt hij 
van de sterke koffie die hem goed doet. Als hij dan het woord neemt, 
zijn meteen alle blikken op hem gericht. Een rot gevoel nog steeds. Hij 
houdt er niet van als de spotlights op hem gericht zijn maar hoewel Jan 
Nelissen aangeboden had om de meeting met buren en vrienden op zich te 
nemen, had Martin dat voorstel afgeslagen. Wat hij zelf doen kan, wil 
hij zelf doen. Maar het kost wel heel erg veel energie. 

Hij vertelt wat er die dag gebeurd is en begint bij het positieve. Het
wakker worden van Jasper dat zonder echte problemen verliep. Dan de 
tegenslagen. Het falende geheugen en de benen die niet werken zoals men 
had verwacht. Nick is meteen helemaal in paniek. Springt op en begint 
de kamer op en neer te lopen. Martin stopt met praten maar Ben stoot 
hem tegen de elleboog en fluistert hem toe dat hij beter door kan gaan. 
Martin vertelt over de mogelijkheid dat alles een tijdelijk probleem 
kan zijn. Iets meer opgeluchte gezichten om hem heen. Maar als Job dan 
vraagt of het ook blijvend kan zijn, zakt de stemming bij velen weer 
nog voordat Martin een antwoord heeft gegeven. En helaas kan Martin dat 
met zijn antwoord niet meer recht breien. "Ja, ook die mogelijkheid is 
er. Wij zetten alle zeilen bij en proberen ons allemaal vast te houden 
aan het eerste. We willen niet meteen in doemscenario's denken. Ook 
omdat wij totaal nog niet weten hoe Jasper er zelf op reageert en dat 
is eigenlijk het allerbelangrijkste. We hebben hem gesproken. 
Kennisgemaakt met elkaar en dat was heel bijzonder en aangrijpend. Je 
maakt opnieuw kennis met je zoon die je al achttien jaar kent." Even 
stokt dan zijn verhaal omdat hij zich op dat moment niet meer groot kan 
houden. Eindelijk komen zijn emoties los. Tot nu toe heeft hij ze niet 
toegelaten maar nu hij dit gedeelte van zijn verhaal in deze 
bewoordingen giet, komt het gevoel om de hoek kijken. 

"Ja, dat moet heel erg moeilijk zijn," reageert mevrouw Greveling. 

"Ja, dat is het. Maar... zoals ik al zei... het meest belangrijke is hoe
Jasper er zelf op gaat reageren. Wat doet hij ermee. En dat weten we 
nog niet." 

"Als Jasper niet veranderd is, dan komt het wel goed," zegt Nick heel
erg stellig. "Kom!" zegt hij tegen de verbaasde gezichten om hem heen. 
"Jullie kennen Jasper net zo goed als ik. Hij laat zich bijna nooit 
ergens door tegenhouden en waarom door dit dan wel? Een aantal jaren 
geleden was hij heel erg ziek. Ik was toen ook heel erg bang dat hij 
dood zou gaan. Echt! En veel meer mensen waren dat. Ik weet het zeker. 
Maar toch... toch sloeg Jasper er zich door heen. Kwam hij terug en... 
veel sterker. Het leek alsof hij was gegroeid." 

"Heel mooi gezegd, Nick," prijst zijn vader hem. 

"Maar hij heeft wel gelijk," valt Leo hem bij. "Het zal heel moeilijk
zijn om zoiets te verwerken maar als iemand het kan, dan is het 
Jasper." 

Martin voelt zich door het positivisme van Jaspers voetbalmaatjes ineens
een heel stuk beter. Kreeg Jasper toen hij naar Papendal was, naar die 
retraite, ook niet een boeddhistische naam... een naam waar hij nu even 
niet op kan komen maar... die hier wel mee te maken heeft. Hij moet het 
Marion eens vragen. 

Cassandra vraagt wat ze met z'n allen kunnen doen voor Jasper en voor
zijn familie. 

