Klik hier voor het ErotischeVerhalen.com hoofd menu

hoofd menu   |   bisexual categorieën   |   auteurs   |   top verhalen   |   nieuwe verhalen   |   zoek   |   links   |   instellingen   |   opties voor auteurs
Lekkere meiden zitten achter de webcam op je te wachten! Klik hier!


BLANCO deel 2 - hoofdstuk 1 (mm:overige, 3899 words)
Auteur: Toegevoegd: Aug 12 2011 Kijkers/Lezers: 4705/3937 [84%] Waardering (verhaal): 10.00 (1 stem)
Het eerste hoofdstuk van deel 2 van BLANCO.



Klik hier voor de eerste 75 regels van het verhaal

het water van de stadsgrachten vertelt Jasper hem wat er is gebeurd. 
Tegenover Bram was dat nog met de nodige bravoure geweest maar nu 
speelt het gevoel een grote rol en komen ook de tranen. Pieter is hevig 
verontwaardigd en raakt nog meer van slag als Jasper hem later vraagt 
of ze samen nog iets zullen drinken bij Pieter thuis. Hij weet gewoon 
niet hoe hij het heeft! 

Zo maken Jasper en Pieter kennis met elkaar en van het een komt het
ander. Eerst noemen ze het een onderzoek naar dat wat mogelijk is 
tussen hen maar al vrij snel begrijpen ze beiden dat er sprake is van 
verliefdheid over en weer. Het gaat gewoon heel erg goed. Er worden 
plannen gemaakt om de naaste familie van elkaar te ontmoeten en in de 
nachtelijke uren van Hemelvaartsdag zet Pieter Jasper af op hun vaste 
plaats bij het winkelcentrum. Jasper fietst het laatste eindje naar 
huis. 

Hier volgen de laatste regels van het eerste deel: 

--- En dan ineens... zonder dat hij enig idee heeft waarom... tuimelt
hij van zijn fiets. Met een harde klap belandt hij op het natte asfalt. 
Shit! Dat is schrikken. Als hij voorzichtig probeert overeind te komen, 
voelt hij de pijn in zijn benen, rug en rechter elleboog. Voorzichtig 
probeert hij overeind te komen. En dan ineens is het overal licht om 
hem heen. Licht dat de mist doet verdwijnen. SHIT! Het zijn dezelfde 
auto's als zondagavond, schiet het in een flits door hem heen. Eén 
achter hem op het fietspad, de tweede in de middenberm en nummer drie 
aan de voorkant. Meteen is hij op zijn hoede en staat op van de grond. 
Zijn fiets ligt iets verderop en kan hij niet gebruiken als 
verdedigingsmiddel. Snel steekt hij zijn hand in zijn broekzak maar 
vindt zijn telefoon niet. Waar is dat stomme ding! Vliegensvlug scant 
hij met zijn ogen de grond rondom hem in de hoop dat hij uit zijn 
broekzak is gegleden toen hij op de grond viel maar hij ziet hem 
nergens. 

"Zoek je naar hulp, Jasper?" Jasper herkent de stem. Zal hem altijd
blijven herkennen 

"Wat wil je me van!" 

"Tijd voor de afrekening Jasper!" --- 

Met deze cliffhanger sloot ik het eerste deel van BLANCO af. Nu is het
tijd voor het vervolg. Mochten er mensen zijn die het eerste deel toch 
nog willen lezen, het is te vinden op deze site. 

Groeten, Lucky Eye 

DEEL 2 

Hoofdstuk 1 

Eerst staat Pieter een tijdje buiten de auto te wachten op het
telefoontje dat Jasper thuis is maar als hij merkt dat hij toch nat 
begint te worden van de mist stapt hij in, maakt contact en zet de 
verwarming aan. Een golf warme lucht stroomt de auto in en doet 
allerlei stofjes opdwarrelen. Hoog tijd voor een schoonmaakbeurt, 
concludeert hij. Als hij een speels stukje dwarrelend papier met zijn 
ogen volgt, valt ineens zijn blik op de passagiersstoel. Daar ligt de 
telefoon van Jasper. "Verdomme!" vloekt Pieter. Die moet uit Jaspers 
broekzak gegleden zijn en zo kan hij wel wachten tot hij een ons weegt. 
Het besluit is snel genomen. Snel achter hem aan om hem het ding terug 
te geven en dan nog een keertje afscheid nemen, denkt Pieter met een 
brede glimlach. 