Martin begint met de beantwoording van het laatste gedeelte van de vraag
en zegt dat er voor de familie op dit moment heel erg goed gezorgd 
wordt. Dat ze volledig opgenomen zijn in de familie van Pieter en op 
dit moment tijdelijk wonen op het landgoed van de familie Kemp 
Verhaeghe. "En wat Jasper betreft. Voor hem kunnen jullie er straks 
allemaal zijn. Zodra hij wat sterker is, zouden we heel graag willen 
dat jullie bij hem op bezoek gaan. Kleine groepjes, behalve natuurlijk 
de voetballers want die krijg je toch niet uit elkaar." Er wordt 
gelachen. Het doet Martin goed. "Maar de eerste tijd moeten we even 
afwachten hoe het gaat. Als jullie plannen hebben om te gaan, neem dan 
even telefonisch contact met ons op zodat we een soort van schema 
kunnen maken. Dan wordt het in elk geval niet te druk voor Jasper. Als 
je bij hem bent, haal dan herinneringen met hem op. Vertel hem wie hij 
volgens jullie is." 

"Maar is dat niet vreselijk confronterend?" verwoordt mevrouw Greveling
haar gevoelens. 

Martin glimlacht. Hij herkent zijn eigen opmerking van die ochtend toen
er iemand voorstelde om een digitaal fotolijstje bij Jasper neer te 
zetten. Tijd om te antwoorden heeft hij echter niet. Nick is hem voor: 
"Maar daarom moeten we het nog wel doen!" Martins glimlach wordt breder 
want dit antwoordt lijkt sprekend op dat wat Astrid zei op zijn eigen 
reactie. 

"Ik glimlach omdat vraag en antwoord ons vanmorgen ook bezig hielden,"
legt Martin zijn toehoorders uit. "Astrid is zoals jullie weten de zus 
van Pieter. Zij is, en dat zullen jullie ook allemaal wel weten vanuit 
de kranten, psycholoog naast alle andere dingen die ze doet en werkt in 
het ziekenhuis. Jasper kent haar vanuit de periode die Nick eerder al 
aangaf. Daarna is Jasper naar de meditatiegroep gegaan die zij leidde 
en zodoende is er altijd een band gebleven." Hij gaat verder met een 
poging uit te leggen waarom ze ervoor gekozen hebben om die band 
voorlopig onbekend te laten aan Jasper. Het gevolg is een behoorlijke 
discussie. Opnieuw een deja-vu voor Martin. 

"Kunnen we ons op een bepaalde manier voorbereiden als we bij Jasper op
bezoek gaan?" vraagt mevrouw Greveling. 

De vraag wordt door Martin niet begrepen en hij vraagt om een
toelichting. 

"Het lijkt me gewoon heel erg lastig om te weten dat Jasper me helemaal
niet kent. Net zoals u zo-even al zei, je kent iemand al heel veel 
jaren en toch kent die persoon jou niet meer." 

"Tja... heel lastig en... ik weet geen antwoord op dit moment." Martin
valt na dit antwoord stil maar in zijn hoofd is het druk. Hoe heeft hij 
zelf gereageerd? Hij heeft al enige ervaring opgedaan hiermee, toch? 
"Nou ja... " gaat hij dan toch verder, "ik heb me ook niet kunnen 
voorbereiden. Wilde ik ook niet. Want dan lijkt het alsof je toneel 
speelt. Is het niet echt. En... dat wilde ik dus voorkomen. Ik ben er 
gewoon heen gegaan en heb gedaan alsof er helemaal niets bijzonders aan 
de hand was. Voor mij de enig goede manier van doen. Ik geloof dat ik 
hem niet eens mijn naam verteld heb. Hij wist waarschijnlijk ook wel 
dat ik zijn vader was. Hij moet het geraden hebben." 

Mevrouw Greveling geeft aan dat ze bij een bezoek van Martins opmerking
gebruik zal maken. 

Dan is het weer een tijdje stil. Martin ziet vooral bij de jongeren, met
uitzondering dan van Nick, alleen maar betrokken gezichten. 
Waarschijnlijk komt dit bij hen heel erg hard aan. Misschien harder dan 
bij de oudere generatie omdat zij zelf jong zijn. Zelf nog aan het 
begin van hun leven staan en even later brengt Cassandra dit ook onder 
woorden. Ze geeft aan het allemaal vreselijk moeilijk te vinden. Dennis 
zit naast haar en houdt de hele tijd haar hand vast om haar te steunen. 