* 

Jochem laat samen met Roderick Robbie uit voor ze naar bed gaan. Als ze
het erf verlaten, zien ze meteen dat er iets aan de hand is iets 
verderop links aan de Wijheseweg. Hoewel er dikke mist hangt, is het 
daar een baken van licht terwijl de straatverlichting het weer eens 
niet doet. "Dat zit daar niet goed Roderick! Hoor je dat niet? Iemand 
roept om hulp!" Robbie rukt zich woest los en rent luid blaffend op het 
licht af. Jochem zet de achtervolging in. Roderick bedenkt zich niet en 
rent er ook op af. 

Robbie blaft als een dolle en springt heen en weer maar wel op een
veilige afstand van de  man die met een knuppel naar hem uithaalt. 

"Houd dat mormel bij je anders krijgt hij ook klappen!" bijt hij Jochem
toe als deze aangekomen is. Snel pakt Jochem de hond bij zijn halsband 
en lijnt hem aan omdat hij bang is dat ze Robbie iets zullen aandoen, 
wetende dat Robbie wel blaft maar nooit iets zal kunnen uithalen tegen 
iemand met een knuppel en bovendien zijn er nog anderen. "Donder je op 
idioot!" schreeuwen ze naar Jochem als deze blijft staan. "Maak dat je 
wegkomt anders krijg je ook een pak slag. 

Jochem rent terug naar Roderick die al dichtbij gekomen is. "Het is
Jasper," hijgt hij. "Ik herkende zijn rugzak. Wat moeten we nou doen? 
We kunnen hem toch niet aan zijn lot overlaten. Maar het zijn er wel 
zes en geen partij voor ons." 

"Bel 112 en zijn vader. Martins nummer staat in je telefoon als je
tenminste naar je vader geluisterd hebt," reageert Roderick 
koelbloedig. Jochem vindt het nummer van Martin en maakt contact. 

"Martin kom snel naar de weg. Er is een kloppartij gaande en Jasper is
erbij betrokken. Snel!" Daarna belt hij 112 en vraagt hulp van politie 
en ambulance. 

"En nu?" vraagt Roderick als het gesprek is afgebroken. Dan horen ze
beiden ineens de geluiden van een sirene. 

"Ze... ze... hadden al een melding gekregen," stamelt Jochem terwijl hij
naar zijn telefoon blijft kijken. 

"Schiet op man!" spoort Roderick hem aan. "De trekker! We halen de
trekker!" En weg zijn ze. 

* 

Martin staat lijkbleek met de hoorn van de telefoon in zijn hand. Marion
vraagt hem wat er is. "Een kloppartij op de weg en Jasper is er bij 
betrokken." Dan laat hij de telefoon plompverloren op de grond vallen 
en rent de gang in. Marion hem achterna. Snel trekken ze iets aan hun 
voeten en rennen naar buiten het erf op. 

"De kinderen!" roept Martin en draait zich al om. 

"Nee! Schiet op. Ik haal de kinderen." En terwijl Martin wegrent, haast
Marion zich terug het huis in. Ze rent de trap op, gooit de deur van 
Sams slaapkamer alvast open en schreeuwt: "Wakker worden Sam!" Dan gaat 
ze naar Maartens kamer. Als ze de deur opent staat Maarten al volledig 
aangekleed in de kamer. 

"Ik wist toch dat er iets zou gebeuren," zegt hij met tranen op zijn
gezicht. Marion knielt bij hem neer en trekt hem tegen zich aan. 