"Zo moeilijk. Dat van dat geheugen... daar zou ik nog mee kunnen leven
maar... weten dat het mogelijk is dat je nooit meer kunt lopen? 
Vreselijk! Ik moet er echt niet aan denken! Krijg er nu al buikpijn 
van... " 

"Maar," zegt dan Nick, "je praat vanuit jezelf. Dat doen we allemaal
natuurlijk. Maar we weten ook dat Jasper een bijzondere is. Iemand die 
toch vaak net even anders reageert dan wij doen. Dan ik doe. Toch?" En 
daarbij kijkt hij naar Job en de anderen. 

Ze knikken. Ze begrijpen wat hij bedoelt. Ja, Jasper is altijd net even
anders. Serieuzer vaak. Maar ook altijd dingen bekijken vanuit 
verschillende standpunten. Zich nooit echt ingraven als hij een mening 
verkondigt maar alles inkleden met de mogelijke mitsen en maren. En ook 
een volhouder. Tegen de verdrukking in toch doorzetten. Zoiets kan je 
lelijk opbreken soms maar het kan ook enorm stimulerend werken. Je 
kracht geven. 

En dan weet Martin ineens weer de naam die Jasper vorig jaar kreeg
tijdens die retraite in mei. "Vorig jaar ging Jasper een aantal dagen 
naar een boeddhistische retraite in de meivakantie. Hij wilde dat heel 
erg graag. Maar Jasper heeft heimwee. Hij wilde echter zo graag dat hij 
Marion vroeg om mee te gaan. Op de laatste dag was er een ceremonie 
waarbij ze beiden een boeddhistische naam kregen. Zijn naam is 
‘Perfecte Moed van het Hart'. Zo'n naam is niet bedoeld als een 
labeltje van: dat ben jij! Het is de bedoeling dat je ermee oefent. Een 
soort van doel. Hij begreep totaal niet wat hij ermee moest eerst. Maar 
ik snap het nu wel, denk ik. Hij zal heel veel moed nodig hebben om 
verder te leven wat de uitkomst van dit proces ook zal zijn." 

* 

Als Jasper wakker wordt, merkt hij als eerste dat hij een glimlach op
zijn gezicht heeft. Meteen weet hij weer waarom: Pieter. Het was zo 
goed dat ze samen waren. Zo goed dat hij Pieter van een stuk zorgen kon 
bevrijden. En dat met een paar simpele woorden. Langzaam opent hij zijn 
ogen. Het licht in zijn kamer is gedimd. Hij zoekt de klok aan de wand 
maar kan niet goed zien hoe laat het is. Dan voelt hij de druk in zijn 
blaas. O jee, weer plassen! De eerste keer was niet zo goed gegaan en 
de tweede keer, vlak voor het bezoek die avond, had ook nog pijn 
gedaan. Nee, niet aan denken nu. Elke keer is een nieuwe keer en je 
niet nu al druk gaan maken over dat wat al geweest is, zo spreekt hij 
zichzelf toe. Hij tast met zijn rechterhand naar de alarmknop en vindt 
deze gemakkelijk. Hij drukt op het knopje. 

"Ah, je bent wakker," zegt de verpleegkundige als ze binnenkomt. "Ik ben
Linda. Ik was meteen aan het begin van mijn dienst al even bij je 
geweest maar toen lag je nog zo lekker te slapen dat ik alleen maar je 
licht een beetje gedimd heb. Er ligt een briefje op je kastje. Zal ik 
hem even pakken?" 

Jasper knikt. Opnieuw heeft hij moeite met het lezen. Gelukkig zijn het
maar een paar woorden die Pieter voor hem geschreven heeft: Slaap 
lekker. X, Pieter. 

"Wat kan ik voor je doen?" vraagt Linda als ze ziet dat Jasper
uitgelezen is en ze zelf ook eventjes een blik geworpen heeft in 
Jaspers status. 

"Ik moet plassen." 

"Oké, dan doen we dat. Ze plaatst de fles tussen Jaspers benen en laat
hem zelf het laatste werk doen. Meteen begint Jasper te plassen. De 
pijn is duidelijk minder dan de vorige keren en hij zegt dat ook. Linda 
maakt een notitie. "Is er anders nog iets dat ik voor je kan doen voor 
ik je instop voor de nacht?" 