"Ja, je had gelijk Maarten. Ga nu alsjeblieft naar beneden, trek je jas
en schoenen aan en wacht op me." 

"Ja mam." 

Marion moet Sam nog wakker maken. Haar geschreeuw heeft nog niet veel
uitwerking gehad. Ze zet het meisje rechtop naast het bed en trekt haar 
snel wat kleren aan. "Zoek de schoenen van je zus ook even wil je 
Maarten," roept ze naar beneden wetende dat die vast niet in het kastje 
zullen staan. "En mijn rugzakje Maarten," roept ze nogmaals. Als ze met 
Sam in haar armen beneden komt, schrikken ze alle drie op van een 
enorme knal. Lang laat Marion zich er echter niet door afleiden. 
Maarten heeft alles klaar staan. Snel gaan ze naar buiten. Haar dochter 
lang dragen lukt Marion niet en daarom zet ze haar op haar eigen voeten 
neer. "Rennen Sam! Rennen!" 

* 

Pieter rijdt snel omdat hij niet wil dat Jasper zich straks wezenloos
gaat zoeken naar zijn telefoon. In de verte hoort hij sirenes. 
Waarschijnlijk politie. Het is ja het begin van een lang weekend en dan 
lopen dingen nog wel eens uit de hand. Ineens voelt hij een koude 
rilling over zijn rug lopen. Heel vreemd. Heel naar ook. En ineens zegt 
hij hardop: "Ik ook van jou!" Hij schrikt op. Verdomme! Er is iets 
helemaal mis! Alle alarmbellen rinkelen in hem en de adrenaline raast 
door zijn lichaam. Als Pieter de Wijheseweg opdraait, ziet hij enorm 
veel licht ter hoogte van het fietspad. Snel zet hij zijn auto aan de 
kant en rent erop af. Het geluid van sirenes zwelt aan. Hij ziet drie 
auto's: twee op het fietspad en een in de middenberm. Het voelt niet 
goed. Eerder voelde hij al dat het helemaal niet goed zat en nu weet 
hij zeker dat het iets met Jasper te  maken heeft. "Oh God," schreeuwt 
hij, "laat dit niet waar zijn!" Het geluid van de sirenes neemt nog 
steeds toe en van de andere kant hoort hij een enorm geluid dichterbij 
komen. En ook veel licht. Hij ontwaart een trekker. Dan ziet hij hoe 
zes mensen - waarvan hij er zeker vier herkent in het felle licht van 
de trekker - naar de auto's rennen. De auto's starten. De achterste 
auto draait en schiet de weg op in de richting van Zwolle. De voorste 
volgt. De auto in de middenberm staat nog stil en als Pieter dicht 
genoeg bij is ziet hij iets achter de auto liggen. "JASPER!" De witte 
achteruitrijdlichten flitsen op. "NEEEEE!!!!!!" Pieter ziet hoe de auto 
over Jasper heenrijdt en dan vooruit nog een keer. Dan vliegt de wagen 
met grote snelheid de weg op naar Wijhe. Pieter knielt naast Jasper 
neer en kan niet anders dan zijn tranen de vrije loop laten. Hij zit op 
de grond naast Jasper en ziet dat zijn vriend enorm is toegetakeld. 
Zijn benen liggen er heel vreemd bij en ook zijn linker arm. Zijn 
gezicht is enorm opgezwollen en zit onder het bloed. Zijn kleren zijn 
gescheurd. Het T-shirt hangt er in flarden bij. Zijn onderbuik is nat 
van het bloed en op diverse plaatsen op zijn bovenlijf zitten rare 
donkere plekken. En... hij moet wel dood zijn! De auto reed twee keer 
over hem heen en hij gaf geen kik. Oorverdovend is het geluid van de 
sirenes van twee politieauto's. De eerste rijdt met grote vaart door 
terwijl de tweede aan de kant van de weg bij Pieter stopt. De agenten 
springen er snel uit. Eén knielt bij Pieter neer. 

"Agent Theo Jansen. Is er iets dat ik voor u kan doen?" 

"Ik weet het niet. Hij is dood denk ik. Ze reden over hem heen en... "
De agent buigt zich over Jasper heen en controleert diens ademhaling en 
daarna de polsslag. 

"Hij is niet dood meneer. Er is een onregelmatige pols en hij ademt,"
klinkt het met enigszins trillende stem. Pieter kijkt in het lijkbleke 
gezicht van de agent. Dan hoort Pieter de ademhaling ook. Een heel 
vreemd geluid. Hortend en stotend. Piepend en ... niet goed te 
omschrijven gewoon. "Hè Jan! Schiet op." De agent die Jan genoemd werd 
komt met een EHBO-doos aangerend en knielt ook op de grond neer. Snel 
schudt hij Pieter de hand en stelt zich voor. Pieter noemt zijn eigen 
naam. "We zullen doen wat we kunnen," zegt Jan Spijkstra tegen hem. 
"Kunt u helpen als het nodig is?" Pieter knikt. "Een ambulance is 
onderweg heb ik begrepen. Bent u getuige geweest?" 

"Van afstand." 

"Weet u wie hij is?" Pieter knikt. 

"Jasper Verhulst. Hij woont hier vlakbij aan de Jan van Arkelweg. Ik ben
zijn vriend." Pieter ziet hoe de agent de buikwand schoon veegt en 
ontwaart dan een aantal steekwonden. Ineens staat Jansen op. 

"Ik kan dit niet!" zegt hij met een van emotie verstikte stem. 

"Kom op Theo! Je moet me helpen!" 

"Ik kan het niet! Hij is nog jonger dan ik ben, zo jong... zo... " De
agent rent naar de sloot en geeft over. 

"Help me alsjeblieft Theo! We kunnen hem hier niet dood laten gaan!"
Pieter kijkt verbaasd naar agent Spijkstra. Deze zegt op fluistertoon 
tegen hem: "Theo is aspirant en nog bezig met zijn opleiding. Dit is 
een van zijn eerste surveillances waarbij echt iets aan de knikker is 
en hij heeft er duidelijk moeite mee." Opnieuw doet de agent een beroep 
op zijn jonge collega: "Kom Theo, we moeten de vriend van meneer Kemp 
Verhaeghe zo goed mogelijk helpen. Wij zijn verantwoordelijk op dit 
moment en aangezien jij de meest parate kennis van ons beiden hebt, 
moet jij de procedure leiden." 

"Ja, ik zal mijn verantwoording nemen," zegt de jonge agent en kijkt op
een ietwat vreemde manier naar Pieter. Dan komt hij terug. Spijkstra 
zegt hem naar de auto te gaan en eerst wat te drinken. Als hij terug is 
gaat hij bij hen op de grond zitten. 

"Goed gedaan agent," prijst Spijkstra hem. "En nu volgens de procedure.
Denk in kleine stapjes Theo." En zo beginnen ze samen aan hun klus om 
de steekwonden het eerst te behandelen. Indien nodig vragen ze Pieter 
om hulp. Hulp die hij heel graag verleent. Al zou het alleen maar zijn 
om dat niets doen zo onzinnig lijkt op dit moment. Spijkstra legt uit 
dat het de bedoeling is om het bloeden te stoppen in elk geval. Als de 
wonden snel schoongemaakt zijn, legt hij een drukverband aan. Pieter 
drukt het verband met beide handen stevig tegen de twee wonden aan de 
ene kant van de buik terwijl Theo Jansen hetzelfde doet aan de andere 
kant. Vier wonden. Vervolgens begint Jan Spijkstra snel en handig een 
verband rond Jaspers lijf te wikkelen die de drukverbanden op hun 
plaats moet houden. De trekkergeluiden zijn gestopt en als Pieter 
opkijkt ziet hij twee jongens en een hond. Jochem, Roderick en Robbie 
zo herkent hij hen uit de beschrijving die hij van Jasper kreeg. 