Jasper moet lachen om haar woordkeuze. Net alsof een moeder haar kind
naar bed brengt. 

"Ja, sorry hoor. Is nou eenmaal mijn manier van uitdrukken. En
bovendien, doe ik dat toch ook. Ik zorg ervoor dat je netjes in je bed 
ligt." 

Jasper krijgt op zijn verzoek nog wat te drinken en dan krijgt hij nog
een spoelmiddel om zijn mond mee te spoelen. Dat komt in de plaats van 
tandenpoetsen, heeft ze hem uitgelegd. Een nieuwe vraag komt in Jasper 
op. 

"Zijn er veel tanden en kiezen van mezelf weg?" 

"Ze hebben er echt iets moois van gemaakt, Jasper. Dat is het
belangrijkste. Wil je het even bekijken?" 

Jasper knikt en als Linda een spiegel voor hem ophoudt, bekijkt hij zijn
gebit. Ja, het ziet er echt heel mooi uit allemaal. 's Ochtends had hij 
zijn gezicht al wel even bekeken maar toen waren er die afleidende 
donkere plekken rond zijn ogen geweest en was hij behoorlijk 
geschrokken. Nu neemt hij rustig de tijd om speciaal naar zijn gebit te 
kijken. Ja, het ziet er mooi uit. Hij geeft de spiegel terug aan de 
verpleegkundige en bedankt haar. 

"Hé, je hoeft me niet steeds te bedanken hoor. Ik doe mijn werk en dat
is het verzorgen van jou op dit moment." 

"Ik ben netjes opgevoed. Bovendien vind ik het bijzonder dat ik hier
goed verzorgd wordt." 

"Als je hier ontslagen wordt, schrijf je maar een mooi stukje op het
evaluatieformulier," reageert de verpleegster gevat. 

"Dat zal ik doen. Alleen het eten bevalt me nog niet." 

"Wat krijg je dan?" Jasper vertelt haar over de pakjes die hij krijgt.
Ze is het helemaal met hem eens dat die niet echt lekker zijn. Ze heeft 
het zelf wel eens geprobeerd. Gewoon om te weten wat patiënten soms 
voorgeschoteld krijgen. "Maar ook in jouw geval is het noodzaak. Met 
dat keurige nieuwe gebit van jou is het niet raadzaam om nu al te gaan 
kauwen. Dus... even nog doorbijten." 

Jasper schiet in de lach om de woordspeling en vraagt dan of zij
misschien weet wanneer hij naar huis mag. 

"Dat moet je echt overleggen met je arts, jongeman. Van mij krijg je
daar geen antwoord op. Ik ben maar een verpleegkundige en ga daar niet 
over." 

"Beslist de arts dat helemaal alleen dan?" 

"Nee. In jouw geval is er overleg met andere artsen en natuurlijk ook
altijd met het hoofd van deze afdeling. Maar nu ga ik je instoppen want 
ik moet nog verder met mijn ronde." 

"Sorry, dat ik je van je werk houd." 

"Dat doe je niet maar je hebt rust nodig, knul!" En dat gezegd hebbende
zorgt ze ervoor dat haar patiënt netjes ondergedekt wordt. "Mocht je me 
nodig hebben, je weet waar de bel hangt en aarzel niet om er gebruik 
van te maken. Nachtdiensten kunnen soms erg saai zijn, weet je." Ze 
knipoogt, loopt naar de deur en doet daar het licht uit. "Tot ziens!" 

Jasper groet haar terug. Dan wordt het stil in de ziekenhuiskamer. Heel
stil. Er komen nog wat geluiden vanaf de gang en er kiert wat licht 
onder de deur door, zo merkt Jasper. Hij sluit zijn ogen. Hij is moe. 
Heel erg moe. Zo'n eerste dag, denkt hij, is echt heel erg vermoeiend. 
Een eerste dag geeft zoveel nieuwe indrukken dat die allemaal amper te 
verwerken zijn. En met die gedachte valt hij in slaap. Diep in slaap. 

Wordt vervolgd... 

Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, januari 2013. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, 
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande 
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht. 





Dit is deel 7 van totaal 12 delen.
toon alle delen


Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit deel:
(Je kan voor elk deel afzonderlijk stemmen)
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Bisexual Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01