"We hebben alles gedaan wat we konden," stamelt Jochem. "Ze waren met te
veel. Misschien hadden we toch..." 

"Nee!" reageert Pieter meteen. "Het waren er te veel. Ze waren met z'n
zessen." 

"Hebben jullie 112 gebeld?" informeert agent Jansen. Jochem knikt maar
zegt erbij dat er toen al een melding binnen was gekomen. 

Een enorm geluid vult ineens de stilte van de nacht. Ieders hoofd draait
zich in de richting van Wijhe. De intercom in de politieauto begint 
lawaai te maken en na overleg rept Theo zich ernaar toe. 

Hijgend komt Martin aan en valt meteen op zijn knieën naast Jasper neer.
"Ohh mijn jongen wat hebben ze met je gedaan!" 

"U bent de vader?" vraagt Spijkstra terwijl hij de laatste hand aan het
verband legt. Martin knikt. Heel even opent Jasper zijn ogen dan. 

"Jij hier?" klinkt het gevat maar haast onverstaanbaar. Pieter en Martin
kijken elkaar aan omdat ze niet weten tegen wie de opmerking gericht 
is. Dan zakt Jasper weer weg in een soort van bewusteloosheid. Er 
melden zich inmiddels ook andere agenten bij Spijkstra. Ze vragen hem 
om instructies. Op zijn verzoek beginnen ze met het afzetten van de 
omgeving en houden ze de toegestroomde toeschouwers op afstand. Pieter 
vraagt zich af waar al die mensen zo ineens vandaan komen en waarom ze 
in godsnaam staan toe te kijken. Jochem en Roderick worden inmiddels 
verhoord, zo ziet Pieter. Hij zal er zelf ook aan moeten geloven, zo 
weet hij maar zal dat zolang mogelijk uitstellen. Dat wat hij weet, 
heeft hij verteld. Nou ja... hij weet natuurlijk nog wel van Marcels 
poging om Jasper te verkrachten. Dat is heel erg belangrijke informatie 
omdat een van degenen die hij herkende Marcel was maar dat kan nog wel 
even wachten. Ineens ziet hij lichtflitsen. Verdomme! Is de pers er ook 
al? 

"Waar blijft die ambulance verdomme!" briest Martin als hij opspringt en
de weg oprent. 

"Rustig meneer. Hij is onderweg," probeert Jan Spijkstra Martin te
kalmeren. 

Een auto van de centrale huisartsenpost stopt aan de andere kant van de
weg. Een dokter en zijn chauffeur - op de terugweg van een oproep - 
informeren wat er aan de hand is. Spijkstra die geprobeerd heeft het 
bloeden van de steekwonden te stoppen, licht de arts zo goed mogelijk 
in. Heel snel daarna zit hij naast Jasper en doet de eerste 
onderzoeken. Met een stethoscoop luistert hij naar de hartslag en de 
ademhaling. De arts rommelt wat in zijn tas en haalt er iets uit. Dat 
steekt hij met kracht tussen Jaspers ribben aan de linkerkant. 

"Wat doet u nou!" roept Martin verschrikt uit. 

"Spanningspneumothorax meneer, als ik niets doe zijn de gevolgen ernstig
zo niet zeer ernstig." 

"Hij reageerde totaal niet!" roept Pieter verbijsterd uit. 

"Zijn lichaam heeft zich alleen beperkt tot de meest noodzakelijke
functies. Een soort van veiligheidsmaatregel." 

"Coma?" probeert Pieter. 

"Eerder shock denk ik." Opnieuw luistert de arts om vervolgens een
injectiespuit te vullen en deze in Jaspers arm te steken en leeg te 
drukken. Het geluid van de sirene van de ambulance wordt luider maar de 
ziekenwagen is nog niet ter plaatse als Jasper ineens een hartstilstand 
krijgt. De arts roept om een AED. Terwijl de chauffeur het apparaat 
installeert past de dokter mond-op-mondbeademing toe nadat hij de 
mondholte vrijgemaakt heeft. Pieter zit diverse tanden liggen in het 
gras. Pijn vervult zijn hele hebben en houden. Verdomme! Wat hebben ze 
hem aangedaan! Dan worden de plakkers geplaatst en als de ambulance op 
de weg stopt, volgt de elektrische schok die Jaspers hart weer aan het 
werk krijgt. De ambulancebroeders worden bijgepraat door de arts en dan 
draagt deze Jasper aan hen over. Vakkundig pakken ze Jasper in, leggen 
hem op een brancard en in hun wagen. 

"Gaat u met hem mee?" vraagt de ambulancebroeder aan Martin. Snel
wisselt hij een blik met Pieter maar omdat er niet veel tijd is, is er 
ook geen tijd voor overleg. 

"Wil jij hier op Marion en de kinderen wachten?" vraagt Martin terwijl
hij in de ziekenauto stapt. Pieter knikt. Dan worden de deuren 
dichtgeklapt en draait de ziekenwagen vrijwel meteen de weg op om met 
loeiende sirene en flitsend zwaailicht terug te rijden in de richting 
van Zwolle. 

Jasper is nog maar net afgevoerd als Marion en de kinderen de weg
opkomen. Pieter loopt op hen toe. 

"Mam? Dat is Pieter," zegt Maarten als ze nog op enige afstand van
elkaar zijn. Marion is niet meer verbaasd. Als ze bij elkaar zijn geven 
Marion en Pieter elkaar een hand. 

"Wat is er gebeurd?" wil Marion weten en Pieter praat haar bij voor
zover hij de feiten kent en gehoord heeft van Jochem en Roderick. Sam 
begint hartverscheurend te huilen en Marion tilt haar van de grond om 
haar dicht tegen zich aan te drukken. Maarten staat er met tranen in 
zijn ogen bij maar houdt zich flink. 

"Martin is bij hem en ik heb beloofd dat ik met jullie naar het
ziekenhuis zal gaan. Een agent zal ons rijden." Als ze bij de 
politiewagen aankomen, schudt Theo Jansen Marion de hand en noemt hij 
zijn naam. Hij stelt hen voor om te gaan. 

Onder normale omstandigheden zou Maarten een ritje in een politieauto
met zwaailicht en sirene een pracht van een belevenis gevonden hebben 
maar niet nu. Niet nu hij weet dat zijn enge droom die steeds maar weer 
terugkwam een voorspellende droom is geweest en dat het toch Jasper is 
geweest die in die dromen voorkwam. Nee, nu is er helemaal niets aan. 
Niet nu hij weet dat zijn grote broer iets heel ernstigs is overkomen. 
Nu branden de tranen in zijn ogen, doet zijn buik zeer en voelt hij 
zich echt ziek van verdriet. 

Wordt vervolgd... 

Met dank aan Gerrit voor de correcties. 

Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox:
lucky_eye2@yahoo.co.uk 

©Lucky Eye, augustus 2011. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, 
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande 
schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht. 




Auteurs waarderen reacties!
Vergeet niet te stemmen, en schrijf de auteurs om te vertellen wat je al dan niet leuk vond aan het verhaal!
Lucky Eye heeft 90 verhalen op deze site.
Profiel voor Lucky Eye, incl. alle verhalen
Email: lucky_eye2@yahoo.co.uk
Geef je mening over dit verhaal:
 
Typ beneden tekst in voor een snelle, anonieme reactie aan de auteur
De auteur zal dit dan in zijn/haar email ontvangen.

Stuur dit bericht:

Anoniem (geen afzender, auteur kan niet reageren!)
(Voer een email adres in als "chat email" in de instellingen, en het zal hier verschijnen)
met dit email adres als afzender:

verhalen in "overige"   |   alle verhalen van "Lucky Eye"  



Sex dating | Hete Livecams (NL) | Erotic Bisexual Stories




(c) Copyright, 2001-2024 ErotischeVerhalen.com   email webmaster Art voor ondersteuning
Powered by StoryEngine v1.01